Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de follow-up van de gevolgen van de CETA voor de Brusselse bedrijven.

Indiener(s)
Geoffroy Coomans de Brachène
aan
Pascal Smet, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Stedenbouw en Erfgoed, Europese en Internationale Betrekkingen, Buitenlandse Handel en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (Vragen nr 164)

 
Datum ontvangst: 04/06/2020 Datum publicatie: 01/07/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 23/06/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
05/06/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Op 5 maart jongstleden1 heeft de Commissie belast met de Europese Aangelegenheden vier burgers gehoord die gebruik hebben gemaakt van het petitierecht om ervoor te pleiten dat het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een "CETA-vrij Gewest" zou zijn.

De Brede Economische en Handelsovereenkomst (CETA - Comprehensive and Economic Trade Agreement) is een handelsovereenkomst tussen de EU en Canada. Die heeft tot doel de handel te stimuleren en de groei en de werkgelegenheid te ondersteunen. Daartoe heeft die tot doel de invoertarieven en andere handelsbelemmeringen tussen de EU en Canada te verminderen, de hoge normen te beschermen die Europa heeft ontwikkeld op gebieden als voedselveiligheid, werknemersrechten en milieubescherming en de democratie te respecteren
2.

Het Waalse agentschap voor export en buitenlandse investeringen (AWEX) wilde de impact van deze overeenkomst op de Waalse activiteiten meten en nagaan welke belemmeringen er eventueel nog zouden bestaan voor de export naar Canada via het CETA-markttoegangsprogramma
3.

In 2017 en 2018 steeg de Waalse export naar Canada met respectievelijk 118,5% en 52,4%. De Belgische export van technologische producten naar Canada is sinds 2016 sterk gegroeid: machines (+63%), transportproducten (+755%), metalen en materialen (+168%)
4.

Daarom zou ik op basis van bovenstaande informatie graag verduidelijking krijgen over de volgende elementen:

- In Brussel hebben verschillende initiatieven plaatsgevonden, zoals het CETA-seminar van Hub.brussels, om Europese bedrijven, met name kmo's, te informeren over de nieuwe perspectieven die voor hen openstaan op de Canadese markt en om hun handelsbetrekkingen met Canada te vergemakkelijken. Wat waren de conclusies van dit seminar?

- Heeft Hub.brussels de impact van de overeenkomst op de activiteit in Brussel gemeten? Wie zijn de begunstigden van de overeenkomst? Heeft u cijfers over de export van Brussel naar Canada?


1 https://plus.lesoir.be/284698/article/2020-03-04/5000-bruxelloises-vont-plaider-pour-une-region-hors-ceta-au-parlement-regional
2 https://ec.europa.eu/trade/policy/in-focus/ceta/ceta-chapter-by-chapter/index_fr.htm
3 http://euccan.com/fr/bienvenue-sur-le-site-de-leuccan/
4 Bron FEB
 
 
Antwoord    1. Het handelsbeleid is de bevoegdheid van de Europese Commissie, maar als ‘Trade Promotion Organisation’ zorgt hub.brussels, net als de Waalse en Vlaamse exportagentschappen, ervoor dat de Brusselse bedrijven worden ingelicht over de zakenkansen die de vrijhandelsakkoorden inhouden.

Het doel van het seminarie waarnaar u verwijst, was om uit te leggen hoe het CETA de vennootschappen in de volgende 4 thema's kan helpen:

· overheidsopdrachten: toegang tot Canadese offerteaanvragen (alle niveaus) voor de ondernemingen van de EU
· Mobiliteit van arbeidskrachten - werknemers: welke diensten zouden zonder werkvergunning kunnen worden geleverd? Voor welke diensten is een werkvergunning nodig?
· Erkenning van de Titels en Kwalificaties
· Certificering van de producten: wat is de huidige situatie?

Door het gebrek aan Brusselse deelnemers moest dit seminarie worden geannuleerd.

In samenwerking met de zoneverantwoordelijken voor Noord-Amerika geven de economische en handelsattachés bevoegd voor respectievelijk de Canadese markt en de Europese instellingen tijdens contacten met de ondernemingen wel informatie mee die hen specifiek aangaat inzake het CETA en de kansen die dit vrijhandelsakkoord biedt.

Zij staan ook in contact met het ‘CETA Market Access Program’.


2. Het CETA is een vrijhandelsakkoord van de tweede generatie. Dat betekent dat het niet alleen gaat om de afschaffing van tariefbeperkingen (in- en uitvoerrechten) maar ook (en vooral) van niet-tarifaire obstakels, waarvan de belangrijkste zijn (niet-volledige lijst):

· toegang tot overheidsopdrachten
· wederzijdse erkenning van de respectieve normen en certificaten
· vlotte verplaatsing van de werknemers (theoretisch mogelijke formaliteiten in de toegangshaven en werkvergunningen/verblijfsvisa tot een jaar voor het ingezette personeel)
· vereenvoudigde diploma-erkenning.

De rechtstreekse impact op de Brusselse export is extreem moeilijk exact vast te stellen maar de hierna gegeven cijfers vertonen een positieve evolutie van de handelsbalans van de goederenhandel tijdens de afgelopen jaren.

Concreet, inzake het Brusselse kantoor van Montreal, is de activiteit altijd ondersteund geweest, zonder erg afgetekend ‘CETA-effect’ na de voorlopige inwerkingtreding van het akkoord in september 2017.

Hoewel het spectaculairste effect van de voorlopige inwerkingtreding van het CETA de verlaging tot 0 van de douanerechten van bijna 98% van de producten is - met een quotaverhoging en een vermindering in tijd van de rechten op de resterende 2% -, moet worden vastgesteld dat dat geen erg grote rechtstreekse impact heeft gehad voor onze exporteurs. Verschillende exporteurs hebben uitgelegd dat de rechten op hun producten al op 0 of zeer laag lagen; voor hen heeft het CETA dus geen markt geopend die tot dan onbereikbaar was als gevolg van buitensporige douanetarieven. Ook al moeten er zeker uitzonderingen bestaan.

Wat het Brusselse kantoor van Vancouver betreft, hebben specifiek twee ondernemingen een beroep gedaan op niet-tarifaire bepalingen van het CETA. Eén van beide deed dat inzake de mobiliteit van de werknemers, de andere inzake de mobiliteit maar ook de toegang tot openbare offerteaanvragen. Een derde onderneming is de toepassing van het Akkoord in geval van architectuuropdrachten aan het ‘testen’, maar de gezondheidscrisis heeft dat dossier vertraagd.

Het aspect van niet-tarifaire maatregelen zorgt tot slot ook voor een investeringspotentieel van Canadese bedrijven in Brussel als hub voor de Europese markt (met inbegrip van de overheidsopdrachten maar ook dankzij een vlottere beweging van werknemers).

In dat opzicht werd in oktober 2019 een investeringstournée georganiseerd in Vancouver, evenals in Victoria, Calgary en Edmonton, om de investeringsmogelijkheden van het CETA voor Canadese bedrijven uit te leggen. Doordat investeringen tijd vergen om concreet te worden, is het te vroeg om het succes daarvan in te schatten.

De goederenexport1 van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest naar Canada is gestegen van 14,9 miljoen euro in 2018 naar 26,1 miljoen euro in 2019, wat neerkomt op een stijging van 75%. Er moet worden opgemerkt dat er in 2016 en 2017 al sprake was van een verhoging van 73% van de goederenexport (van 8,7 miljoen euro naar 15,2 miljoen euro), voordat die tussen 2017 en 2018 stagneerde.

Die exportgroei naar Canada, gekoppeld aan een afgenomen goederenimport uit dat land, heeft de dynamiek van de handelsbalans drastisch gewijzigd: van een tekort van 20,7 miljoen euro in 2016 ging het Brussels Hoofdstedelijk Gewest naar een handelsoverschot van 19,9 miljoen euro in 2019 (4,1 miljoen euro in 2017, 8,3 miljoen euro in 2018).

Onder de hoofdcategorieën van uitgevoerde goederen van het BHG naar Canada, en in duidelijke groei sinds 2016, noteren we:

- ‘machines, toestellen en elektrotechnisch materieel, alsmede delen daarvan: toestellen voor het opnemen of het weergeven van geluid, voor het opnemen of het weergeven van beelden en geluid voor televisie, alsmede delen en toebehoren van deze toestellen’: 41,18%, ofwel 10,7 miljoen EUR (verhoging van 1.356 % ten opzichte van 2016);
- ‘onedele metalen en werken daarvan’: 28,47%, ofwel 7,4 miljoen EUR (verhoging van 66% ten opzichte van 2016);
- ‘producten van de chemische en van de aanverwante industrieën’: 19,1%, ofwel 5 miljoen EUR (verhoging van 267% ten opzichte van 2016)

Bron: NBB (cijfers gebaseerd op het nationale concept)


1 De statistieken inzake de gewestelijke uitvoer van diensten zijn niet beschikbaar.