Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende het telewerk in de overheidsdiensten van het Gewest

Indiener(s)
Latifa Aït Baala
aan
Sven Gatz, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt, de Promotie van Meertaligheid en van het Imago van Brussel (Vragen nr 143)

 
Datum ontvangst: 10/07/2020 Datum publicatie: 08/09/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 19/08/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
17/07/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Gelet op de huidige crisis, zal telewerk waarschijnlijk exponentieel toenemen. Deze manier van werken biedt veel voordelen: tijdswinst, productiviteit, tevreden medewerkers, positieve invloed op het milieu. Ongeacht de activiteitensector, is er altijd een basisbehoefte: interactieve menselijke aanwezigheid. Dus telewerken, ja, wanneer het nuttig is.

In dat verband had ik u graag de volgende vragen gesteld:

- De cijfers over het aantal medewerkers die telewerken, zijn al meegedeeld. Kunt u echter voor de jaren 2018 en 2019 een uitsplitsing volgens geslacht (aantal en percentage) geven van het aantal medewerkers die in uw ION’s aan telewerk doen, en daarbij voor elke groep preciseren of het om occasioneel of structureel telewerk gaat?
- Hoeveel dagen telewerk werden door uw kabinetsmedewerkers gepresteerd vóór maart en tijdens de lockdown, nog steeds rekening houdend met de genderdimensie?
 
 
Antwoord    Ik heb de eer het geachte lid volgend antwoord mee te delen:

GOB:

In 2018 waren er 1.369 telewerkers, meer bepaald 1.013 structurele, 247 occasionele en 109 mobiele telewerkers.


Dit is de uitsplitsing volgens gender:

voor het structurele telewerk:

- Vrouwen: 676, dat wil zeggen 66,73% van alle structurele telewerkers samen en 49,38% van alle telewerkers samen (van om het even welke categorie)
- Mannen: 337, dat wil zeggen 33,24% van alle structurele telewerkers samen en 24,62% van alle telewerkers samen (van om het even welke categorie)


voor het occasionele telewerk:

- Vrouwen: 143, dat wil zeggen 57,89% van alle occasionele telewerkers samen en 10,45% van alle telewerkers samen (van om het even welke categorie)
- Mannen: 104, dat wil zeggen 42,11% van alle occasionele telewerkers samen en 7,61% van alle telewerkers samen (van om het even welke categorie)


In 2019 waren er 1.369 telewerkers, meer bepaald 1.185 structurele, 177 occasionele en 55 mobiele telewerkers.


Dit is de uitsplitsing volgens gender:

voor het structurele telewerk:

- Vrouwen: 763, dat wil zeggen 64,41% van alle structurele telewerkers samen en 53,28% van alle telewerkers samen (van om het even welke categorie)
- Mannen: 422, dat wil zeggen 35,59% van alle structurele telewerkers samen en 29,47% van alle telewerkers samen (van om het even welke categorie)

voor het occasionele telewerk:

- Vrouwen: 99, dat wil zeggen 55,93% van alle occasionele telewerkers samen en 6,91% van alle telewerkers samen (van om het even welke categorie)
- Mannen: 78, dat wil zeggen 44,07% van alle occasionele telewerkers samen en 5,45% van alle telewerkers samen (van om het even welke categorie)


Talent.brussels valt buiten deze vraag want deze overheidsdienst is geen ION.