Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de berekeningsmethode voor de premies die worden toegekend aan de sectoren in moeilijkheden.

Indiener(s)
Alexia Bertrand
aan
Barbara Trachte, staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Economische Transitie en Wetenschappelijk Onderzoek (Vragen nr 133)

 
Datum ontvangst: 27/05/2020 Datum publicatie: 17/07/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 16/07/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
28/05/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Ter aanvulling van mijn informatie over de recente beslissingen van de Brusselse regering om de activiteitensectoren die het zwaarst getroffen zijn door de coronacrisis te steunen, wil ik u de volgende vragen stellen:

- Welke parameters en indicatoren werden in aanmerking genomen voor de berekening van de premies die aan de verschillende sectoren zullen worden toegekend? Bijvoorbeeld, op welke criteria zijn de sluitingspremies, de premies voor de taxi’s en de premies voor elke activiteitensector die verplicht moest sluiten gebaseerd? Kunt u uw antwoord opsplitsen volgens het prioritaire karakter van de in aanmerking genomen factoren?

- Welke verklaring kunt u geven voor de verschillen tussen de sluitingspremies (4.000 euro), de premies voor de sociale inschakelingsbedrijven (4.000 euro), de premie voor de taxisector (3.000 euro) en ten slotte de premies voor zelfstandigen (2.000 euro)?

- Meer specifiek zou ik graag nadere details krijgen over de methode die werd toegepast om de premies voor zelfstandigen te berekenen?

- Zijn de aldus uitgekeerde premies cumulatief? Kan in dit geval een sociaal inschakelingsbedrijf een premie van 4.000 euro voor steun aan de sector ontvangen en daarbovenop een sluitingspremie van 4.000 euro?

- Wat is in voorkomend geval de rechtsgrondslag die het cumulatieve karakter van die premies verantwoordt – of verhindert, in het tegenovergestelde geval?
 
 
Antwoord    Ik kan u hier alleen antwoorden met betrekking tot de premies die in het kader van mijn directe bevoegdheden zijn ingesteld, namelijk de zogenaamde ‘eenmalige’ premie van 4.000 euro bestemd voor handelszaken en ondernemingen die moesten sluiten als gevolg van het federale ministeriële besluit van 23 maart 2020 en de zogenaamde ‘compensatiepremie’ bestemd voor Brusselse ondernemingen die zwaar getroffen werden door de crisis, maar die niet onderworpen werden aan een sluitingsverplichting in de strikte zin van het woord.

Voor de andere premies (taxi, culturele en creatieve sector, sociale economie, dienstencheques, enz.) stel ik u voor om contact op te nemen met de bevoegde ministers, namelijk de minister-president voor de taxipremie, minister Bernard Clerfayt voor de premie voor de culturele en creatieve sector en de premies voor de actoren van de sociale economie en de dienstencheques.

Wat de ‘eenmalige’ premie betreft, is een zorgvuldige studie uitgevoerd door de teams van Brussel Economie en Werkgelegenheid, om zo goed mogelijk aan te sluiten bij de sluitingsverplichting als gevolg van het federale ministeriële besluit van 23 maart 2020. De reikwijdte ervan is trouwens na enkele weken uitgebreid om zo goed mogelijk aan deze wens tegemoet te komen. Het leek ons belangrijk om vanaf het begin van de lockdown snel de ondernemingen te ondersteunen die hun activiteiten niet meer legaal konden voortzetten.

De teams van Brussel Economie en Werkgelegenheid konden op basis van de btw-plicht een schatting maken van het aantal ondernemingen dat aan deze verplichting was onderworpen, waardoor we een raming konden maken van het voor deze premie benodigde budget.

Het bedrag van 4.000 euro is zo vastgelegd dat tegelijk rekening wordt gehouden met het aantal te ondersteunen ondernemingen, het bedrag dat nodig is om deze steun aanzienlijk te laten zijn en de begroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Wat de zogenaamde compensatiepremie van 2000 euro betreft, heb ik de reikwijdte ervan en de wijze waarop we de modus operandi ervan hebben bepaald, meermaals aan het Parlement kunnen uitleggen. U vindt de belangrijkste informatie op de website van de dienst 1819:
https://1819.brussels/blog/la-prime-de-2000-euros-pour-les-micro-entreprises-et-independants-bruxellois-est-disponible.

We hebben dus de beleidsdoelstelling inzake de ondersteuning van degenen die dat het meest nodig hadden, moeten verzoenen met de economische efficiëntie - namelijk de noodzaak om deze premies snel ter beschikking te kunnen stellen van de Brusselse bedrijven -, de rechtszekerheid en de operationele capaciteit van onze administraties. Zodra de beslissing was genomen om zich te baseren op de toekenning van het overbruggingsrecht en het gebruik van de tijdelijke werkloosheid vanwege COVID-19, hebben contacten met de verzekeringsfondsen voor zelfstandigen ons in staat gesteld het aantal potentiële begunstigden te schatten en zo het bedrag van de premie te valideren, zoals het geval was voor de premie van 4.000 euro.

Het niet-cumulatieve karakter van deze premies wordt vermeld in het bijzonderemachtenbesluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering nr. 2020/030 betreffende de steun aan ondernemingen die een terugval van hun activiteit ondergaan als gevolg van de gezondheidscrisis COVID-19, waarin de zogenaamde compensatiepremie van 2.000 euro is gedefinieerd.

In artikel 4, § 2, is immers het volgende bepaald: “De steun kan niet worden gecumuleerd met enige andere premie die in het kader van de COVID-19-crisis aangevraagd is aan een gewest, een gemeenschap of een instelling van openbaar nut die afhankelijk is van een van deze entiteiten.”