Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de versterking van de Vertegenwoordiging van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bij de Europese Unie – Taskforce voor de monitoring van de financiële mogelijkheden van de EU.

Indiener(s)
Latifa Aït Baala
aan
Pascal Smet, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Stedenbouw en Erfgoed, Europese en Internationale Betrekkingen, Buitenlandse Handel en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (Vragen nr 206)

 
Datum ontvangst: 29/06/2020 Datum publicatie: 02/10/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 04/08/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
09/07/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    De EU streeft naar ontwikkeling die voldoet aan de behoeften van de huidige en toekomstige generaties en die tegelijkertijd nieuwe mogelijkheden voor werkgelegenheid en investeringen schept en economische groei verzekert.

Het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) is de financiële hefboom van de Europese Unie voor haar cohesie- en regionale ontwikkelingsbeleid. 19% van het budget voor België wordt toegewezen aan onderzoek en innovatie, 29% aan het concurrentievermogen en 34% aan de koolstofarme economie.

Om mijn informatie te vervolledigen, zou ik graag het volgende weten:

Aangezien de verschillende Europese programma's voor 2014-2020 ten einde lopen en het Europees Parlement op 27 maart 2020 in de plenaire vergadering zijn standpunt in eerste lezing over het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling EFRO definitief heeft vastgesteld, wat zijn de pistes die de taskforce voor de financiële mogelijkheden van de EU voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor de periode 2021-2027 heeft voorgesteld? Wat zijn de redenen voor de versterking van de Vertegenwoordiging van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bij de Europese Unie? Uit hoeveel personen bestaat deze taskforce voor de monitoring van de financiële mogelijkheden van de EU?
 
 
Antwoord    Wat betreft uw vraag over het EFRO-fonds verwijs ik u graag door naar de bevoegde minister, met name de Minister-President.

In het licht van de relancemaatregelen van de EU is tot de oprichting van de task force van de EU inzake financieringsinstrumenten
besloten om zo de negatieve economische weerslag van de coronacrisis te kunnen bezweren. Inderdaad, door de ter beschikking stelling van nieuwe fondsen, de openstelling van bestaande fondsen, bijkomende flexibiliteit in structuur- en investeringsfondsen, garantiefondsen en monetaire maatregelen wil de EU het hoofd bieden aan de sociaaleconomische gevolgen die deze gezondheidscrisis met zich meebrengen.

Het is daarbij van uitermate belang dat het Brussels Hoofdstedelijk Gewest efficiënt en doelgericht deze opportuniteiten adequaat kan opvolgen, deze informatie ter beschikking kan stellen van de gewestelijke overheden en daarbij de nodige aanbevelingen kan maken en zodoende het EU-relancebeleid kan afstemmen op het gewestelijke relancebeleid. Deze Europese financiële en investeringsopportuniteiten zijn immers van bijzonder belang om bij te dragen aan de economische groei, het stimuleren van onderzoek, ontwikkeling en innovatie, de werkgelegenheid en het concurrentievermogen van de Brusselse bedrijven in strategische sectoren.

Op heden bestaat er uiteraard reeds een opvolging van deze financiële opportuniteiten, met een centrale coördinatietaak toevertrouwd aan Brussels International, door de verschillende functionele administraties, zoals de EFRO-cel, Actiris, Innoviris, of hub.brussels. Daar waar deze functionele uitbesteding van de operationalisering van deze programma’s binnen de bevoegde administraties en/of ION’s een logische keuze is, ontbreekt het het Brussel Hoofdstedelijk Gewest nog aan een meer politieke en horizontale aansturing die moet toelaten op proactieve en gecoördineerde wijze opportuniteiten in een vroeg stadium te identificeren en de nodige instructies en prioriteiten te definiëren. De nood aan dergelijke inventarisering en aansturing is des te urgenter geworden in het kader van de verschillende financieringsinstrumenten die in de context van de Coronacrisis in het leven worden geroepen of versterkt zullen worden (bijv. Recovery & Resilience Facility, REACT EU, Just Transition Fund, Solvency Support Instrument, Invest EU, EU4Health, RESCEU, Horizon Europe, SURE, maatregelen van het ESM of de EIB, enz.).

Bijgevolg drong zich het model van een
Task Force EU Financieringsinstrumenten zich op. Deze Task Force zal worden voorgezeten door de Minister-President in samenwerking met de Staatssecretaris voor Europese en Internationale Betrekkingen, daarbij ondersteund door de Brusselse Delegatie bij de EU en Brussels International. Daarnaast zetelen ook alle overige leden van de regering en de onder hen ressorterende administraties en ION’s als leden van de Task Force.

De voorbereidingen voor deze Task Force vinden plaats in een daaronder ressorterende Werkgroep EU-financiële instrumenten waarin de raadgevers van de betrokken kabinetten zetelen, aangevuld met de Brusselse Delegatie bij de EU en de betrokken administraties en/of ION’s. Het voorbereidende werk van de Task Force wordt verzekerd door Brussels International, dat ermee belast zal worden om de Europese financiële instrumenten in kaart te brengen en opportuniteiten in een vroeg stadium te detecteren aan de regering. De Task Force dient een voorgestelde methodologie te valideren om deze middelen maximaal te kunnen aansnijden voor zowel publieke als private investeringen.

Zoals u begrijpt uit dit antwoord is deze Task Force dan ook volledig budgetneutraal. Het betreft een ad-hoc concertatieorgaan dat moet toelaten om op continue basis een politieke monitoring en prioritering te kunnen definiëren.

De Delegatie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bij de Europese Unie werkt gedurende een langere periode met een kleine equipe. Conform de algemene beleidsverklaring engageerde de Brusselse Hoofdstedelijke Regering zich ook tot een versterking van het huidige personeelskader om de steeds toenemende verantwoordelijkheden vanwege de EU te kunnen opvolgen en ook maximaal te kunnen bijdragen aan en/of profijt te kunnen maken uit het beleidskader dat op Europees niveau ontwikkeld wordt.

Het reeds aanwezige capaciteitsprobleem zal op korte en middellange termijn nog verder intensifiëren door de samenloop van verschillende factoren, in de eerste plaats door de huidige coronacrisis en de bijhorende relancemaatregelen die worden uitgerold en uitgevoerd in de loop van de komende maanden en jaren:

- Een ongeziene publicatie van maatregelen, wetgevende voorstellen en investeringsprogramma’s en hun bijhorende onderhandelingen, redactie- en rapportageverplichtingen, in het kader van de operationalisering van het
EU-herstelplan Next Generation EU (Recovery & Resilience Facility ; REACT EU ; Just Transition Fund ; Solvency Support Instrument ; Invest EU ; EU4Health ; RESCEU ; Horizon Europe ; …). Een dergelijk structureel probleem raakt op die manier ook op directe wijze aan het vermogen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest om de financiële opportuniteiten geboden door dit herstelplan te benutten.
- Het uitrollen van de
Europese Green Deal, wat een resem aan complexe wetgevende voorstellen zal inhouden; dit gepaard gaande met een vertegenwoordigingsrol voor het Brussels Gewest voor de bevoegdheid Milieu (Cat. III) en de rol als Assessor voor de bevoegdheid Energie (Cat. II) voor de nieuwe toerbeurtrol die loopt tot 30 juni 2020.
- De voorbereiding van het
Belgisch Voorzitterschap van de Raad van de EU in 2024, waarvan de voorbereidingen reeds in 2022 zullen aanvangen.

Om een antwoord te kunnen bieden aan dit capaciteitsprobleem is daarom besloten tot een spoedige aanwerving van 3 VTE (niveau A). Deze personeelsleden zullen prioritair worden ingezet voor de volgende taken:

- De opvolging van het nieuwe Europese beleid dat door de Commissie von der Leyen wordt uitgerold. De Commissie von der Leyen heeft van het klimaat haar stokpaardje gemaakt en beoogt tegen 2050 koolstofneutraliteit. Eind 2019 lanceerde ze de Green Deal, waaruit vele milieu-, economische en energie-initiatieven zullen voortvloeien, zoals voorzien in haar werkprogramma voor 2020. De EU zal daarbij een beleid voeren waarbij een economische transitie wordt vooropgesteld die zich dient in te schrijven in deze klimaatdoelstellingen.
- De opvolging van het post-COVID-herstelplan van de Europese Unie ‘Next Generation EU’ zoals voorgesteld op 27 mei 2020 en de hieronder ressorterende investerings- en hervormingsprogramma’s;
- De opvolging van het EU-beleid dat onder regionale bevoegdheden valt, met een bijzondere aandacht voor het EU-handelsbeleid;
De voorbereidingen die gepaard gaan Belgisch voorzitterschap van de Raad van de EU voor 2024.