Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de evaluatie van het fusieproces voor de Openbare Vastgoedmaatschappijen.

Indiener(s)
Joëlle Maison
aan
Nawal Ben Hamou, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Huisvesting en Gelijke kansen (Vragen nr 299)

 
Datum ontvangst: 10/09/2020 Datum publicatie: 24/11/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 05/11/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
28/09/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    De intra-Brusselse institutionele akkoorden die in oktober 2011 werden gesloten na de goedkeuring van de federale akkoorden met betrekking tot de zesde staatshervorming, bepaalden dat de gewestelijke politici in ruil voor de herfinanciering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zouden moeten werken aan de vereenvoudiging van het institutionele landschap van Brussel. De ondertekenaars van deze intra-Brusselse akkoorden hebben zich er onder meer toe verbonden de sector van de sociale huisvesting, die destijds niet minder dan 33 openbare vastgoedmaatschappijen (OVM) omvatte, te rationaliseren. Alle democratische politieke partijen waren het erover eens dat het noodzakelijk is de banden tussen de maatschappijen aan te halen om hun aantal met de helft te verminderen, teneinde de werking van de sector te optimaliseren, schaalvoordelen te realiseren en het aanbod van sociale woningen zowel in kwantitatief als in kwalitatief opzicht te verbeteren. In 2013 kon de Brusselse gewestregering starten met deze grote sectorale hervorming. De meeste bestaande OVM's werden toen samengevoegd: sommige werden gefuseerd; andere werden geabsorbeerd; weer andere brachten hun kapitaal gezamenlijk in een nieuwe maatschappij in. In januari 2018 kondigde de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij (BGHM) aan dat de laatste drie fusies in werking waren getreden, wat het einde betekende van het rationaliseringsproces in de sector van de sociale huisvesting. In vier jaar tijd is het aantal OVM's dat op het grondgebied van ons Gewest actief is, gedaald van 33 naar 16, conform de oorspronkelijk vastgelegde doelstelling.

Ter herinnering, uw voorganger mevrouw Céline Fremault, de vroegere Brusselse minister voor Huisvesting, had aangegeven dat het rationaliseringsproces van de sociale huisvestingssector in een vroeg stadium zou worden onderworpen aan een algemene evaluatie, waarvan de resultaten in principe eind 2018 of begin 2019 zouden kunnen worden gepresenteerd. Maar toen ik u hier op 5 december 2019 naar vroeg, liet u ons weten dat de gewestregering het proces nog niet naar behoren had geëvalueerd. De regering en de leiding van de BGHM hebben uiteindelijk beslist dat het beter was om dit analytisch werk uit te stellen, aangezien de jaren 2018 en 2019 nog steeds gekenmerkt werden door grote veranderingen in de structuur van de beheersorganen van de OVM's, door een herziening van bepaalde interne processen en procedures en door tal van kantoorverplaatsingen als gevolg van de stroomlijning van de activiteiten. U verklaarde dat de Brusselse regering daarom had beslist om in de loop van 2020 de eerste evaluatie van het fusieproces van de OVM's uit te voeren met de hulp van een externe consultant. Het bestek werd vervolgens opgesteld.

In uw antwoord van 5 december 2019 wilde u echter erop wijzen dat uw administratie, in afwachting van de resultaten van de door een externe dienstverlener uit te voeren evaluatie, al een voorlopige analyse had uitgevoerd die enkele interessante trends aan het licht had gebracht. Ten eerste, wat betreft de vermindering van de beheerskosten en mogelijke schaalvoordelen, heeft u met genoegen vastgesteld dat de gemiddelde sectorale exploitatiekosten per woning als gevolg van het rationaliseringsproces licht zijn gedaald, van 5.507 euro in 2015 tot 5.308 euro in 2018. Wat de uitgaven voor de bezoldiging van het personeel betreft, toonde de analyse daarentegen aan dat de totale loonmassa van de OVM's was gestegen van 68,5 miljoen euro in 2017 naar 73,4 miljoen in 2018, een stijging van 7,1 procent. Deze stijging van de personeelskosten is vooral te wijten aan het feit dat het totale aantal personeelsleden van de OVM’s met 4 procent is gestegen tot 1.296 voltijdequivalenten in 2018 (tegenover 1.246 voltijdequivalenten in 2017). Naar uw mening moet niet te snel worden geconcludeerd dat de groei van de totale loonsom in de sector van de sociale huisvesting uitsluitend te danken is aan de harmonisatie van de loonvoorwaarden in het kader van de fusie van de OVM's. U was van mening dat de toename van het aantal voltijdequivalenten en de uitgaven in verband met de bezoldiging van het personeel ook moeten worden gekoppeld aan de uitbreiding van het Brussels bestand aan sociale woningen, aangezien de toename van het aantal te beheren en te onderhouden woningen een versterking van de teams van de verschillende maatschappijen vereist. De evaluatie van het fusieproces zou ons hier meer over moeten vertellen. Tot slot is uit de voorlopige analyse van uw diensten gebleken dat het rationaliseringsproces van de sector van de sociale huisvesting het mogelijk heeft gemaakt het totale aantal leden van de raden van bestuur van de OVM's te verminderen, wat uiteraard heeft geleid tot een vermindering van de uitgaven in verband met de bezoldiging van de leden van de beheersorganen. Op basis van een onderzoek van de gegevens uit de jaarverslagen over de transparantie van de bezoldigingen van de overheidsambtenaren heeft uw administratie vastgesteld dat het totale bedrag van de aan de bestuurders van de OVM's toegekende zitpenningen als gevolg van het rationaliseringsproces is gedaald van 811.000 euro in 2011 (het jaar voor de start van de toenaderingsoperaties) tot 528.000 euro in 2018.

Graag een antwoord op volgende vragen:

Heeft de gewestregering een overheidsopdracht gelanceerd om de externe consultant te selecteren voor de evaluatie van het fusieproces van de OVM's? Zo ja, hoeveel kandidaten hebben in dit proces een offerte ingediend? Welke offerte werd uiteindelijk aangenomen? Kan u ons meer details geven over het precieze doel van de opdracht die aan deze externe consultant werd toevertrouwd? Wat is de totale kostprijs van deze overheidsopdracht?

Heeft de externe dienstverlener al een volledige evaluatie van het rationaliseringsproces in de sociale huisvestingssector uitgevoerd? Zo ja, kan u de belangrijkste lessen uit deze evaluatie presenteren?

Heeft het fusieproces voor OVM's, volgens de resultaten van de door de externe consultant uitgevoerde evaluatie, bijgedragen tot een verlaging van de gemiddelde exploitatiekosten van de sociale woningen door schaalvoordelen mogelijk te maken? Zo ja, kan de externe consultant ons een nauwkeurige raming geven van de mate waarin in de hele sector schaalvoordelen zijn bereikt? Is het bedrag van deze besparingen in overeenstemming met de aanvankelijk verwachte schaalvoordelen? Heeft de externe consultant een of meer indicatoren ontwikkeld om de schaalvoordelen van het rationaliseringsproces van de sector te meten? Bewaakt de BGHM de bereikte schaalvoordelen op het gebied van beheers- en exploitatiekosten of is zij voornemens dit te doen om ervoor te zorgen dat de nieuwe structuren die het gevolg zijn van de fusies, tegen lagere kosten werken dan de oude?

Heeft de externe consultant de factor(en) kunnen identificeren die de stijging van de totale loonlijst van de OVM's in de afgelopen jaren verklaren? Moet volgens de conclusies van de analyse de groei van de uitgaven in verband met de bezoldiging van het personeel in de sociale huisvestingssector uitsluitend worden geanalyseerd als gevolg van de harmonisatie van de loonvoorwaarden ten tijde van de fusie van bepaalde OVM's, of kan deze groei ook worden verklaard door andere factoren, zoals de noodzaak om het aantal personeelsleden in bepaalde ondernemingen te verhogen om het hoofd te kunnen bieden aan de toename van het aantal woningen?

Heeft de externe consultant tijdens de evaluatie vastgesteld dat de OVM's die het resultaat zijn van de fusieoperaties, vanuit operationeel oogpunt allemaal de processen en procedures in al hun afdelingen hebben geherdefinieerd (huurbeheer, technische dienst, sociale actie, personeelszaken, financieel beheer, enz.)? Heeft de fusie van de OVM's volgens de conclusies van de analyse het mogelijk gemaakt de algemene efficiëntie van de sector te verbeteren op de belangrijkste interventiegebieden, zoals de toewijzing van woningen, het beheer van het bestand aan sociale huurwoningen, sociale maatregelen of de uitvoering van de vierjarige renovatieprogramma's? Heeft het proces van stroomlijning van de sector bijgedragen aan de versterking van de deskundigheid van het personeel van de OVM's, met name op het gebied van de financiële en technische diensten? Hebben de "grote" OVM's, die niet hoefden te fuseren en daarom niet direct betrokken waren bij het rationaliseringsproces nu een achterstand in termen van efficiëntie en expertise ten opzichte van de nieuwe OVM's die het gevolg zijn van de verschillende fusies?

Is de Brusselse regering, in het licht van de resultaten van deze eerste evaluatie van het rationaliseringsproces in de sector van de sociale huisvesting, van mening dat de fusie van de OVM's het mogelijk heeft gemaakt de gestelde doelen te bereiken en dat de algemene beoordeling van deze fusie positief is?
 
 
Antwoord    De opdracht met het oog op het selecteren van de externe consultant voor de evaluatie van het fusieproces van de OVM’s is nog niet van start gegaan.

Het bestek wordt momenteel opgesteld en de opdracht zou tegen eind 2020 van start moeten gaan, aangezien het gaat om een doelstelling die in het POP voor 2020 is opgenomen.

Er wordt echter gewerkt aan een modelbestek voor een evaluatieopdracht en de opdracht zou als volgt moeten worden omlijnd:

- De evaluatie moet:
o Rekening houden met het feit dat het proces in september 2013 van start is gegaan met de lancering van de erkenningsaanvraagprocedures en dat de laatste juridische operaties plaatsvonden in december 2017 en zijn doorgevoerd op 1 januari 2018. De juridische operaties vonden plaats tussen 2014 en eind 2017;
o Zowel betrekking hebben op het erkenningsproces als op de juridische operaties, maar ook op de operationele "fusies";
o Zowel wijzen op de positieve elementen als op de punten die voor verbetering vatbaar zijn, in het bijzonder wat betreft het wettelijk kader, de begeleidende maatregelen, de personele en financiële middelen, de te vervullen formaliteiten, enz.

- In termen van gevolgen zou bij de evaluatie rekening moeten worden gehouden met:
o De impact op de bestuursorganen (aantal leden, bezoldiging, dynamiek, voor- en nadelen voor de besluitvorming, bescherming van de belangen van de entiteiten die deel uitmaken van de groepering, ...) ;
o De impact op de dienstverlening aan de gebruikers (wijziging van het moederbedrijf of van dochtermaatschappijen voor kandidaat-huurders, bijvoorbeeld in geval van een gedeeltelijke opsplitsing, gediversifieerd woningaanbod, behoud van een buurtdienst voor huurders, impact op de diensten en de kosten die aan huurders worden aangerekend, impact op de mutaties, ....) ;
o De gevolgen voor de betrekkingen tussen de bestuursorganen en de personeelsleden, de definitie/realisatie van een nieuw gemeenschappelijk bedrijfsproject;
De impact op het personeel (verantwoordelijke functies, organigram, werklast, gevolgen voor lonen en voordelen, arbeidsreglement, werkrelaties tussen nieuwe collega's ...) ;
o De impact op processen en procedures en de harmonisering van praktijken;
o De reeds berekende en geraamde financiële winsten ten opzichte van de gemaakte kosten (nieuwe maatschappelijke zetels, verhuizingen, kosten verbonden aan operaties, schaalvoordelen, nieuwe contracten met leveranciers, kosten verbonden aan de harmonisering van de lonen en voordelen van het personeel, ...) ;
o De gevolgen voor de ARHUU's en andere sociale instrumenten zonder afbreuk te doen aan de resultaten van de specifieke studie die momenteel over dit onderwerp wordt uitgevoerd;
o De gevolgen voor de vertegenwoordiging van de werknemers van de OVM's (vakbondsdelegaties, sociale verkiezingen, ...);
o En de gevolgen voor de betrekkingen tussen de BGHM en de OVM's.