Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de werking van de gemeentelijke organen tijdens de coronaviruscrisis.

Indiener(s)
Christophe De Beukelaer
aan
Bernard Clerfayt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering, Plaatselijke Besturen en Dierenwelzijn (Vragen nr 266)

 
Datum ontvangst: 22/04/2020 Datum publicatie: 16/06/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 11/06/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
12/05/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Op 6 april 2020 nam uw regering een besluit aan betreffende de werking van de gemeentelijke organen in het kader van de coronaviruscrisis. Concreet kan het college van burgemeester en schepenen nu alle bevoegdheden van de gemeenteraad uitoefenen. Kortom, de bijzondere bevoegdheden worden ook op gemeentelijk niveau toegepast.

Het college moet echter drie voorwaarden in acht nemen: de beslissingen moeten worden verantwoord door de urgentie van de huidige situatie, de beslissingen moeten worden voorgelegd aan de toezichthoudende autoriteit en de gemeenteraad moet elke week op de hoogte worden gehouden van de genomen beslissingen.

Andere regelingen zijn getroffen: de gemeenteraden en -collega's kunnen virtueel vergaderen, gemeenteraadsleden kunnen schriftelijke vragen blijven stellen en de elektronische ondertekening wordt mogelijk gemaakt.

Gelet op de toezichthoudende rol van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wens ik een antwoord op volgende vragen:

- Ontvangt u in de praktijk wel degelijk de beslissingen van alle gemeentecolleges? Zo niet, welke gemeente(s) vormen dan een probleem?

- Wordt de tweede voorwaarde met betrekking tot de "urgentie van de huidige situatie" ook door elk van de colleges in acht genomen? Zo niet, welke gemeente(s) stelt (stellen) het probleem? Hebben alle gemeenten gemeenteraden gehouden? Hoe laat u toezicht uitoefenen op deze voorwaarde?

- Worden de gemeenteraden nauwgezet op de hoogte gehouden van de besluiten van de Colleges? Zo ja, hoe zorgt elk van de Colleges voor deze openbaarheid? Is er sprake van een geharmoniseerde aanpak tussen de gemeenten?

- Hoe worden de gemeenteraden in elke gemeente gehouden (fysiek, e-mail, videoconferenties)? Bestaat er een trend dat een van deze drie mogelijkheden het vaakst voorkomt? Zijn er klachten geweest van raadsleden die geen antwoord hebben gekregen op hun schriftelijke vraag of vragen?

- Werden nog andere misstanden opgemerkt door uw diensten? Zo ja, welk soort misstand?
 
 
Antwoord    De administratie heeft beslissingen ontvangen van het college van burgemeester en schepenen van elke gemeente. Het informaticasysteem dat de dossiers beheert, is echter niet bedoeld om informatie te verschaffen over het feit dat het om een besluit gaat van het college dat al dan niet optreedt in de plaats van de gemeenteraad.

Er zijn geen klachten bij de administratie binnengekomen over de voorwaarden van de "urgentie van de huidige situatie”.

Voor wat betreft de precieze elementen van de motivering van "de urgentie van de huidige situatie" die door het college moet worden gegeven, dient er hoe dan ook aan herinnerd te worden dat, wanneer de urgentie geen belemmering vormt voor een "virtueel" besluit van de gemeenteraad overeenkomstig artikel 3 van het besluit van 6 april 2020 (Volmachtbesluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering nr. 2020/003 betreffende de werking van de gemeentelijke organen in het kader van de gezondheidscrisis COVID-19), in combinatie met artikel 87 van de Nieuwe Gemeentewet, het besluit blijft behoren tot de gemeenteraad, met uitsluiting dus van het college.

Wanneer het college optreedt in de plaats van de gemeenteraad, moet het, overeenkomstig artikel 1 van het voornoemde besluit van 6 april 2020, de urgentie van zijn optreden en derhalve de dringende noodzaak van de maatregelen in verband met de gezondheidscrisis COVID-19 motiveren.

Als het college aantoont dat er dringend actie moet worden ondernomen in verband met de gezondheidscrisis, in die mate dat het niet mogelijk is dat de gemeenteraad bijeenkomt, zal deze dan ook, de dringende noodzaak van zijn optreden moeten aantonen.

De vereiste dat er een motivering moet worden gegeven voor de urgentie en de dringende noodzaak om op te treden, mag, in voorkomend geval, beknopt zijn voor zover deze duidelijk, relevant en gegrond is, en moet de bestemmeling van het besluit, de toezichthoudende overheid en eventueel de administratieve rechter toelaten de bevoegdheid van de auteur van de akte te beoordelen.

In dit verband heeft de afdeling Wetgeving van de Raad van State zeer zorgvuldig gekeken naar de restrictieve voorwaarden waaronder het college in de plaats zou kunnen treden van de gemeenteraad, teneinde het grondwettelijk kader van artikel 162 van de Grondwet te eerbiedigen, waarvan de gewestelijke Regering niet kon afwijken, ook al heeft het gehandeld op grond van de bijzondere machten die de wetgever hem heeft verleend. De afdeling Wetgeving heeft namelijk uitdrukkelijk rekening gehouden met het feit dat de substitutiemogelijkheid van het college beperkt was door de urgentie en de dringende noodzaak.

BPB is zeer attent voor wat betreft de motivering waarom de besluiten van de colleges dringend noodzakelijk zijn. Er zijn geen klachten ontvangen over misbruik van het inroepen van de urgentie.


Voor wat betreft de wijze waarop de colleges de gemeenteraden informeren over de besluiten die zij hebben genomen in het kader van artikel 1 van het voornoemde bijzonderemachtenbesluit is er in de 19 gemeenten geen sprake van een geharmoniseerde aanpak.

Artikel 104, derde lid, van de Nieuwe Gemeentewet voorziet dat alle beslissingen van het college van burgemeester en schepenen “worden opgenomen in de notulen en in het register van de beraadslagingen bedoeld in artikel 108: alleen de beslissingen kunnen rechtsgevolgen hebben.”

Het register van de beraadslagingen van het college vormt de minimumgrondslag voor de aan de gemeenteraad te verstrekken informatie, op de wijze die eigen is aan elke gemeente.

Bij gebreke van een bij de gewestelijke toezichthoudende overheid geregistreerde klacht kan worden aangenomen dat de gemeenteraden op de hoogte zijn gebracht van de besluiten van de colleges.

Ik ben me echter bewust van het uitzonderlijke karakter van de werking van de gemeentelijke organen deze laatste maanden en heb dan ook aan BPB gevraagd om de gemeenten te bevragen over de concrete uitvoering van hun verplichting de beslissingen over te maken zoals voorzien in het bijzonderemachtenbesluit en me verslag uit te brengen. Dit verslag zal toelaten om de correcte toepassing van hun verplichtingen in het kader van de werking van hun organen in de crisistijd te beoordelen.

Uit de databank blijkt dat elk van de 19 gemeenten gedurende de eerste lockdownperiode ten minste één gemeenteraad heeft gehad.

Elke gemeente is anders uitgerust waardoor de praktische organisatie van deze gemeenteraden varieerde naar gelang de gemeente (fysiek, e-mails, videoconferenties). Vergaderingen van de gemeenteraad vonden fysiek, per e-mail, videoconferentie of gedeeltelijk fysiek en gedeeltelijk virtueel plaats, zonder dat een meerderheidstrend in deze mogelijkheden kon worden vastgesteld. Het bijzonderemachtenbesluit voorziet namelijk niet in een inventarisatie hiervan.

Geen enkel gemeenteraadslid heeft bij de toezichthoudende overheid geklaagd over het feit dat geen antwoord is gegeven op schriftelijke vragen.

De toezichthoudende overheid heeft geen misbruik vastgesteld van de toepassing van het bijzonderemachtenbesluit betreffende de werking van de gemeentelijke organen in het kader van de gezondheidscrisis COVID-19.