Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de overgangsmaatregelen op de Noord-Zuidas in afwachting van de metro in 2024.

Indiener(s)
David Weytsman
aan
Elke Van den Brandt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid (Vragen nr 351)

 
Datum ontvangst: 16/03/2020 Datum publicatie: 19/05/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 19/05/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
18/03/2020 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
 
Vraag    Weldra wordt de eerste schop in de grond gezet voor de realisatie van de noord-zuidmetro. Het Noordstation zal vanaf 2024 de tijdelijke eindhalte van metrolijn 3 zijn en wordt zodanig ingericht dat de metrostellen vanuit dit station kunnen terugrijden naar station Albert.

Twee aspecten zijn evenwel niet vermeld in het verloop van de werkzaamheden:

- In het Noordstation komt een uitbreidingszone, zodat de bestuurder naar de voorkant van zijn voertuig kan.

Dit laat er geen enkele twijfel over bestaan: de voor 2024 geplande metro tussen het Noordstation en station Albert zal niet geautomatiseerd zijn, in tegenstelling tot wat uw voorganger heeft verklaard. De ingebruikname van een volledig geautomatiseerde lijn uitstellen tot na 2024, tot een niet nader genoemde datum, kan alleen maar extra kosten met zich brengen, die vermeden hadden kunnen worden.

- Momenteel wordt ook over het hoofd gezien welke maatregelen de MIVB wil nemen in afwachting van 2024.

Welke maatregelen worden tegen 2024 getroffen om te voldoen aan de groeiende vraag op deze as? De stations op de lijn tussen de haltes Albert en Noordstation zijn ontworpen met het oog op de toekomstige metro en beschikken dus over voldoende lange perrons: zou het daarom irrealistisch zijn om tussen Churchill en het Noordstation twee gekoppelde T3000-trams te laten rijden om meer zitplaatsen aan te bieden? Dit gebeurt elders al, dus waarom ook niet in Brussel?

Zou u bijgevolg enkele verduidelijkingen willen aanbrengen:

· Zal de noord-zuidmetro operationeel zijn vanaf 2024, zoals gepland?

· Waarom is er nog altijd een manuele en geen geautomatiseerde besturing?

· Welke aanpassingen kunnen worden doorgevoerd om op korte termijn het aanbod van zitplaatsen op de as Albert-Noordstation te verhogen?
 
 
Antwoord    Wat de gevolgen van de wereldwijde coronacrisis betreft, is dit een geval van overmacht. Ze vormen onvoorzienbare en onoverkomelijke wijziging van omstandigheden aan de kant van de MIVB.

In deze omstandigheden en rekening houdende met het einde van de werken van de nutsmaatschappijen en de nog ontbrekende impact over het hernemen van de werken door de algemene aannemer is het onmogelijk om de datum van begin van bouwkundige werken aan te houden zoals in het begin beoogd werd.

De impact op de indienstneming van de metro tussen het Noordstation en Albert kan nog niet vastgelegd worden gezien de situatie.

De aanleg van het achterstation aan het Noordstation is in de eerste plaats bedoeld om voertuigen te laten keren. Dit is helemaal onafhankelijk van het feit of dit al dan niet automatisch rijdende voertuigen zijn.

Metrolijn 3 tussen Bordet en Albert werd vanaf het begin bedacht als een automatische lijn waarvan de uitvoering afhangt van het nieuwe geautomatiseerde depot in Haren in 2030, waar de nieuwe automatische rijstellen geparkeerd en onderhouden kunnen worden.

In afwachting van deze beschikbaarheid, zal de metrolijn tussen het Noordstation en Albert eerst nog manueel uitgebaat worden.

Deze aanpak en fasering zijn dus ongewijzigd en de lastenboeken in voorbereiding (nieuwe signalisatie, versterking van de perronneuzen, perronwanden) houden hiermee rekening en dit betreft dus geen meerkost.

Het aanbod op de premetro-as tussen het Noordstation en Albert wordt op vandaag al gebruikt op de maximumcapaciteit. Elke frequentieverhoging werd reeds toegepast. Vandaag is er vooral verzadiging op de punten waar er andere lijnen kruisen (gemiddeld 94 trams per uur op de twee stukken op de Vooruitgangstraat, 88 in de tunnel aan Grondwet en aan het kruispunt met de lijnen 51 en 82, en er rijden al 68 trams per uur tussen het Zuidstation en Albert want lijn 51 vervoegt daar lijnen 3 en 4).

De optie om twee T3000-trams te koppelen zou leiden tot voertuigen van bijna 64 meter. Deze optie is overwogen, maar gaat gepaard met veel technische onmogelijkheden.

De premetrostations werden gebouwd volgens de afmetingen van een metrostation en alle perrons die maar deels verlaagd werden over ±45 meter zouden heraangelegd moeten worden. Bovendien zijn enkele stations daar niet op voorzien, met name het Zuidstation en vooral Lemonnier, dat volledig moet worden opgeheven.

Hier zou ook de vraag rijzen over het rijden van de trams buiten de tunnel en in het bijzonder het kruisen van kruispunten of de onmogelijkheid om bepaalde eindhaltes nog te gebruiken, bijvoorbeeld Churchill waar het achterste van de tram nog op de sporen van lijn 7 zou staan.