Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende het kadaster van oude gebouwen

Indiener(s)
Hasan Koyuncu
aan
Pascal Smet, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Stedenbouw en Erfgoed, Europese en Internationale Betrekkingen, Buitenlandse Handel en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (Vragen nr 289)

 
Datum ontvangst: 17/11/2020 Datum publicatie: 20/01/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 05/01/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
01/12/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    De situatie van het woningbestand in Brussel wordt gekenmerkt door oude tot zeer oude gebouwen, aangezien slechts 6,6% van de gebouwen na 1981 werd gebouwd (statbel.fgov.be).

Het is ook duidelijk dat nieuwere gebouwen statistisch gezien minder schade hebben en dat de desbetreffende schadegevallen over het algemeen statistisch gezien minder kosten met zich meebrengen.

Beschikt u over een nauwkeurige cartografie, een kadaster in het Brussels Gewest van gebouwen die dateren van voor 1900?

Welke initiatieven neemt ons Gewest voor zeer oude gebouwen, zowel openbare als particuliere, met name op het gebied van risico's (schade, enz.)?

Kan een preventiecampagne worden overwogen voor eigenaars van gebouwen van vóór 1900 om de bevolking bewust te maken van de risicoanalyse en/of de preventiemaatregelen die voor dergelijke gebouwen moeten worden genomen?
 
 
Antwoord    Via zijn Directie Patrimonium heeft Urban BPV hierover bewustgemaakt in verschillende werkgroepen en neemt het deel aan de werken van het internationale en Belgische “Blauwe Schild” waarvan ze het voorzitterschap waarneemt.

Urban ontwikkelt een preventietool via een vademecum dat zich momenteel in de testfase bevindt. De bedoeling is om de bezitters van erfgoed te sensibiliseren om een noodinterventieplan uit te werken.

Dat protocol is gericht op de eigenaars en huurders van beschermde gebouwen met erfgoedkundig belang, de beheerders van culturele goederen, de leden van de kerkfabrieken, de museumconservatoren en hun ploegen, de archivarissen en bibliothecarissen en breder bekeken de erfgoedgemeenschappen die betrokken zijn bij het beheer van de goederen en de bezitters ervan, eigenaars van gebouwen, kunsthandelaars, handelaars, restaurateurs... Het zou “fysiek” aanwezig moeten zijn in elk cultureel goed opdat zowel de betrokken leden van de erfgoedgemeenschap als de interventiediensten op crisissen kunnen anticiperen en de schade kunnen beperken.

Erfgoed, of het nu bouwkundig, archeologisch, roerend of immaterieel is, is een kwetsbare, niet-hernieuwbare bron. Om ervoor te zorgen dat ook de toekomstige generaties ervan kunnen genieten, moet de bewaring ervan in geval van schade worden opgenomen in de duurzame ontwikkeling en beheer van het grondgebied. Omdat het deel uitmaakt van het stads- en cultuurweefsel van het gewest is erfgoed niet gevrijwaard van vrijwillige of onvrijwillige natuurlijke of menselijke beschadigingen.

Urban is zich daar bijzonder van bewust. Onze bedoeling is om de beheerders van culturele goederen te begeleiden om hen te helpen de juiste beschermingsmaatregelen te nemen bij rampen om op die manier zoveel mogelijk de verandering of zelfs verdwijning van ons cultureel erfgoed te beperken. Daarvoor steunen we op de expertise van UNESCO, ICCROM, het Blauwe Schild en de hulpdiensten.

De uitwerking van bewaringsplannen voor complexe goederen die open zijn voor het publiek is een opdracht die enkel in overleg met de beheerders/eigenaars en de urgentiediensten, evenals met de gemeentelijke en gewestelijke overheden kan worden gepland en die in een interventieplan op grotere schaal moet worden opgenomen. Van preventie tot interventie, de terbeschikkingstelling van een gids met “generieke” bepalingen kan een nuttig hulpmiddel zijn voor elke beheerder van een cultureel goed, privé of openbaar, en biedt behalve een analysemethode ook bewaarmaatregelen aan en een noodprotocol dat bij een interventie moet worden toegepast.

Hoewel het niet bindend is, verzoekt Urban de beheerders van culturele goederen om een schriftelijk protocol op te stellen met de sleuteletappes van de procedure om nuttige informatie te voorzien in geval van schade, de interveniënten te identificeren en te herinneren aan de richtlijnen die bij een interventie moeten worden gevolgd, zowel voor de veiligheid van de mensen als van de te beschermen erfgoedelementen. Het protocol bevat ook een reeks documenten zoals plannen en inventarisfiches.

Dat document, dat we “noodbewaringsplan” noemen, doelt op een gerichte manier op het cultureel erfgoed. Het kan pas worden toegepast nadat de focus op mensen lag, wat altijd voorrang moet krijgen, en is dus een aanvulling op de normale noodmaatregelen.

De doelstelling van deze oefening is om bewust te zijn van bepaalde risico’s, er zeker van te zijn dat er voldoende preventiemaatregelen werden genomen om de gevolgen in geval van schade te beperken en om zo snel mogelijk op te treden om de belangrijkste culturele goederen in veiligheid te brengen en terug te krijgen.