Schriftelijke vraag betreffende de toepassing van het gezamenlijk decreet en ordonnantie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de openbaarheid van bestuur bij de Brusselse instellingen op het vlak van actieve en passieve openbaarheid.
- Indiener(s)
- Sadik Köksal
- aan
- Bernard Clerfayt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering, Plaatselijke Besturen en Dierenwelzijn (Vragen nr 498)
Datum ontvangst: 28/10/2020 | Datum publicatie: 14/01/2021 | ||
Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 20/21 | Datum antwoord: 23/11/2020 |
Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
13/11/2020 | Ontvankelijk | p.m. |
Vraag | Het gezamenlijk decreet en ordonnantie van 16/05/2019 (BS 7/06/2020) hebben tot doel bestuurlijke transparantie te versterken door de toegang tot bestuursdocumenten en milieu-informatie te vergemakkelijken. Het legt de bestuurlijke overheden verplichtingen op inzake passieve en actieve openbaarheid. Ik wens te weten of de bepalingen inzake transparantie in dit gezamenlijk decreet en ordonnantie correct worden toegepast in de volgende besturen die, tenzij ik me vergis, onder uw gezamenlijk toezicht staan: - Brussel Economie en Tewerkstelling - Hub Brussels |
Antwoord | Ik dank u voor deze vraag, maar zij valt onder de bevoegdheid van de heer Sven Gatz en van mevrouw Barbara Trachte. |