Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende het voorstel van de gemeente Sint-Gillis om 250 woningen van haar grondregie aan de OVM Le Foyer du Sud te verkopen.

Indiener(s)
Joëlle Maison
aan
Nawal Ben Hamou, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Huisvesting en Gelijke kansen (Vragen nr 157)

 
Datum ontvangst: 18/02/2020 Datum publicatie: 20/04/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 20/04/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
13/03/2020 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
 
Vraag    In een artikel in La Dernière Heure van afgelopen vrijdag, 14 februari, konden we lezen dat de gemeente Sint-Gillis heeft voorgesteld om 250 woningen van haar Grondregie te verkopen aan de openbare vastgoedmaatschappij de Zuiderhaard. Volgens mevrouw Cathy Marcus (PS), schepen van Huisvesting in Sint-Gillis, pleiten verschillende argumenten voor zo'n operatie. Allereerst merkt ze op dat de huurprijzen die de Grondregie vraagt, te hoog kunnen uitvallen voor huishoudens met een laag inkomen, voor zover het vaste huurprijzen betreft die overeenstemmen met de gewestelijke indicatiehuurprijzen die van toepassing zijn op de Sociale Verhuurkantoren. De huurprijzen van de sociale woningen die beheerd worden door de openbare vastgoedmaatschappijen vallen een stuk voordeliger uit, omdat die bepaald worden op basis van het inkomen van de huurder. Bovendien benadrukt de schepen van Sint-Gillis dat, conform de toekenningsvoorwaarden van de Grondregie, een woning niet mag worden aangeboden aan een kandidaat-huurder als de huurprijs meer dan 40% van diens inkomen bedraagt. Door die regel moet de Grondregie geregeld kandidaat-huurders met een te laag inkomen afwijzen, die dan geen andere keus hebben dan zich tot een openbare vastgoedmaatschappij te wenden. De Zuiderhaard heeft echter, net als zo veel andere OVM's, niet voldoende vrije panden: alle woningen zijn verhuurd.

In die omstandigheden lijkt het de gemeente Sint-Gillis opportuun om een deel van de gebouwen van haar Grondregie te verkopen aan de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij (BGHM) ten behoeve van de Zuiderhaard. Daardoor kan het aanbod aan sociale woningen snel worden opgetrokken en kunnen er een aantal gezinnen in terecht die nu op de wachtlijst staan. Bovendien zou de Grondregie met de opbrengsten van die verkoopoperatie kleine huizen en appartementen op de privémarkt kunnen opkopen om haar aanbod aan bescheiden woningen tegen betaalbare prijzen te vergroten. Zo kan ze erover waken dat er een zekere sociale mix blijft in de wijken van Sint-Gillis. Volgens mevrouw Marcus is er dus sprake van een "win-winsituatie".

De gewestelijke overheden lijken het voorstel van de gemeente Sint-Gillis vrij positief onthaald te hebben. Mevrouw de staatssecretaris, toen de pers u er vragen over stelde, verklaarde u dat "dit een van de oplossingen is om bescheiden woningen om te vormen tot sociale woningen. Er loopt eerst nog een haalbaarheidsstudie, maar als het er zich toe leent, zullen we dit project uitrollen, want iedereen vaart er wel bij."

Mevrouw de staatssecretaris, ik zou graag volgende vragen stellen:

Heeft de gemeente Sint-Gillis officieel aan het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voorgesteld om 250 woningen van haar Grondregie over te kopen? Hebt u het voorstel al besproken met het college van burgemeester en schepenen van Sint-Gillis, of plant u dat binnenkort te doen?

Heeft de Grondregie van Sint-Gillis al uitgezocht welke 250 woningen ze graag aan de BGHM / OVM de Zuiderhaard zou verkopen? Zo ja, gaat het dan vooral om kleinere panden of om grote blokken? Heeft de gemeente Sint-Gillis de Brusselse regering al een schatting van de prijs van de 250 woningen meegedeeld? Heeft de Grondregie al meer details verschaft over de kwaliteit en de staat van die woningen? Moeten de panden bij een verkoop eerst grondig worden gerenoveerd voordat de OVM ze kan verhuren? Of moeten ze alleen maar licht opgefrist worden voordat ze op de huurmarkt kunnen worden aangeboden?

Kunt u ons, op basis van de gegevens waarover u beschikt, een schatting geven van het globale budget dat het gewest moet vrijmaken opdat de BGHM de 250 woningen van de Grondregie van Sint-Gillis kan aankopen (en eventueel renoveren)? Zal de Brusselse regering de door Sint-Gillis voorgestelde transactie bestuderen binnen de begrotingsaanpassingen die gepland staan voor het voorjaar van 2020, of gebeurt dat later?

Hebben ook andere Brusselse gemeenten de wens geuit om een deel van hun gemeentelijke eigendommen aan de BGHM te verkopen om zo het aanbod aan sociale woningen te vergroten en de financiën van hun eigen Grondregie wat aan te zuiveren? Past dit type van vastgoedtransacties tussen de gemeenten en de OVM's binnen de strategie van aankoop/renovatie van woningen die de Brusselse regering deze regeerperiode in werking wil laten treden om de markt van de sociale huurwoningen te vergroten? In haar gewestelijke beleidsverklaring 2019-2024 kondigt de Brusselse regering aan dat ze van plan is een deel van de middenklassewoningen die eigendom zijn van de openbare vastgoedmaatschappijen, te "socialiseren". Bestaat dat proces van "socialiseren" er vooral in dat het gewest een deel van het huurwoningenbestand van de gemeenten overneemt?
 
 
Antwoord    Wat betreft het aanbod van de gemeente Sint-Gillis aan de Regering om 250 woningen te kopen en de eventuele ontmoeting tussen het college van Burgemeester en Schepenen en de gemeente Sint-Gillis zelf:

De verkoop van deze woningen werd niet officieel voorgesteld aan het Gewest omdat het project, zoals voorzien door de lokale actoren, momenteel niet gaat om een verkoop aan de BGHM, maar aan de OVM Zuiderhaard.

Mijn kabinet en ik werden op de hoogte gebracht van dit project tijdens een vergadering met de gemeentelijke huisvestingsactoren, waarbij de gemeente en de OVM ons lieten weten dat ze respectievelijk wilden verkopen en kopen.

Momenteel hebben de betrokken actoren de volgende strategie uitgewerkt:

· Verkoop door de gemeente aan de OVM van 250 van haar woningen over meerdere jaren;
· Financiering van deze aankoop door een lening die de OVM bij de BGHM afsluit;
· Investering door de gemeente van de opbrengst van de verkoop van haar woningen, in de aankoop en renovatie van private woningen teneinde deze om te vormen tot woningen met sociaal oogmerk.

Tijdens deze vergadering hebben we besproken of deze strategie mogelijk kon worden gemaakt. Sint-Gillis is immers een dichtbevolkte en dichtbebouwde gemeente, met weinig beschikbare grondreserves. Deze realiteit maakt het dus moeilijk voor de OVM, de BGHM en de gemeente om nieuwe sociale woningen te creëren zoals dat in andere gemeentes wel kan.

Na deze vergadering hebben we de BGHM ingelicht over het plan van Sint-Gillis. De BGHM heeft reeds met de directeurs-generaal van de Zuiderhaard vergaderd om de verschillende mogelijkheden inzake de verkoop van de woningen te bekijken.

Wat de keuze van de 250 woningen betreft:

Momenteel heeft de gemeente Sint-Gillis 50 van de 250 geplande woningen geselecteerd. Deze woningen bevinden zich in gebouwen van ongeveer 10 eenheden en werden allemaal recentelijk gerenoveerd.

Wat betreft het budget dat wordt uitgetrokken:

Het Gewestelijk Comité tot aankoop van onroerende goederen moet nog een raming maken van deze woningen. Deze fase is verplicht in de procedure van aankoop door een OVM van een door de BGHM gefinancierd onroerend goed.

De begrotingsprocedure van de overheid zal afhangen van de formule voor financiering en aankoop die de verschillende actoren uiteindelijk kiezen.

Wat betreft de interesse van andere gemeenten om hun woningen aan de BGHM of een OVM te verkopen: op dit moment heeft enkel de stad Brussel ons laten weten dat dit mogelijk is voor een deel van haar woningen.

In het kader van het noodplan dat we momenteel opstellen, willen we verschillende projectoproepen voorstellen, voor zowel private als openbare actoren. Zo zou een gemeente of een OCMW desgewenst een deel van het woningbestand of de grondreserves kunnen overdragen aan de BGHM om het aantal sociale woningen te verhogen.

Wat de socialisering van gemeentelijke woningen betreft, zoals voorzien in de gewestelijke beleidsverklaring, overwegen we een ander systeem dan de eenvoudige aankoop van gemeentelijke woningen.

De meerderheid van de gemeenten en de OCMW’s die bijna 10.000 woningen met sociaal oogmerk verhuren, wilt daar immers mee voortgaan.

De socialisering zoals we die voor ogen hebben, zal dus eerder de vorm aannemen van een samenwerking met de gemeenten, zodat zij hun functie van openbare verhuurder verder kunnen uitvoeren.