Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de invoering van 'smart subsidies' voor gedeelde zachte mobiliteit.

Indiener(s)
Christophe De Beukelaer
aan
Elke Van den Brandt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid (Vragen nr 569)

 
Datum ontvangst: 24/09/2020 Datum publicatie: 16/12/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 30/10/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
01/10/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Ons Gewest investeert regelmatig in de ontwikkeling van zijn openbaarvervoersnet door het aanleggen van nieuwe bus-, tram- of metrolijnen. Maar er zijn altijd verscheidene jaren nodig tussen de keuze om een nieuwe lijn aan te leggen en de eerste rit. De smart subsidie helpt deze wachttijd te verlichten.

De metropool Nice Côte d'Azur heeft dit uitgetest. Zo heeft de metropool een overeenkomst gesloten met UBER en subsidieert zij alle ritten tussen een tramstation en een specifieke woonwijk na een bepaald uur wanneer de bus die niet meer bedient. Het gaat dus om het bieden van een oplossing op een zeer specifieke route gedurende een zeer specifieke tijdsperiode waar er een behoefte is vastgesteld. De bus rijdt niet meer, maar de pendelaar heeft een redelijk geprijsde oplossing. Het aspect 'smart’ heeft betrekking op de technologie die het mogelijk maakt om de subsidie te variëren volgens een specifieke geolocatie en tijdschema.

Het model van Nice zou naar ons Gewest kunnen worden overgebracht met een subsidie voor de actoren van gedeelde zachte mobiliteit waar de invoering van een nieuwe lijn lang op zich laat wachten (bus 52 en 74, bijvoorbeeld), op een bestaande lijn waar werkzaamheden aan de gang zijn, op een bestaande lijn op momenten waarop deze verzadigd is of op een lijn die problemen met de stiptheid heeft (bus 36). Een overeenkomst tussen het Gewest en de actoren van gedeelde zachte mobiliteit zou een manier zijn voor houders van een abonnement om te profiteren van een snel, goedkoop en zacht alternatief op bepaalde problematische trajecten.

Gedeelde zachte mobiliteit heeft zich bewezen als alternatieve vervoerswijze. De smart subsidie stimuleert de modal shift naar deze vervoerswijze om er een aantrekkelijke aanvulling op de MIVB van te maken.

Met dit in gedachten, heb ik de volgende vragen hieromtrent:

- Is het denkbaar dat er een vergelijkbaar systeem als dat van Nice tot stand komt om de bovengenoemde problematische situaties op het net aan te pakken? Hebt u contact gehad met deze actoren om in die richting te gaan? Wat zijn de belemmeringen voor de invoering van een dergelijke subsidie?

- Momenteel is gedeelde zachte mobiliteit een aanbod in de marge van het openbaar vervoer. Het lijkt steeds duidelijker dat het aanbod van gedeelde mobiliteit niet duurzaam is zonder overheidssteun. Hebt u de mogelijkheid onderzocht om een partnerschap op te zetten met de actoren van de gedeelde zachte mobiliteit om er een publiek-privaat partnerschap van te maken dat complementair is aan de MIVB? Hebt u contact gehad met deze actoren om in die richting te gaan?
 
 
Antwoord    Het systeem dat in Nice wordt uitgerold bestaat al een tiental jaren in Brussel, met name Collecto. Het is een systeem waarbij taxiritten gedeeld worden, vanaf een bepaald uur vanuit bus-/tramhaltes. De gebruiker betaald een forfaitair bedrag, het verschil wordt bekostigd door het Gewest.

Het is absoluut mogelijk een gelijkaardig systeem in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest uit te breiden, samen met de deelmobiliteitoperatoren. De COVID-19-crisis heeft trouwens het belang van dit soort oplossing aangetoond op een moment dat het openbaar vervoer de grootste impact van de crisis ondervond. Deze dynamische en smart subsidiëring van verplaatsingen wordt immers mogelijk gemaakt dankzij de intrinsiek digitale dimensie van dit soort dienst.

De vrije vloot deelvoertuigen genereren een reeks data die reeds door Brussel Mobiliteit worden verzameld via het Vianova-platform. De technische haalbaarheid van een dergelijke oplossing werd met deze startup besproken en het is mogelijk de opvolging op een geaggregeerde en geanonimiseerde wijze te verzekeren op basis van parameters zoals de wijk van herkomst en de wijk van bestemming, de operator, het soort voertuig, het moment tijdens de dag of nacht, de kwaliteit van de bediening door het openbaar vervoer voor de betreffende verplaatsing, enzovoort.

Er bestaan een reeks drempels voor de uitvoering van een dynamische subsidie. Een dynamische (en dus variabele) subsidie bij privé-operatoren zou mechanismen vereisen die nog nooit zijn gebruikt. Bovendien zou dit heel wat interne middelen van Brussel Mobiliteit vergen alsook een duurzame oplossing voor het gegevensbeheer ontwikkeld in het kader van het proefproject met Vianova (project lopende sinds oktober 2019 voor een periode van 18 maanden).

Bovendien moet de wenselijkheid ervan in de huidige budgetaire context worden beoordeeld – de vraag van de kost van vervangingstransport tijdens o.a. werven, dient onderzocht te worden - evenals in verband met de prioriteiten van het Good Move-plan en het herstelplan.

Meer in het algemeen denken BM en de MIVB momenteel na over het aanbod van openbaar vervoer tijdens de dal- en hyperdaluren. De mogelijkheden tot wisselwerking tussen het klassieke aanbod van de MIVB, dat minder is aangepast aan de zeer versnipperde vraag, en de verschillende deelsystemen en systemen van transport on demand zullen worden geanalyseerd. Dat is een van de doelstellingen van het Beheerscontract 2019-2023 tussen het Gewest en de MIVB.

Dit type privaat-publieke samenwerking werd reeds overwogen in het kader van herstelplan - maar om budgetaire redenen nog niet ontwikkeld - met name als een van de scenario's voor het "fietsdeel-project: 4
de pijler van het openbaar vervoer", om de modale verschuiving naar lichte verplaatsingswijzen te bespoedigen.

Bovenop de uitwisselingen met Vianova werd mijn administratie ook gevraagd door bepaalde operatoren om een dergelijk subsidiesysteem te bespreken. De sector van de deelmobiliteit werd, net als vele andere, sterk getroffen door de crisis en de meeste operatoren waren voor de pandemie reeds niet rendabel.