Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de follow-up van de bestrijding van blauwalgen in het Brussels Gewest.

Indiener(s)
David Weytsman
aan
Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 485)

 
Datum ontvangst: 15/09/2020 Datum publicatie: 11/11/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 21/10/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
21/09/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    In de zomer van 2019 berichtte de pers over de aanwezigheid van cyanobacteriën, algemeen bekend als blauwalgen, in de wateren van ons Gewest. Toen ondervroeg ik u daarover. Een jaar na mijn vorige schriftelijke vraag kom ik bij u terug om u een update te vragen van de situatie. Daarbij gaat het niet alleen om het visuele aspect. Zoals u weet, kunnen deze algen gevaarlijk zijn voor de gezondheid van mens en dier. U hebt mij destijds een zeer nauwkeurige kaart gegeven van de aanwezigheid van blauwalgen en de genomen maatregelen, en ik dank u daarvoor.

Graag een antwoord op volgende vragen:

- Zijn de resultaten van de door Leefmilieu Brussel genomen maatregelen bemoedigend? Overweegt u nieuwe maatregelen?

- Welke gevolgen heeft de hittegolf van augustus 2020 gehad voor de verspreiding van cyanobacteriën in de Brusselse wateren?

- Wat blijkt uit de onderzoeken naar drijvende matten van waterplanten die vorig jaar werden uitgevoerd? Wordt een dergelijk systeem op het grondgebied van het Gewest overwogen?

- Blijkt uit de cijfers dat de huidige bewustmaking van de burgers voldoende is? Worden nieuwe bewustmakingsmaatregelen gepland?
 
 
Antwoord    1/

Op dit moment, legt Leefmilieu Brussel de laatste hand aan de analyse van de resultaten van haar driejaarlijkse monitoring.

Mijn administratie heeft mij al bevestigd dat op het ogenblik dat de monsters in juni en juli 2019 werden afgenomen, er geen alarmerende concentraties van giftige stoffen werden aangetroffen op de onderzochte sites.

Het is echter mogelijk dat deze resultaten niet representatief zijn voor de algemene gezondheidstoestand van de betrokken vijvers, aangezien zij op een bepaald moment werden vastgesteld.

Volgens de ervaring van Leefmilieu Brussel levert de combinatie van bepaalde maatregelen goede resultaten op:
- de gedeeltelijke ruiming van het slib (om de 20 à 30 jaar);
- de droogleggingen in het kader van het beheer;
- de verversing van het water via pompinstallaties of door de vijvers opnieuw aan te sluiten op het hydrografische netwerk en het regenwater naar de vijvers te laten afvloeien;
- de afvoer van het water dat in het rioolnet wordt geloosd (in samenwerking met Vivaqua);
- de beheersing van de vispopulaties en de beperking van het voeren van vissen;
- de versterking van het zelfreinigend vermogen van de vijvers door het vergroenen van bepaalde gedeelten;
- de sensibilisering van de gebruikers voor het verbod op het voeren van vogels.

Dit soort beheersmaatregelen op het terrein kan slechts geleidelijk aan op gewestelijke schaal over een langere periode worden uitgevoerd.

De vijver van de Leibeek (Watermaal-Bosvoorde), waarin zeer vaak crisissen van cyanobacteriën voorkwamen, heeft in de zomer 2020, dankzij de combinatie van deze maatregelen, niet te lijden gehad onder enige verontreiniging.

Bovendien heeft Leefmilieu Brussel de mogelijkheid onderzocht om een grondigere interne monitoring op te zetten met het oog op de evaluatie van de toxiciteit van de cyanobacteriën.

Deze monitoring zal het mogelijk maken om de gezondheidsrisico’s objectief te behandelen en ook oplossingen te overwegen (zie hierboven), indien er opnieuw giftige stoffen aanwezig zouden zijn.

Deze monitoring zal worden uitgevoerd via een combinatie van een multi-parameter sonde en immuno-enzymatische "ELISA"-tests (die momenteel worden geleverd en dus in de zomer van 2021 zullen worden gebruikt).

De sonde zal het mogelijk maken om de verschillende vijvers in Brussel, maar ook het kanaal of de rivieren, gericht te onderzoeken, in geval van een vermoeden van cyanobacteriële bloei.

Indien de door de sonde gemeten fycocyanineconcentratie (pigmenten van de cyanobacteriën) te hoog is, zal Leefmilieu Brussel de toxiciteit van het monster evalueren door middel van immuno-enzymatische "Elisa"-tests die worden uitgevoerd in de nieuwe laboratoria van Leefmilieu Brussel, die tegen de volgende zomer operationeel zouden moeten zijn.

De resultaten met betrekking tot de toxineconcentratie kunnen dan bijvoorbeeld worden vergeleken met de WGO-normen voor recreatieve watergebieden zodat het aanwezige risico objectief kan worden geëvalueerd.

Op deze manier kunnen passende informatiemaatregelen worden genomen om de gebruikers van het park/wandelaars langs de waterlopen te beschermen.

Het doel van de ontwikkeling van deze interne monitoring is om minder afhankelijk te zijn van externe laboratoria en om de resultaten sneller te kunnen communiceren.

Leefmilieu Brussel zou tegen de lente van 2021 klaar moeten zijn.


2/

De hittegolf in augustus en, meer in het algemeen, de lange droogteperiode in 2020 (tekort aan neerslag tot nu toe) hebben een aanzienlijke impact gehad op zeer voedselrijke vijvers, zoals die in Brussel.

Hoge watertemperaturen in hypereutrofe lentische gebieden zijn immers factoren die de cyanobacteriële bloei in de hand werken.


Op basis van de waarnemingen van de personeelsleden van Leefmilieu Brussel die actief zijn op het werkveld, konden we een reeks waterlichamen inventariseren die hoogstwaarschijnlijk met cyanobacteriën zijn verontreinigd.

Vooral de Pedevallei in Anderlecht en de Woluwevallei lijken zwaar getroffen te zijn.

De volgende vijvers zullen in 2020 waarschijnlijk te maken krijgen met minstens één cyanobacteriële bloei:
- de vijver van de voormalige "Axa"-bank (private vijver);
- de Ten Reukenvijver;
- de waterloop van de Woluwe;
- de Tercoignevijver;
- de Vijver van het Bronnenpark (door de gemeente beheerde vijver);
- de Malouvijver (door de gemeente beheerde vijver);
- de middelgrote vijver van de Pede (door de gemeente beheerde vijver);
- Het vijverpark van de Pede (door de gemeente beheerde vijver);
- de vijver van het Koning Boudewijnpark Fase II.

Andere vijvers, waar in het verleden cyanobacteriën werden waargenomen, werden hiervan deze zomer gevrijwaard (Vijver van de Leibeek, vijver van het Koning Boudewijnpark Fase I, vijver van de Koninklijke Visserijen en vijver 3 van het Rood Klooster).

Deze verbeteringen worden vaak vastgesteld na een interventie van Leefmilieu Brussel tijdens de voorgaande jaren (i.e. ruiming van het slib van de vijver, naturalisatie van de oevers, ...).

Zodra er een cyanobacteriële bloei wordt vastgesteld in een waterlichaam, is het uiterst moeilijk om deze te bestrijden met behulp van reinigingsmethoden; vandaar dat preventieve maatregelen en de monitoring van de vijver belangrijk zijn.

Helaas valt het, gezien de context van de opwarming van de aarde en de droogte, te vrezen dat dit soort gebeurtenissen zich steeds vaker zal voordoen.


3/

Het is voorbarig om de resultaten aan te kondigen, aangezien de Haven van Brussel opdracht heeft gegeven tot het uitvoeren van een haalbaarheidsstudie voor de installatie van drijvende eilanden op het Kanaal om de meest geschikte types van inrichtingen te identificeren, rekening houdend met de kenmerken en beperkingen van het Kanaal in Brussel, alsook de gebieden die het best geschikt zijn voor de installatie van tests.

In dit stadium werd er nog geen beslissing genomen.

De Haven van Brussel en Leefmilieu Brussel werken samen om dit project, dat ook voorzien is in het Waterbeheerplan 2016-2021, tot een goed einde te brengen.


4/

De webpagina van Leefmilieu Brussel die gewijd is aan de cyanobacteriën, werd 263 keer bezocht in 2019 (waarbij deze pagina in maart 2019 online werd gepubliceerd).

Voor 2020 kan er nu reeds een duidelijke toename worden vastgesteld met 1022 bezoeken per 1 oktober 2020.

Leefmilieu Brussel zet haar dagelijkse werkzaamheden voort met het oog op de sensibilisering voor de problematiek van de cyanobacteriële bloei en de gevaren ervan voor de gezondheid van mens en dier, en dit op verschillende manieren:
- In geval van een vermoeden, informeert Leefmilieu Brussel het publiek door middel van waarschuwingsborden over een potentieel gevaar, maar ook door middel van didactische panelen om het fenomeen en de gevolgen ervan aan het publiek uit te leggen;
- De informatie wordt ook gepubliceerd op de website van Leefmilieu Brussel en via persberichten;
- Bovendien sensibiliseert Leefmilieu Brussel de gebruikers van het park voor de beperking van het voeren van vogelsoorten (invasieve eenden en vogels zoals Nijlganzen en Canadese ganzen). Dit voeren is schadelijk voor deze vogelsoorten (risico op botulisme, onbeheersbare groei van uitheemse soorten). Het voeren verhoogt ook de hoeveelheid organisch materiaal in de vijvers, wat bijdraagt aan de eutrofiëring en aldus het risico op de verspreiding van cyanobacteriën verhoogt.