Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de toenemende vergiftiging van huisdieren door toxische voeding.

Indiener(s)
Gaëtan Van Goidsenhoven
aan
Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 228)

 
Datum ontvangst: 21/02/2020 Datum publicatie: 02/06/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 29/05/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
13/03/2020 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
 
Vraag    In veel Brusselse gemeenten is de vos opnieuw een vaak geziene gast. Precies in die gemeenten stelt men veel gevallen vast van vergiftigde gezelschapsdieren, vooral honden.
 
Nu zou blijken dat deze dieren het slachtoffer werden van vergiftigd voedsel dat doelbewust door buurtbewoners werd uitgezet om de vossen te treffen. Gezelschapsdieren worden dan aangetrokken door dat vergiftigde voedsel, ze eten ervan en worden zelf het slachtoffer van vergiftiging. Verschillende overlijdens waren daar onlangs aan toe te schrijven. Vooral de gemeente Ukkel gaf aan dat het fenomeen op zijn grondgebied problematische vormen aanneemt en dat het ernstig moet worden genomen.
 
De hele zaak hangt natuurlijk samen met het toenemende aantal vossen in het Gewest. Dit werkt een aantal mensen op de zenuwen en zij gaan dan op zoek naar manieren om zich van de vossen te ontdoen. Het plaatsen van vergiftigd voedsel is een verwerpelijke methode om dat te doen, zowel wanneer het de dood van wilden dieren veroorzaakt, als wanneer het tot de dood van huisdieren leidt.
 
Mijnheer de minister, werd u van dit probleem op de hoogte gebracht en neemt u het ter harte? Heeft de noodkreet van een aantal gemeenten u bereikt?
 
Beschikt u over cijfers over het aantal doelbewuste vergiftigingen van dieren, zowel wilde als gedomesticeerde ?
 
Welke maatregelen worden er bestudeerd om een halt toe te roepen aan het achterlaten van vergiftigd voedsel in onze straten?
 
Overweegt men een sensibilisering van de bevolking over deze zaak ?
 
 
Antwoord    1)
Als minister van Leefmilieu ben ik mij uiteraard bewust van de kwestie van de bescherming van de biodiversiteit en het behoud van de fauna en flora in het algemeen.

Tot op heden heeft mijn kabinet geen enkele feedback ontvangen van de gemeenten over het onderwerp van uw vraag, namelijk de toenemende vergiftiging van huisdieren door giftig voedsel.


2)
Leefmilieu Brussel beschikt niet over gegevens. Er werd op basis van uw vraag door het departement Biodiversiteit een rondvraag georganiseerd bij de leefmilieu-inspecteurs, boswachters, collega’s van de departementen Dierenwelzijn en Pesticiden, en bij het terreinpersoneel. Geen van allen beschikte over cijfers.


3)
Er bestaan reeds juridische maatregelen betreffende het verbod op het gebruik van gifstoffen. De ordonnantie betreffende het natuurbehoud specifieert in bijlage VI (verboden methoden en middelen voor het vangen en doden en verboden wijzen van vervoer) het verbod op het gebruik van vergif en giftig of verdovend lokaas voor zoogdieren, vogels en vissen. Bovendien is de vergunning betreffende biociden een federale bevoegdheid, meer bepaald de handelsvergunning met specificatie van het specifieke gebruik. Uit goede bron met deze dienst weten we dat geen enkel gif wordt toegestaan, ​​behalve voor knaagdieren.

Leefmilieu Brussel heeft bovendien een overheidsovereenkomst met een externe dierenarts om de doodsoorzaak na te gaan van verdachte sterfte onder de dieren. Het is dus mogelijk post-mortem gifstoffen op te sporen, op voorwaarde dat het kadaver vers is. Wat te doen of wie te contacteren bij het vinden van dode dieren, staat uitgelegd op de website van Leefmilieu Brussel.

Tot slot wens ik te onderstrepen dat een goede informatiedoorstroom cruciaal is om dit probleem aan te pakken. Wanneer gifstoffen of verdovend lokaas wordt aangetroffen, of dode dieren met verdachte sterfte, dan dient zo snel mogelijk de milieu-inspectie van Leefmilieu Brussel op de hoogte gebracht te worden. Hiervoor bestaat een algemeen emailadres, namelijk
inspection-inspectie@environnement.brussels. Ook de gemeentediensten of burgers kunnen daaraan meewerken.


4)
Het gebruik van pesticiden staat hoog op de lijst van te communiceren onderwerpen bij Leefmilieu Brussel. Alle mogelijke communicatiekanalen en -campagnes worden aangewend om de Brusselaar de schadelijke effecten van pesticiden, en dus ook van biociden, uit te leggen. De ‘Week zonder pesticiden’, tracht alle info betreffende dit onderwerp één keer per jaar extra in de verf te zetten.

Leefmilieu Brussel werkt momenteel mee aan een sensibilisatiecampagne betreffende de vos, op initiatief van de ULB en de Vogelbescherming (LRBPO). Het gebruik van gifstoffen komt hierbij ook aan bod. Leefmilieu Brussel zal de inhoud van de campagne zeker ook aanwenden om haar eigens sensibilisering van de Brusselaars te optimaliseren en in de toekomst te blijven garanderen.