Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de vluchtmisdrijven bij verkeersongevallen in Brussel

Indiener(s)
Geoffroy Coomans de Brachène
aan
Elke Van den Brandt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid (Vragen nr 574)

 
Datum ontvangst: 24/09/2020 Datum publicatie: 22/12/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 16/11/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
02/10/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    In de pers werd de laatste tijd melding gemaakt van het steeds toenemende aantal vluchtmisdrijven. Zo zou het aantal ongevallen met vluchtmisdrijf in Brussel nog nooit zo hoog geweest zijn in de afgelopen tien jaar, namelijk meer dan 630. In totaal gaat één op de zes ongevallen met doden of gewonden gepaard met een vluchtmisdrijf. Terwijl die verhouding in Wallonië één op tien is.

Er zijn vele redenen waarom bestuurders een vluchtmisdrijf plegen, zoals alcohol, drugs, gebrek aan moreel oordeelsvermogen of angst voor het imago.

Ter aanvulling van mijn informatie, bevestigt u deze cijfers? Hebt u bewustmakingscampagnes ingezet om deze zorgwekkende toename tegen te gaan? Zo ja, van welke soort en via welke media? Beschikt u over feedback?
 
 
Antwoord    Er waren inderdaad 636 ongevallen met vluchtmisdrijf in 2019, dit is inderdaad het hoogste aantal tot nu toe, en 1 op de 6 ongevallen is met vluchtmisdrijf.

Voor ongevallen met zware gewonden of doden is het echter maar 1 op de 10 waar een vluchtmisdrijf in zit, vergelijkbaar met het cijfer Wallonië. Deze cijfers zijn natuurlijk te hoog.

In het kader van de staten generaal van de verkeersveiligheid zal een speciale workshop worden gewijd aan risicogedrag. Het is bekend dat bijvoorbeeld rijden onder invloed een omstandigheid is die vaak leidt tot hit-and-run overtredingen. Het probleem van het rijden onder invloed van alcohol of drugs zal samen met de Brusselse belanghebbenden diepgaander worden onderzocht, zodat er maatregelen kunnen worden voorgesteld. Een andere mogelijkheid die in samenwerking met de politiezones zou kunnen worden ontwikkeld, is de communicatie rond de controles om het gevoel van "risico op controle" en dus op bestraffing te vergroten.


Mijn diensten bestuderen ook verschillende preventieprogramma’s. Onder meer een programma voor de preventie van verkeersrisico’s ter attentie van middelbare scholen (hoger middelbaar). Die maatregelen zijn evenwel nog niet van toepassing.

Er worden voorts diverse projecten bestudeerd in samenwerking met de FOD Mobiliteit over de opvolging van de “recidivisten” om de huidige straffen te verstevigen met veeleer educatieve maatregelen. Verscheidene studies hebben immers aangetoond dat een opvolging waarbij een financiële straf gecombineerd wordt met een educatieve follow-up het meest doeltreffend is bij recidivisten. Men moet evenwel voor ogen blijven houden dat preventie alléén geen spectaculaire impact op dit fenomeen kan hebben.