Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende het buitenlands handelsbeleid tussen het Brussels Gewest en Vietnam, door het prisma van de mensenrechten

Indiener(s)
David Weytsman
aan
Pascal Smet, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Stedenbouw en Erfgoed, Europese en Internationale Betrekkingen, Buitenlandse Handel en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (Vragen nr 346)

 
Datum ontvangst: 22/01/2021 Datum publicatie: 11/03/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 10/03/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
08/02/2021 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Onlangs hadden mijn collega Latifa Aït-Baala en ik de gelegenheid om van gedachten te wisselen met een delegatie van Vietnamese activisten die zich inzetten voor de mensenrechten in hun land van herkomst. Het huidige regime is gebaseerd op één partij, één vakbond, geen vrijheid van godsdienst en geen persvrijheid. Bovendien zijn sommige werkgevers volgens de delegatie niet erg scrupuleus als het gaat om de arbeidsomstandigheden van hun werknemers. Ik was trouwens helaas al op de hoogte van deze feiten. Daarom zou ik u, in uw hoedanigheid van staatssecretaris voor Buitenlandse Handel en Internationale Betrekkingen, het volgende willen vragen:

- Hoe houdt het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in zijn handel met Vietnam rekening met de doelstellingen inzake de eerbiediging van de mensenrechten die zijn opgenomen in het Europees Vrijhandelsverdrag tussen de EU en Vietnam?

- Doet Brussel zaken met dergelijke bedrijven? Hoe kunnen we daar zeker van zijn?

- Meer algemeen nu, om het grote geheel beter te begrijpen: hoe zou u het buitenlandse handelsbeleid omschrijven dat u voert tussen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en Vietnam? Op welke uitdagingen en kansen baseert u dit handelsbeleid?
 
 
Antwoord    Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest spreekt zich systematisch uit voor sterke en bindende mensenrechtenclausules in alle handelsonderhandelingen waaraan het deelneemt. Dit standpunt werd dan ook tijdens DGE-vergaderingen door het Brussels Gewest ingenomen tijdens de onderhandelingen tussen de EU met Vietnam over zowel de vrijhandelsovereenkomst (FTA - exclusieve bevoegdheid van de EU) als de overeenkomst inzake de bescherming van investeringen (IPA - gemengde bevoegdheid, die door de lidstaten, met inbegrip van het Brussels Parlement, nog moet worden geratificeerd).

Naast de herbevestiging van dit engagement door beide partijen in de preambule van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, behoren de mensenrechten tot de niet-handelsaspecten die worden bestreken door een speciaal hoofdstuk over duurzame ontwikkeling (hoofdstuk 13), naast clausules over arbeidsrechten en het milieu.


De betrokkenheid van het maatschappelijk middenveld wordt gewaarborgd door een gespecialiseerde comité voor handel en duurzame ontwikkeling, die bestaat uit vertegenwoordigers van de EU en Vietnam en eenmaal per jaar bijeenkomt of op uitdrukkelijk verzoek van een van de partijen. Dit gespecialiseerde comité staat zelf onder toezicht van het Handelscomité, dat toezicht houdt op alle aspecten van het Verdrag. De door deze comités opgestelde verslagen zullen nauwlettend worden gevolgd door de Commissie, die vanaf 2017 een verslag zal publiceren over de uitvoering van de vrijhandelsovereenkomsten. Ook het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is niet van plan passief te blijven en zal bijzondere aandacht besteden aan deze aspecten en rapporten.

Het Gewest zal ook niet aarzelen om haar bezorgdheid over de eerbiediging van de mensenrechten, zowel voor dit verdrag als voor alle andere, onder de aandacht van de Commissie te brengen. Zo nodig zal zij worden verzocht vergeldingsmaatregelen te overwegen in geval van niet-naleving van deze clausules. In het kader van de bijdrage van ons Gewest aan de herziening van het handelsbeleid van de Europese Commissie heeft ons Gewest dit tot een van zijn belangrijkste prioriteiten gemaakt.

Vietnam is geen belangrijke handelspartner voor het Brussels Gewest. Toch zijn er veel kansen in de (duurzame) energie- en infrastructuursectoren.

Brusselse bedrijven doen vooral zaken via overheidsopdrachten (in de sectoren energie en infrastructuur), via plaatselijke bedrijven en zelfstandigen (IT), of in partnerschap met ter plaatse gevestigde Belgen.

Hub.brussels analyseert de reputatie van de (Vietnamese) bedrijven die zij rechtstreeks voorstelt aan Brusselse bedrijven. Daarvoor, staat de lokale en economische attaché in contact met de Internationale Kamers van Koophandel en de Belgische ambassadeur in Vietnam. Zij is goed op de hoogte van het plaatselijke economische landschap en houdt rekening met alle negatieve informatie over een persoon of bedrijf.

Hub.brussels analyseert echter niet de partnerbedrijven die Brusselse bedrijven zelf ter plaatse vinden. Men kan er nooit helemaal zeker van zijn dat de keten van zakenpartners de mensenrechten eerbiedigt. Om bedrijven bewust te maken van dit aspect, heeft hub.brussels een brochure gepubliceerd "Voor een meer duurzaam ondernemerschap op internationaal niveau".



Ten slotte verwijs ik met betrekking tot de vraag hoe het buitenlandse handelsbeleid wordt vormgegeven naar drie instrumenten:
- Het Belgisch-Vietnamese partnerschap in de landbouw
- De vrijhandelsovereenkomst EU-Vietnam
- De algemene beleidsverklaring van de regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest waarin de handel met Zuid- (Oost-) Azië centraal staat.

Wij willen de Brusselse knowhow naar deze regio exporteren, met name in de energie- en infrastructuursectoren waarin het BHG zich als pionier positioneert (passiefgebouwen, circulair bouwen, proptech).