Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende het arbeidsverzuim in de ION’s onder uw toezicht

Indiener(s)
Christophe De Beukelaer
aan
Pascal Smet, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Stedenbouw en Erfgoed, Europese en Internationale Betrekkingen, Buitenlandse Handel en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (Vragen nr 259)

 
Datum ontvangst: 29/09/2020 Datum publicatie: 15/12/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 13/11/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
13/10/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Ik had graag voor elk van de instellingen die onder uw toezicht staan, de gegevens voor het voorbije jaar en voor het lopende jaar gekregen.

- Wat is het totale verzuimpercentage? Op hoeveel niet-gewerkte dagen komt dat neer?
- Wat is het verzuimpercentage in de gewestelijke instellingen van eerste en tweede categorie?
- Wat is de uitsplitsing van de cijfers volgens de korte (0-1 maand), middellange (1 maand – 1 jaar) en lange duur (>1 jaar)?
- Wat is het aandeel van de werknemers met een arbeidsovereenkomst in het verzuimpercentage (in totaal, GOB en gewestelijke instellingen)?
- Wat zijn, in percentage, de redenen die voor het verzuim worden opgegeven?
- Welke maatregelen werden getroffen om het arbeidsverzuim in elk van de instellingen te verminderen?
- Hoeveel jaar blijft een werknemer in de overheidsbetrekking die onder uw toezicht staat? Met andere woorden, wat is de gemiddelde duur van een loopbaan in onze openbare instellingen, inclusief GOB en gewestelijke instellingen?
 
 
Antwoord    - Wat de DBDMH betreft :

Totaal ziekteverzuimcijfer
2019: 9,1%
2020 (januari-september): 10,6%

Niet-gepresteerde dagen
2019: 26.759 niet-gepresteerde dagen
2020: 23.113 niet-gepresteerde dagen
Het is niet mogelijk om een uitsplitsing naar duur te geven.

Aandeel contractuelen
2019: 7,7%
2020 (januari-september): 6,8%.

Redenen afwezigheden
Afwezigheden wegens ziekte / ongeval privéleven
2019: 7,7%
2020: 9,6%

Arbeidsongevallen
2019: 1,3%
2020 (januari-september): 1%.

De maatregelen die worden genomen om het absenteïsme te verminderen, zijn maatregelen op het gebied van het welzijn op het werk (ergonomie) en een betere opvolging van probleemgevallen door de sociale assistenten.

De DBDMH beschikt niet over een instrument om de gemiddelde duur van de loopbanen te bepalen.


-
Voor hub.brussels:

Op 15 oktober 2020 bedroeg het ziekteverzuim van 2020 binnen het agentschap 4,87 % (2186 dagen afwezigheid).

94 % van de afwezigheden in 2020 zijn afwezigheden van korte duur (minder dan een maand). De resterende 6 % zijn afwezigheden van middellange duur (tussen een maand en een jaar).

We vestigen de aandacht op het bijzondere karakter van ons agentschap, dat voor 94 % uit contractuelen bestaat. In absolute cijfers komen 93 % van de afwezigheden dus van de contractuelen. Om de afwezigheden per categorie beter in kaart te brengen, moet in aanmerking worden genomen dat het gemiddelde ziekteverzuimcijfer van de statutairen 8,9 % en dat van de contractuelen 4,65 % bedraagt.

De reden voor 99,9 % van de afwezigheden is ziekte. Voor de resterende 0,1 % zijn de afwezigheden te wijten aan arbeidsongevallen.

Het agentschap heeft verschillende hefbomen opgezet om het welzijn van de werknemers te verbeteren en om het ziekteverzuimcijfer te verlagen.

Eerst en vooral kunnen de werknemers dankzij de tevredenheidsenquête - een communicatiehefboom - anoniem de bronnen van stress op het werk en de motivatiefactoren binnen het agentschap rapporteren. Daardoor kan de Directie kennis nemen van de stressbronnen en daartegen optreden.

Voorts werd welzijn op het werk als een prioriteit onderscheiden in het vormingsplan 2020 (vormingshefboom). In functie van de geïdentificeerde noden kunnen de N+1 de leden van hun ploegen inschrijven voor vormingen die ertoe bijdragen om de levenskwaliteit op het werk te verbeteren (bijvoorbeeld: stress- en tijdsbeheer...).

Ten derde beoogt het agentschap arbeidsvoorwaarden voor te stellen die tot een beter evenwicht tussen het beroeps- en het privéleven leiden: flexibel uurrooster, telewerk...

De gemiddelde carrièreduur binnen het agentschap bedraagt acht jaar. 10 % van het personeel heeft een anciënniteit van 21 jaar of meer, 23 % tussen 11 en 20 jaar en 67 % tien jaar of minder.

Aangezien het agentschap pas sinds januari 2018 bestaat, wordt de carrièreduur op basis van de anciënniteit in de vroegere instellingen (Impulse, Atrium en BIE) bepaald.