Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende artikel 253 van het BWRO

Indiener(s)
Marie Nagy
aan
Rudi Vervoort, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van gewestelijk Belang (Vragen nr 264)

 
Datum ontvangst: 18/05/2020 Datum publicatie: 11/08/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 04/08/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
19/06/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Artikel 253 van het BWRO stelt het volgende:

§ 1. De Regie maakt een globale inventaris op van de op het Brussels Hoofdstedelijk Grondgebied gelegen niet-uitgebate bedrijfsruimten en houdt die inventaris bij. De Regering stelt de vorm van de inventaris van de niet uitgebate bedrijfsruimten vast en bepaalt de vermeldingen die erin moeten voorkomen.

§ 2. De Regie opent de procedure tot opname in de inventaris van de niet-uitgebate bedrijfsruimten:
1° op voorstel van de gemeente waarin het goed gelegen is;
2° of op eigen initiatief.

§ 3. De Regering stelt de modaliteiten van de opname in de inventaris van de niet-uitgebate bedrijfsruimten vast, evenals die van de raadpleging van de informatie die erin is opgenomen.

Graag een antwoord op volgende vragen:

- Wordt dit artikel werkelijk gevolgd?

- Werden uitvoeringsbesluiten genomen?

- Stelt het Gewest een dergelijke inventaris op? Kan hij worden geraadpleegd?

- Welke Regie neemt ruimtes op in de inventaris?

- Welk beleid voert het Gewest ter bestrijding van niet gebruikte ruimtes?
 
 
Antwoord    De ordonnantie betreffende de rehabilitatie en de herbestemming van de niet-uitgebate bedrijfsruimten werd goedgekeurd op 18 december 2003 en in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt op 12 januari 2004. Op die datum is zij in werking getreden. De tekst ervan, die inmiddels gecodificeerd is in het BWRO, werd goedgekeurd aan het einde van de derde legislatuur van de regering Ducarme (6 juni 2003 – 18 februari 2004) en werd noch door die regering, noch door de volgende uitgevoerd. Bij gebrek aan een uitvoeringsbesluit is de ordonnantie dus nooit ten uitvoer gebracht en werd evenmin een inventaris van de niet-uitgebate bedrijfsruimten opgesteld.

Het is nu ook niet zo dat de Regering op dat vlak niets doet. Zo pakt zij de leegstand van bedrijfsruimten, die in het Brussels Gewest door de grote bebouwingsdichtheid algemeen genomen niet zoveel voorkomt, aan met behulp van allerlei grondbeleidsinstrumenten, zoals het voorkooprecht en het gewestelijke industriebeleid.