Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende discriminatie in de sector van de technologische start-ups.

Indiener(s)
Michaël Vossaert
aan
Barbara Trachte, staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Economische Transitie en Wetenschappelijk Onderzoek (Vragen nr 153)

 
Datum ontvangst: 18/06/2020 Datum publicatie: 16/09/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 15/09/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
29/06/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Zoals we allemaal weten, bestaat een van de prioriteiten van de Strategie 2025 erin van het Brussels Gewest een permanente innoverende pool te maken waarin het digitaal ondernemen zich zal ontwikkelen, aldus de aantrekkingskracht van ons Gewest zal vergroten en tegelijk de werkgelegenheid zal aanzwengelen.

Deze prioriteit is in feite volledig relevant, aangezien de sector van de nieuwe technologieën en de informatie- en communicatietechnologieën volgens de OESO tegen 2025 meer dan 900.000 extra banen zal scheppen in Europa.

De digitale technologie zal dus ongetwijfeld zorgen voor werkgelegenheid in de komende jaren en zodoende ook voor integratie.

Tijdens de vorige zittingsperiode werden een aantal projecten opgezet om de vrouwen beter te integreren in deze door mannen gedomineerde bedrijven. In 2017 heeft minister Didier Gosuin tevens het platform Women in Tech opgezet om vrouwen te sensibiliseren voor de beroepen van de nieuwe technologieën.

Niet alleen de discriminatie van vrouwen, maar alle vormen van discriminatie in deze sector dienen te worden aangepakt. Begin juni is een panel van actoren van het Brusselse ecosysteem "tech", samengebracht door de internetsite Startup Vie, bijeengekomen rond een (virtuele) tafel om het gebrek aan diversiteit in het Brusselse ecosysteem van ondernemers, inzonderheid in de kleine wereld van de technologische startups - te bespreken.

De werkgroep heeft verschillende actiepunten naar voren geschoven, waaronder de oprichting van een investeringsfonds met positieve discriminatie om het gebrek aan diversiteit te compenseren.

In dat verband wens ik u de volgende vragen te stellen:

- Beschikt u over cijfers over de diversiteit in de bedrijven en start-ups van de nieuwe technologieën?

- Hebt u kennis genomen van de actiepunten van de werkgroep?

- Wordt de oprichting van een investeringsfonds met positieve discriminatie overwogen?

- Wordt er thans grondig gewerkt aan de aanpak van discriminatie in deze veelbelovende sector?
 
 
Antwoord    Ik dank u voor uw vraag betreffende het gebrek aan diversiteit in het Brusselse ecosysteem van de technologische startups. Dit is namelijk een thema dat ons nauw aan het hart ligt.

Het Netwerk Ondernemen Brussel heeft inderdaad vastgesteld dat de Brusselse tech-wereld gedomineerd wordt door blanke mannelijke dertigers met een diploma.

Op Europese schaal blijkt uit een peiling van het risicokapitaalfonds Atomico onder 1200 Europese starters dat in 2019 92 van de 100 euro die door Europese starters zijn opgehaald, door mannen zijn opgehaald, 7,6 door gemengde teams en 0,40 door vrouwen.

De barometer 2019 van vrouwelijk ondernemerschap die door hub.brussels gepubliceerd wordt, bevestigt dit gebrek aan diversiteit. Dit blijkt meer bepaald uit de twee onderstaande gegevens:
· vrouwen zijn beduidend minder vertegenwoordigd in de raden van bestuur van bedrijven uit de informatie- en communicatiesector (16%) dan in de gezondheids- en welzijnssector (40%), het onderwijs (38%) of de kunst-, amusements- en recreatiesector (32%);
· Sint-Jans-Molenbeek heeft het laagste percentage vrouwelijke zelfstandigen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (3,8%), terwijl Sint-Pieters-Woluwe, Watermaal-Bosvoorde en Ukkel de hoogste percentages hebben, ongeveer 10% tot 13%.

Ik heb kennisgenomen van de discussie die is gevoerd tijdens het online-evenement dat StartUp Vie georganiseerd heeft, evenals van het voorstel dat hieruit is voortgekomen om een investeringsfonds met positieve discriminatie op te richten dat privéspelers afkomstig uit minderheidsgroepen samenbrengt. Indien dit privé-initiatief werkelijkheid wordt, kan finance&invest.brussels onderzoeken of het relevant is het fonds als openbare investeerder op te nemen.

Krachtens de Algemene Beleidsverklaring, ziet de regering erop toe dat het ondernemersklimaat van alle Brusselaars, met inbegrip van vrouwen en mannen voor wie de kloof met het ondernemerschap groot is, wordt gestimuleerd en dat zij toegang krijgen tot financieringsbronnen, met dien verstande dat het de beginnende ondernemers zijn die de meeste moeite hebben om financiering te vinden.

In het kader van de noodmaatregelen naar aanleiding van de COVID-crisis heeft de regering met het oog op het bovenstaande de proxi-lening goedgekeurd. Dankzij deze regeling kunnen Brusselse ondernemers en onderneemsters een goedkope lening van maximum 250.000 euro voor een vaste termijn van 5 of 8 jaar aangaan bij een particulier (een naaste, familielid of wie belangstelling heeft voor de activiteit…). De kredietverstrekker geniet in ruil daarvoor van een belastingvoordeel in de vorm van een krediet gekoppeld aan een waarborg.



Het relance- en herstelplan dat op 7 juli jongstleden door de regering werd aangenomen bevat daarenboven een reeks steunmaatregelen voor de ondernemers en onderneemsters. Zo wordt het spaargeld van de burgers om de Brusselse ondernemingen te ondersteunen, gemobiliseerd, verstrekt BRUSOC (dochtermaatschappij van finance&invest.brussels) kaskredieten tot 15.000 euro aan zelfstandigen, micro-ondernemingen en sociale ondernemingen en ‘verhuist’ de dienst 1819 naar de wijken om zich ervan te vergewissen dat alle ondernemers en onderneemsters geïnformeerd worden.






De Brusselse onderne(e)m(st)ers die een technologische start-up willen oprichten, kunnen aanspraak maken op bovenvermelde financieringshefbomen.

Zoals uiteengezet in de Algemene Beleidsverklaring en de Go4Brussel2030 Strategie, neemt de regering tegelijkertijd maatregelen om de digitale kloof te bestrijden en aldus de diversiteit in de digitale sector en het digitaal ondernemerschap te versterken. In dat opzicht hebben de projectoproepen Young Entrepreneurs of Tommorow (YET) en NextTech bijgedragen tot de ontwikkeling van projecten van jonge mannelijke en vrouwelijke ondernemers en projecten in de digitale sector, en met name het vrouwelijk ondernemerschap in deze sector.

In het bijzonder voor dat laatste punt benadrukt de Algemene Beleidsverklaring de wil van de regering om vrouwen te ondersteunen in het licht van de “vierde industriële revolutie” (digitalisering). Daartoe bouwt de regering voort op het werk van de platformen Women in Business en Women in Tech, die tot doel hebben vrouwen te ondersteunen bij de oprichting van startups, hun aanwezigheid in innoverende sectoren te vergroten en vrouwen en meisjes te sensibiliseren voor de STEM-studierichtingen (Science, Technology, Engineering, Mathematics). Aangezien dit betrekking heeft op de ondersteuning van het vrouwelijk ondernemerschap in de digitale sector en de strijd tegen de digitale genderkloof voor vrouwen, ben ik zo vrij te verwijzen naar de schriftelijke vragen nr. 102 en 149.

Voor het overige wil ik u ook doorverwijzen naar Mevrouw de staatssecretaris Nawal Ben Hamou, die bevoegd is voor Gelijke Kansen.