Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de uitzonderlijke “coronabegroting" en het uitstel van de begrotingsaanpassing

Indiener(s)
Christophe De Beukelaer
aan
Sven Gatz, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt, de Promotie van Meertaligheid en van het Imago van Brussel (Vragen nr 99)

 
Datum ontvangst: 02/04/2020 Datum publicatie: 11/05/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 07/05/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
10/04/2020 Ontvankelijk p.m.
07/05/2020 Bijlage aan het antwoord p.m. Bijlage
 
Vraag    Tijdens de vergadering van de commissie van 1 april 2020 over de crisis die we doormaken, hebt u een beknopt overzicht gegeven van de verschillende begrotingsverrichtingen die gepland zijn om de economische en budgettaire gevolgen van de crisis zoveel mogelijk te temperen.

Er wordt bijna 200 miljoen euro aan steun uitgetrokken: 100 miljoen voor de premies, 20 miljoen voor finance.brussels en de garanties voor de KMO’s, 20 miljoen voor de dienstencheques, 30 miljoen voor de sociale maatregelen en 15 miljoen voor de taxi's en de afschaffing van de “Citytax”. U hebt eveneens gesproken van het aanleggen van een voorziening. De begrotingsaanpassing zal worden uitgesteld en omgezet in een “corona‑aanpassing”. Tot slot hebt u gepreciseerd dat de "corona-maatregelen” zullen worden gefinancierd met een onvermijdelijke schuld, enkele budgettaire compensaties of nog met Europese steun.

Het is duidelijk dat deze crisis een nieuwe slag toebrengt aan ons Gewest, dat al diep in de schulden zit.

Om de follow-up van de getroffen maatregelen, de aanpassing en de evolutie van de algemene begroting en de specifieke “coronabegroting” van het Brussels Gewest te verzekeren, wens ik u de volgende vragen te stellen:

- Hoe wordt de "bijna 200 miljoen" aan steun precies verdeeld? Wanneer zullen we weten of de steun wordt opgetrokken en met hoeveel?

- Wat de financieringsbronnen betreft, hebt u regelmatig contact met de Europese en federale overheden om steun te krijgen? In hoeverre is er sprake van verschuivingen binnen de begroting of van een verhoging van de gewestelijke schuld?

- Welke ontvangsten zullen volgens u dalen?

- Bent u van plan om de "zero based budgeting” te handhaven zoals aangekondigd? Wat zullen de prioriteiten zijn?
 
 
Antwoord    De Regering heeft tot op heden al twee keer een herverdeling doorgevoerd vanuit de COVID19-provisie. Op 9 april 2020 besliste de Regering om een eerste schijf van 154,867 mio euro in B-kredieten en 152,712 mio euro in C-kredieten te herverdelen. Op 23 april werd een tweede schijf van 26,657 mio euro in B- en C-kredieten herverdeeld. De details van deze herverdelingen bevinden zich in annex. Momenteel is er op de provisie nog 18,476 mio beschikbaar in B-krediet en 20,631 mio in C-krediet. Ondertussen heeft de Regering beslist om nog bijkomende crisismaatregelen, die de voornoemde kredieten overstijgen, te treffen in de strijd tegen de gezondsheidscrisis. Er zal bijgevolg een nieuwe begrotingsberaadslaging moeten komen om bijkomende middelen te kunnen herverdelen. Eenmaal ik een globaal beeld heb van de nog benodigde middelen zal ik de nieuwe beraadslaging, inclusief de nodige herverdelingen, op de agenda van de Regering plaatsen.

De onderhandelingen betreffende Europese steunmaatregelen worden nauwgezet opgevolgd. Op vlak van directe subsidies voor het Gewest zijn de mogelijkheden op dit moment beperkt. De onderhandelingen in het kader van het toekomstig Meerjarig Financieel Kader zullen in dit verband cruciaal zijn. Het Gewestelijk investeringsvehikel Finance&Invest.Brussels, dat op 30 april voor 160 mio euro geherkapitaliseerd werd om de relance te ondersteunen, onderzoekt samen met het Gewest de mogelijkheden om gebruik te maken van het EIB-garantiefonds en de COSME/INNOVFIN-crisisgarantieregelingen. We staan ook in nauw contact met de federale overheid in verband met de ontwikkeling van een Belgisch relancefonds ter ondersteuning van de solvabiliteit van onze kmo’s.

Wat de fiscale ontvangsten betreft, mogen we ons, om duidelijke redenen gelinkt aan de gezondheidscrisis en de in dit kader genomen preventie- en andere maatregelen, verwachten aan een daling van de ontvangsten in de registratierechten, de schenkingsrechten, de belasting op inverkeerstelling, de belasting op spelen en weddenschappen, de kilometerheffing op zwaar vrachtvervoer, de gewestbelasting op inrichtingen van toeristisch logies en de taxibelasting. Verder blijven de wegens hun aard moeilijk te voorspellen successierechten op dit ogenblik onder de verwachtingen (eind maart bedraagt het realisatiepercentage maar 19,4% van het initieel begrote bedrag). Ten slotte, op basis van de uitvoering 2019, lijkt de initiële raming van de onroerende voorheffing en van de jaarlijkse verkeersbelasting eveneens toe aan een herziening naar beneden.

De resultaten van de zero-based oefening die dit voorjaar werd opgestart zullen de besprekingen in het kader van de begrotingsaanpassing 2020 en begrotingsopmaak 2021 voeden. De begroting 2021 zal hoogstwaarschijnlijk grotendeels in het teken van de relance staan.