Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de reclameborden in het kader van het "Villo!"-contract.

Indiener(s)
Christophe De Beukelaer
aan
Elke Van den Brandt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid (Vragen nr 542)

 
Datum ontvangst: 14/09/2020 Datum publicatie: 29/10/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 13/10/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
16/09/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Het Villo-dossier wordt nu al enkele maanden in dit Parlement besproken. Ter herinnering: JC Decaux organiseert de verhuur van de "Villo"-fietsen in ruil voor zichtbaarheid op de reclameborden in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Villo werkt dus dankzij de massale steun van het Gewest, via reclameconcessies. Het zou dus logisch zijn dat het Gewest beschikt over een volledig kadaster van de reclameborden die verbonden zijn met Villo en die daadwerkelijk in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zijn geïnstalleerd, met de datum van installatie, de precieze locatie, de grootte en het type en de eventuele stedenbouwkundige vergunning in verband met deze reclameborden.

Dit kadaster is noodzakelijk om twee redenen:

1) Om de precieze waarde van de reclameconcessie te schatten, is het interessant om de juridische situatie (van de overeenkomst) te vergelijken met de feitelijke situatie (wat er op het terrein wordt bereikt en kan worden bereikt);
2) Om de goede uitvoering van dit contract door JC Decaux te controleren en ervoor te zorgen dat de belangen van de Brusselaars goed worden gerespecteerd. Eind vorig jaar moest ik al door JC Decaux geïnstalleerde borden signaleren die niet door het contract waren toegestaan. Uw collega, de heer Smet, heeft ze laten verwijderen.

Dan kom ik nu bij mijn vragen:

1) Is dit kadaster in uw bezit?

a. Zo ja, kunt u het dan aan ons bezorgen?
b. Zo niet, waarom niet? Waarom hebt u het niet gemaakt of hebt u niet aan JC Decaux gevraagd het u te bezorgen? Wat weerhoudt u ervan om dit te doen?

2) Welke procedures bestaan er om de goede uitvoering van het Villo-contract te controleren (aantal borden, grootte, type, plaats van installatie, enz.)?
 
 
Antwoord    1. Zoals reeds meegedeeld in het antwoord op uw vraag nr. 241, kan het Gewest de lijst bezorgen van de situatie op basis van de stedenbouwkundige vergunningen die Urban heeft afgegeven. Dat is de situatie in rechte.

Wat de feitelijke situatie betreft (het kadaster dat u in uw vraag aanhaalt), enkel JCDecaux beschikt over een volledig kadaster van de geïnstalleerde reclameborden.

In de overeenkomst die het Gewest en JCDecaux gesloten hebben, is niet voorzien dat een kadaster van de feitelijke situatie ter beschikking moet worden gesteld.

Aangezien dit gevoelige informatie betreft, die door concurrenten misbruikt zou kunnen worden, wil JCDecaux dit kadaster niet openbaar maken.

De feitelijke situatie telt minder reclameborden dan de situatie in rechte. Inderdaad, een deel van de locaties waarvoor JCDecaux een vergunning heeft gekregen, wordt niet uitgebaat, hoofdzakelijk omwille van technische redenen.

De exacte locatie van ieder reclamebord maakt het voorwerp uit van een overleg met en van een goedkeuring door Brussel Mobiliteit. Ieder bord wordt daarna geplaatst in overeenstemming met de geldende regelgeving en de technische criteria die het Gewest oplegt. De overeenkomst verplicht JCDecaux om de geldende wetgeving nauwgezet na te leven.

De samenvoeging van deze informatie in een feitelijk kadaster vormt geen nuttig instrument om na te gaan of de uitvoering van de overeenkomst volgens de afspraken gebeurt – wij verwijzen naar het antwoord op uw tweede vraag.


2. De controle van de overeenstemming van de locatie waar deze reclameborden worden geïnstalleerd met de in de afgegeven vergunningen bepaalde locatie, behoort niet tot mijn bevoegdheden, evenmin de controle op de naleving van de in de vergunning opgenomen voorwaarden. Dat is de verantwoordelijkheid van Urban. Een kadaster van de situatie in rechte kan aan deze administratie gevraagd worden.
Brussel Mobiliteit en Urban hebben echter wel regelmatig contact met elkaar. Tijdens een van de laatste contacten hebben ze er zich bijvoorbeeld van vergewist dat het aantal digitale borden (in het kader van de elektrificatie van de Villo-vloot) niet het totale aantal overschrijdt dat vastgesteld is in de bijakte dat het Gewest en JCDecaux bindt, en hebben ze een keuze gemaakt tussen de door JCDecaux voorgestelde voorzieningen. Deze keuze moet evenwel nog door mijn kabinet en die van staatssecretaris Smet gevalideerd worden.

Ik herinner u er ook aan dat er overeenkomsten ondertekend werden tussen JCDecaux en verschillende Brusselse gemeenten in het kader van het Villo-project. In deze overeenkomsten worden steeds de locaties van de stations en de reclamevoorzieningen bepaald. Ook de gemeenten kunnen zich er bijgevolg op elk moment van vergewissen dat de voorwaarden van de overeenkomst op hun grondgebied nageleefd worden.