Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de maatregelen om het beheer van de stedenbouwkundige vergunningen en de openbare onderzoeken te verzekeren in het licht van de gezondheidscrisis van COVID-19.

Indiener(s)
Gaëtan Van Goidsenhoven
aan
Pascal Smet, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Stedenbouw en Erfgoed, Europese en Internationale Betrekkingen, Buitenlandse Handel en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (Vragen nr 146)

 
Datum ontvangst: 07/04/2020 Datum publicatie: 17/06/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 17/06/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
30/04/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    In de huidige gezondheidscontext in verband met de verspreiding van COVID-19 hebben verschillende overheidsdiensten een deel van hun activiteiten en procedures opgeschort of aangepast.

In dat kader zijn, met toepassing van het besluit van bijzondere machten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 2 april 2020, de dwingende termijnen, termijnen voor beroep en alle termijnen waarvan de vervaldatum een in de reglementering vastgelegd juridisch gevolg heeft, opgeschort voor een periode van een maand, d.w.z. tot 15 april. Die opschorting kan tweemaal worden verlengd voor eenzelfde duur.

De overlegcommissies van de verschillende gemeenten van het Gewest zijn dus eveneens opgeschort.

Daarentegen wordt in het besluit bepaald dat de akten en beslissingen die gedurende die opschortingsperiode worden genomen volkomen geldig blijven.

Tevens blijkt dat voor sommige stedenbouwkundige dossiers nog steeds openbare onderzoeken hebben plaatsgevonden sinds het begin van periode waarin alle Brusselaars thuis moeten blijven, waardoor het moeilijk is om kennis te nemen van de lopende projecten.

Uw woordvoerder heeft weliswaar uitgelegd dat de openbare onderzoeken die vóór 16 maart werden afgesloten hun administratieve traject zouden voortzetten maar dat de lopende openbare onderzoeken waren opgeschort en dat geen enkel nieuw openbaar onderzoek nog zou kunnen starten tijdens de opschortingsperiode, maar het lijkt me vreemd dat dit niet bij besluit wordt gespecificeerd.

In dat verband had ik graag een antwoord op de volgende vragen:

- Wat de aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning betreft, op welke manier kunnen sommige dossiers momenteel nog worden behandeld?

- Voor de dossiers die reeds behandeld werden volgens de vereiste wettelijke procedures, is het nog altijd mogelijk voor de gemeenten en voor het Gewest om de vergunning af te leveren. Hoe rijmt die mogelijkheid met het huidige vermogen van de buurtbewoners om een eventueel beroep in te dienen?

- Kunt u ons bevestigen dat geen enkel openbaar onderzoek is gestart sinds 16 maart jl.?

- Waarom werd er geen besluit aangenomen om te specificeren dat de lopende openbare onderzoeken zouden worden opgeschort en dat geen enkel nieuw openbaar onderzoek nog mocht starten gedurende de opschortingsperiode?

- Is er duidelijk en coherent gecommuniceerd naar de gemeenten toe? Over welke beoordelingsmarge beschikken zij om de indiening van de vergunningsaanvragen te beheren?

- Indien de huidige opschortingsperiode verlengd zou worden, welke maatregelen worden dan onderzocht om te voorkomen dat sommige dossiers een onredelijke vertraging zouden oplopen, rekening houdend met de bestaande digitale proceduremogelijkheden?

- Wordt de mogelijkheid onderzocht om een dossier over een ontwerp van beslissing die niet gepaard gaat met een openbare bijeenkomst via elektronische weg ter beschikking te stellen aan het publiek?
 
 
Antwoord    1.
Er moet worden benadrukt dat volmachtbesluit nr. 2020/001 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 2 april 2020 betreffende de tijdelijke opschorting van de verval- en beroepstermijnen die vastgelegd zijn in de Brusselse wetgeving en reglementering of die op grond daarvan zijn ingevoerd er niet toe heeft geleid dat de behandeling van stedenbouwkundige vergunningsaanvragen verhinderd werd.

Enkel de dossiers waarvan de behandeling maatregelen vereiste die onverenigbaar zijn met de opgelegde regels in het kader van de inperking, werden geschorst. Dat is het geval voor de openbare onderzoeken en de overlegcommissies, die op een deelname van het publiek bogen.

Als gevolg van de afkondiging van de derde versoepelingsfase zijn veel obstakels nu opgeheven. Daardoor kunnen de openbare onderzoeken en overlegcommissies opnieuw worden georganiseerd, op voorwaarde dat social distancing en de beschermingsmaatregelen strikt worden nageleefd.

Bijgevolg kan de behandeling van alle lopende dossiers nu worden hernomen.


2.
Buurtbewoners van een project kunnen enkel bij de Raad van State een beroep indienen. Als derden zijn ze namelijk niet ontvankelijk om voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering op te treden.

In dat opzicht werd koninklijk besluit nr. 12 van 21 april 2020 met betrekking tot de verlenging van de termijnen van de rechtspleging voor de Raad van State en de schriftelijke behandeling van de zaken aangenomen.

Dat besluit voorziet de volgende hoofdmaatregelen:

- de termijnen voor de indiening en behandeling van de procedures voor de afdeling bestuursrechtspraak, die vervallen tijdens de periode van 9 april 2020 tot en met 3 mei 2020, worden automatisch verlengd tot dertig dagen na afloop van die periode;
- de vorderingen tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid worden via een schriftelijke procedure behandeld of, bij uitzondering, via een videoconferentie/zitting op Skype;
- alle andere verzoeken en beroepen kunnen zonder openbare zitting worden behandeld, als alle partijen dat verzoeken of daarvoor hun akkoord geven;

Er werd een koninklijk besluit van 4 mei 2020 aangenomen tot verlenging van sommige maatregelen genomen bij het koninklijk besluit nr. 12 van 21 april 2020 met betrekking tot de verlenging van de termijnen van de rechtspleging voor de Raad van State en de schriftelijke behandeling van de zaken.

Als de schriftelijke procedures worden voortgezet, zijn de behandelingstermijnen van de beroepen niet aan een nieuwe verlenging onderworpen.

In elk geval moet worden benadrukt dat, overeenkomstig de rechtspraak van de Raad van State, de termijn van 60 dagen waarin een derde een beroep bij de Raad van State kan indienen slechts ingaat als de derde voldoende kennis heeft verworven van het project, wat inhoudt dat hij een afschrift van de betwiste beslissing heeft kunnen verkrijgen, op voorwaarde althans dat hij alles in het werk heeft gesteld om het te verkrijgen.

Als dergelijke kennis ontbreekt, gaat de beroepstermijn niet van start.


3.
Geen enkel openbaar onderzoek na 16 maart 2020 werd ons ter kennis gebracht.

In elk geval moet erop worden gewezen dat ik op 16 maart 2020 een e-mail heb verstuurd naar de burgemeesters en schepenen met het verzoek om de tot en met 3 april geplande overlegcommissies te annuleren en uit te stellen tot nader order. Op 3 april 2020 heb ik de gemeentes van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een brief gestuurd om hen in te lichten over de aanname van volmachtbesluit nr. 2020/001 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 2 april 2020 betreffende de tijdelijke opschorting van de verval- en beroepstermijnen die vastgelegd zijn in de Brusselse wetgeving en reglementering of die op grond daarvan zijn ingevoerd en de daarmee samenhangende opschorting van de organisatie van de speciale regelen voor openbaarmaking (openbare onderzoeken en overlegcommissies).


4.
Het is belangrijk om te benadrukken dat de verlenging van de schorsing van de termijnen tot 15 juni 2020 niet heeft geleid tot een verbod van elk openbaar onderzoek tussen 1 en 15 juni 2020, in de mate dat de opgelegde versoepelingsmaatregelen niet onverenigbaar zijn met het houden van een openbaar onderzoek zoals dat het geval was in het kader van de inperking. Het volmachtbesluit betreffende de opschorting van de termijnen heeft enkel betrekking op een opschorting van de
termijnen. Het was een duidelijke wil van de Regering om enkel de termijnen te schorsen, en niet de akten en beslissingen die tijdens deze opschortingsperiode werden genomen, om zo de vergunningverlenende overheden de kans te geven om, waar mogelijk, de behandeling van de procedures voor stedenbouwkundige vergunningsaanvragen voort te zetten. Dat werd uitdrukkelijk vermeld in artikel 2 van het besluit: “De tijdens deze opschortingsperiode aangenomen akten en beslissingen zijn volledig rechtsgeldig.”

Het door het federale niveau opgestelde kader van geleidelijke versoepeling, in het bijzonder fase 1b vanaf 10 mei en fase 2 vanaf 18 mei, dat voornamelijk meer toegestane verplaatsingen voorziet, maakte de organisatie van de openbare onderzoeken en overlegcommissies vanaf 1 juni 2020 mogelijk.


5.
Ik heb de gemeentes meermaals ingelicht. Hieronder herneem ik al die communicatie.

Op 16 maart 2020 heb ik een e-mail verstuurd naar de burgemeesters en schepenen met het verzoek om de tot en met 3 april geplande overlegcommissies te annuleren en uit te stellen tot nader order.

Op 2 april 2020 nam de Regering volmachtbesluit nr. 2020/001 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering aan betreffende de tijdelijke opschorting van de verval- en beroepstermijnen die vastgelegd zijn in de Brusselse wetgeving en reglementering of die op grond daarvan zijn ingevoerd, alsook alle termijnen waarvan de overschrijding juridische gevolgen met zich meebrengt.

Op 3 april 2020 heb ik een brief gestuurd naar de gemeentes van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering waarin ik ze inlichtte over:

- de aanname van volmachtbesluit nr. 2020/001;
- de daarmee samenhangende opschorting van de organisatie van de speciale regelen voor openbaarmaking (openbare onderzoeken en overlegcommissies).

Op 10 april 2020 heb ik een brief gestuurd naar Brulocalis, waarin stond welke maatregelen moesten worden genomen voor de openbare onderzoeken die aan de gang waren of vanaf 16 maart 2020 georganiseerd moesten worden.

Sinds 13 april 2020 is ook een specifieke publicatie ter attentie van de gemeentes van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest beschikbaar op het FAQ-platform dat door
urban.brussels werd opgericht in het kader van de wijziging van het BWRO.

Op 24 april 2020 heeft urban op mijn verzoek een brief gestuurd naar de gemeentes om na te vragen of ze, intern, denkoefeningen hadden gevoerd over wettelijk aanvaardbare maatregelen die nuttig zouden kunnen zijn in het versoepelingskader. Die denkoefeningen maken het mogelijk om een weloverwogen beslissing te nemen en om maatregelen te bepalen die aan de noden van de gemeentes voldoen.

De grote meerderheid van de gemeentes heeft ons hun denkoefeningen bezorgd. Op basis van dat overleg heb ik de Regering een geheel aan maatregelen voorgelegd om de behandeling van stedenbouwkundige vergunningsaanvragen te herlanceren (‘versoepelingsstrategie’). Het gaat om een verlenging van de termijnen, de hervatting van de openbare onderzoeken en overlegcommissies en de aanplakking van de stedenbouwkundige beslissingen.
Op 13 mei 2020 heb ik de schepenen van Stedenbouw gevraagd om ons hun laatste opmerkingen en suggesties te bezorgen over de basisprincipes van de versoepelingsstrategie, goedgekeurd door de Regering.

Op 18 mei 2020 werd een officiële brief verstuurd naar de burgemeesters en schepenen, waarin werd aangegeven welke maatregelen moesten worden genomen tijdens de (re)organisatie van de openbare onderzoeken en overlegcommissies vanaf 1 juni 2020. In die brief heb ik ook de aanname van twee volmachtbesluiten meegedeeld, het ene met betrekking tot de opschorting van sommige termijnen en het andere met betrekking tot de aanplakking van de stedenbouwkundige beslissingen.

Op 28 mei 2020 heb ik een brief verzonden naar de gemeentes met daarin uitleg over de sectorale maatregelen die het voorwerp van een volmachtbesluit uitmaken, met name:

- volmachtbesluit nr. 2020/038 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot verlenging van sommige termijnen uit het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening en uit de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen;
- volmachtbesluit nr. 2020/037 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 25 april 2019 tot bepaling van de vorm en van de procedures voor de bekendmaking en de terbeschikkingstelling van de beslissingen, genomen door het college van burgemeester en schepenen, de gemachtigde ambtenaar en de Regering inzake stedenbouwkundige vergunningen, verkavelingsvergunningen en stedenbouwkundige attesten.

Op 5 juni 2020 heb ik een brief gestuurd naar de gemeentes van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest met daarin de bevestiging van de reorganisatie van de openbare onderzoeken en overlegcommissies als gevolg van de afkondiging van de derde versoepelingsfase door de Nationale Veiligheidsraad.

Op 12 juni 2020 heb ik de volmachtbesluiten, goedgekeurd in laatste lezing, en de daaraan verbonden verslagen aan de Regering, meegedeeld.
Bovendien houden mijn kabinet, urban.brussels, vertegenwoordigers van de gemeentes en Brulocalis maandelijkse vergaderingen.


6.
In deze fase zijn de bestaande digitale proceduremogelijkheden de volgende:

- de raadpleging van het dossier onderworpen aan een openbaar onderzoek kan op de site openpermits.brussels gebeuren;
- op voorwaarde dat de aanvrager en alle indieners van een bezwaar hun akkoord hebben gegeven, kan de overlegcommissie via videoconferentie plaatsvinden (die mogelijkheid werd toegevoegd per volmachtbesluit nr. 2020/038 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot verlenging van sommige termijnen uit het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening en uit de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen);
- het afschrift van een stedenbouwkundige vergunning kan per mail worden bezorgd, overeenkomstig het gezamenlijk decreet en ordonnantie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en de Franse Gemeenschapscommissie van 16 mei 2019 betreffende de openbaarheid van bestuur bij de Brusselse instellingen.

Overigens moet worden meegegeven dat het digitaliseringsproject van de behandelingsprocedures van de stedenbouwkundige vergunningen eind 2019 werd aangevat en zal blijven doorgaan.


7.
De dossiers die aan een openbaar onderzoek worden onderworpen zijn al vrij raadpleegbaar op het platform openpermits.brussels.

In de veronderstelling dat het dossier niet aan een openbaar onderzoek wordt onderworpen, kan elke bestuurde er overigens op eenvoudig verzoek een afschrift van verkrijgen, overeenkomstig het gezamenlijk decreet en ordonnantie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en de Franse Gemeenschapscommissie van 16 mei 2019 betreffende de openbaarheid van bestuur bij de Brusselse instellingen.

Enkel de communicatie van architectenplannen ondervindt beperkingen omdat elke communicatie op voorhand door de architect moet worden toegestaan.