Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de ontwikkelingssamenwerking met landen van het Afrikaanse continent.

Indiener(s)
Emin Özkara
aan
Pascal Smet, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Stedenbouw en Erfgoed, Europese en Internationale Betrekkingen, Buitenlandse Handel en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (Vragen nr 277)

 
Datum ontvangst: 16/10/2020 Datum publicatie: 13/01/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 20/11/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
29/10/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Zoals u weet, vereisen de uitdagingen van de globalisering en het nakomen van onze verbintenissen inzake internationale solidariteit dat we binnen onze middelen en op alle gezagsniveaus bijdragen tot de emancipatie en de verbetering van de levensomstandigheden van volkeren van landen die soms aan de andere kant van de wereld liggen. Samenwerkingsprogramma's en partnerschappen met regio's, steden en gemeenten over de hele wereld scheppen niet alleen banden en leiden tot lokale oplossingen, maar brengen ook echte vriendschapsbanden tot stand. Elk jaar komen de Brusselse gemeenten en hun respectieve schepenen bevoegd voor ontwikkelingssamenwerking bijeen tijdens een door het Gewest georganiseerde rondetafelconferentie om na te gaan hoe de inspanningen op het vlak van ontwikkelingssamenwerking kunnen worden opgevoerd. De betrekkingen tussen het Gewest en de gemeenten op het vlak van internationale solidariteit blijven zich ontwikkelen.

Ik had u graag de volgende vragen gesteld over de ontwikkelingssamenwerking met landen van het Afrikaanse continent:

1. Welke samenwerkingsprogramma's/partnerschappen worden thans bestudeerd of zijn al opgestart door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest? Welke landen, regio's en steden zijn daarbij betrokken en/of krijgen voorrang? Welke sectoren en thema's komen aan bod? Welke ministers en staatssecretarissen zijn daarbij betrokken?

2. Van welke netwerken maakt het Brussels Hoofdstedelijk Gewest deel uit?

3. Zijn er ontwikkelingssamenwerkingsprojecten uitgevoerd met Senegal, Marokko, Algerije, Tunesië, Guinee, Guinee-Bisseau, de Democratische Republiek Congo en Congo? Zo ja, welke? Zo neen, zijn er dan daartoe contacten gelegd?
 
 
Antwoord    1/

Twee Afrikaanse landen zijn prioritair voor de Brusselse ontwikkelingssamenwerking, namelijk Marokko en de Democratische Republiek Congo. Voor elke partnerregio richten we onze inspanningen op respectievelijk de regio’s Rabat-Salé-Kénitra en de stadsprovincie Kinshasa.

Voor meer details over de concrete acties die met de partners of de verschillende betrokken leden van de Brusselse regering of administraties worden uitgevoerd, verwijs ik u naar het laatste jaarverslag over de Brusselse ontwikkelingssamenwerking:
https://international.brussels/2020/10/publication-du-rapport-annuel-2019-de-la-cooperation-bruxelloise-au-developpement/?lang=nl.

Dit verslag werd aan het Brussels Parlement toegezonden overeenkomstig de ordonnantie van 27 juli 2017 tot opstelling van een kader voor de Brusselse ontwikkelingssamenwerking.


2/

Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is momenteel lid van drie internationale netwerken die van bijzonder belang zijn voor de ontwikkelingssamenwerking.

In de eerste plaats PLATFORMA, de pan-Europese coalitie van steden en regio's - en hun nationale, Europese en wereldwijde verenigingen - die actief zijn op het gebied van ontwikkelingssamenwerking tussen steden en tussen regio's.
Ten tweede het ‘Wereldfonds voor Stedelijke ontwikkeling (vrij vertaalde naam). En tenslotte Metropolis.


3/

Op het Afrikaanse continent voert Brussels International alleen in de twee in punt 1 genoemde partnerregio's ontwikkelingssamenwerkingsprojecten uit. Voor andere gewestelijke acties op het gebied van internationale solidariteit in Afrikaanse landen verwijs ik ook graag naar het eerder genoemde jaarverslag over de ontwikkelingssamenwerking in Brussel.