Schriftelijke vraag betreffende de ondersteuning van de webplatformen.
- Indiener(s)
- David Leisterh
- aan
- Barbara Trachte, staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Economische Transitie en Wetenschappelijk Onderzoek (Vragen nr 277)
Datum ontvangst: 09/11/2020 | Datum publicatie: 19/01/2021 | ||
Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 20/21 | Datum antwoord: 13/01/2021 |
Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
24/11/2020 | Ontvankelijk | p.m. |
Vraag | Tal van KMO’s blijven ons nog steeds interpelleren over de financiële problemen waarmee ze te kampen hebben sinds het begin van de pandemie gelieerd aan Covid-19. Ondanks het feit dat verschillende steunverleningen toegekend werden tijdens de eerste golf kunnen ze in de huidige context hun activiteiten niet volledig heropstarten wegens de maatregelen die ze moeten naleven (telewerk, verminderd contact met de klanten, enz.). Deze KMO’s blijven nochtans verplicht lasten te dragen terwijl ze soms een daling van hun omzet tot 75% optekenen. Dit is bijvoorbeeld het geval van een webplatform dat de toekomstige bewoners van rusthuizen en serviceflats in verbinding brengt met de instellingen die het best aan hun eisen zouden kunnen voldoen. Deze KMO waarvan de sector in grote moeilijkheden verkeert, zou slechts een steun ten belope van 2.000 euro voor een periode van 8 maanden hebben gekregen sinds het begin van de pandemie. Op grond van de voorgaande informaties wens ik u volgende vragen te stellen: 1. Eerst en vooral, op welke gewestelijke hulpverleningen zouden deze KMO’s die nog steeds een substantieel omzetverlies optekenen aanspraak kunnen maken? 2. Wordt er momenteel gekeken naar bijkomende premies om tegemoet te komen aan deze dringende behoefte? 3. Welke kosten zouden, volledig of gedeeltelijk gedekt kunnen worden aangaande het webplatform? 4. Tot slot worden specifieke hulpverleningen gelieerd aan de activiteit van de rusthuizen en de serviceflats momenteel door de regering onderzocht? |
Antwoord | Er bestaat momenteel geen aparte COVID-19-premie voor kmo’s die actief zijn in de webplatformsector. De regering heeft zich, binnen de perken van haar begroting, toegespitst op de handelszaken en ondernemingen waarvan de activiteiten in de eerste plaats uitdrukkelijk getroffen zijn door de inperkingsmaatregelen en vervolgens op degene die er de gevolgen van hebben moeten dragen. De compensatiepremie van 2000 EUR was in die context effectief bestemd voor alle zelfstandigen met omzetverlies. Ondernemers uit de eventsector kwamen in aanmerking voor de zogenaamde “Evenementenpremie”. Sommige zelfstandigen kiezen ervoor om hun beroep uit te oefenen door de lasten te bundelen via een tewerkstellingscoöperatie of een gedeelde onderneming. Zij vielen niet onder het toepassingsveld van de premies omdat ze geen eigen BTW-nummer hebben (type Smart/DiES-BRUCOOP en RCOOP). De regering heeft aldus beslist een gedelegeerde opdracht aan finance&invest.brussels voor deze tewerkstellingscoöperaties toe te kennen. De Gimb kan aldus leningen tegen een verlaagde rentevoet toekennen aan haar coöperaties, zodat zij, op hun beurt, leningen kunnen toekennen aan de ondernemingen die bij hen aangesloten zijn. De “Recover-leningen” en de opvolger hiervan, het zogenaamde “overwinteringskrediet”, die via Brusoc worden toegekend, zijn ook bestemd voor de zko’s en zelfstandigen uit alle sectoren. Bovendien kunnen, net zoals alle andere Brusselse kmo’s, ook de ondernemingen uit de websector aanspraak maken op steunmaatregelen in het kader van de ordonnantie van 3 mei 2018 betreffende de steun voor de economische ontwikkeling van ondernemingen. De specifieke steunmaatregelen voor de sector van de rusthuizen en service-flats vallen niet onder mijn bevoegdheid. |