Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de gevolgen van de hoge hitte voor oogsten en vee in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Indiener(s)
Emin Özkara
aan
Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 534)

 
Datum ontvangst: 07/10/2020 Datum publicatie: 11/01/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 01/12/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
26/10/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Deze zomer hebben we een nationale klimatologische hittegolf meegemaakt van 5 tot 16 augustus 2020 (12 dagen hittegolf). De week van 6 tot 12 augustus 2020 was ook de warmste week in België sinds 1833, met een gemiddelde maximumtemperatuur van 33,5 graden in Ukkel. De afgelopen maanden waren ook gekenmerkt door weinig neerslag. Volgens het KMI wordt de droogte in België structureel.

De grote hitte, de structurele droogte en deze recordtemperatuur in onze regio brengen het probleem van de opwarming van de aarde en het vermogen van ons stadsgewest om via lokale actoren en duurzame productiemiddelen voedsel voor de bevolking van ons Gewest te produceren, opnieuw op de voorgrond.

Naar aanleiding van deze recordtemperaturen, het lage aantal regendagen en de aankondiging van de structurele aard van de droogte in België, zou ik graag willen weten voor ons Gewest:

1. Wat zijn de effecten en/of gevolgen van deze hoge temperaturen voor gewassen en vee? Welke cijfers heeft u over dit onderwerp?

2. Worden uitzonderlijke financiële steunmaatregelen voor landbouwers in ons Gewest aangevraagd en/of in overweging genomen?
 
 
Antwoord    1/

De informatie waarover de administratie beschikt over dit onderwerp, stelt dat de droogte schade aan bepaalde gewassen en extra kosten voor irrigatie voor de Brusselse producenten heeft veroorzaakt. Aan de voorwaarde van “uitzonderlijke klimaatomstandigheden” (zie hieronder) is niet voldaan.


2/

Sinds de zesde staatshervorming, behoren de landbouwrampen tot de bevoegdheden van Brussel Economie & Werkgelegenheid.

In geval van uitzonderlijke schade aan gewassen als gevolg van uitzonderlijke klimaatomstandigheden (met name droogte) kan een procedure worden ingeleid die vergelijkbaar is met de procedure voor de erkenning van landbouwrampen.

Ten eerste, moet worden aangetoond dat de weersomstandigheden die de schade hebben veroorzaakt extreem en uitzonderlijk zijn voor het betrokken gebied en dat ze zich in de afgelopen twintig jaar niet meer dan één keer hebben voorgedaan. Om dit te bepalen worden statistische gegevens opgevraagd bij het KMI.

Desgevallend, moet de werkelijke schade aan de gewassen worden gemeten door een schadevaststellingscommissie, bestaande uit landbouwdeskundigen (voor de betreffende gewassen) en de administratie (gemeente enerzijds en het landbouwteam van BEW) bijeen te roepen. Als de schade ten minste 30% bedraagt, als de totale schade aanzienlijk is en als de individuele schade ten minste enkele duizenden euro's bedraagt, kan een schadevergoeding worden overwogen.

In 2020 zijn geen aanvragen ingediend bij het BHG. Er worden geen andere vormen van financiële steun onderzocht.