Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende het in aanmerking nemen van de inspraak van de burgers zoals verwoord in de overlegcommissie

Indiener(s)
Céline Fremault
aan
Pascal Smet, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Stedenbouw en Erfgoed, Europese en Internationale Betrekkingen, Buitenlandse Handel en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (Vragen nr 374)

 
Datum ontvangst: 25/01/2021 Datum publicatie: 29/04/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 26/04/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
10/03/2021 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Aan het einde van de jaren zeventig zorgden bijzondere bekendmakingsmaatregelen, gekoppeld aan de wijze van uitvoering van het eerste sectorplan, voor een historische doorbraak in het beheer van de stedenbouw in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Vanaf dat moment zijn het openbaar onderzoek en de overlegcommissie onderdeel van het proces voor het beheer van de stedenbouwkundige vergunningen. De ordonnantie van 29 augustus 1991 heeft aan deze procedurebepaling rechtskracht en regelgevende waarde gegeven. Deze procedure bestaat alleen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Deze doorbraak is op gang gebracht door bewonerscomités die de ondoorzichtigheid van de overheidsinstanties bij de besluitvorming over stedenbouw en ruimtelijke ordening niet langer accepteren. Deze bewonerscomités werden gesteund door de ARAU, die bij deze gelegenheid werd opgericht.
Het openbaar onderzoek en de overlegcommissie zijn twee bevoorrechte ruimten in het proces van het beheer van een stedenbouwkundige vergunning, in die zin dat zij de plaatsen zijn waar de burger kennis kan nemen van en zich kritisch kan uitspreken over de onderzochte dossiers. Wij waarderen de inspanning van de burger om de tijd te nemen zich in te zetten voor de ontwikkeling van zijn stad en zich uit te spreken ten overstaan van de projectleider en de overheid.
Deze geestesgesteldheid komt tot uiting in de beleidsverklaring van de regering voor de periode 2019-2024, waarin het volgende staat :
“ ... In de meeste bevoegdheidsdomeinen, voor de goedkeuring van grote inrichtings- en mobiliteitsprojecten en afgezien van de verplichte overlegregels zal de Regering er de voorkeur aan geven om het overleg met en de participatie van de betrokken inwoners en belanghebbende partijen te laten plaatsvinden in een vroeg stadium....
De Regering zal de plaatselijke besturen steunen in hun inspanningen om hun documenten transparant te maken, hun beslissingen openbaar te maken en een goed bestuur te waarborgen....”
Vandaag kan de vraag worden gesteld of de overlegcommissie nog steeds haar rol vervult van democratische klankkast voor de uitingen van de burgers, zoals zij voor ogen stond toen zij werd opgericht en zoals zij de zittende regering heeft geïnspireerd. Het is duidelijk dat steeds meer burgers zich afvragen of met hun schriftelijk of mondeling in de overlegcommissie geuite meningen wel rekening wordt gehouden, een situatie die gevoelens van frustratie en onbegrip oproept.
Uiteraard vormt de afgifte van een stedenbouwkundige vergunning een subtiel evenwicht, waarbij rekening moet worden gehouden met een groot aantal te beoordelen parameters, waarvan de ene de andere niet uitsluit; wetende dat, volgens de jurisprudentie van de Raad van State, de klachten deel uitmaken van deze parameters.
Concreet gaat het mij om het volgende: houdt de overlegcommissie bij het uitbrengen van haar advies rekening met het gewicht van de door de burgers geuite meningen?
Graag een antwoord op volgende vragen :
- Krijgt u of uw kabinet feedback van burgers die hun twijfels uiten over de vraag of hun mening wel echt in aanmerking wordt genomen wanneer een bouwvergunning wordt verleend?
Wat is uw mening over de huidige situatie met betrekking tot deze kwestie?
- Wordt er op uw niveau of op het niveau van de regering reeds nagedacht over manieren om elk gevoel van uitsluiting van bepaalde burgers van de procedures voor de afgifte van vergunningen weg te nemen en aldus opnieuw een klimaat van luisterbereidheid en verstandhouding tot stand te brengen dat bevorderlijk is voor een beter begrip?
Zou het niet aangewezen zijn om bijvoorbeeld te werken aan een circulaire die ons zou herinneren aan enkele basisregels voor het beheer van de werkzaamheden van de overlegcommissie? In deze circulaire zou met name worden vermeld dat het noodzakelijk is om
§ haar werkwijze correct toe te passen, zoals bepaald in artikel 9 van het besluit van de Regering van 29 juni 1992 betreffende de overlegcommissies;
§ te zorgen voor praktische en comfortabele omstandigheden voor uiteenzettingen en debatten voor alle deelnemers
§ zo spoedig mogelijk volledige en toegankelijke notulen op te stellen, rekening houdend met de goedkeuringsfase ervan.
 
 
Antwoord    Zo nu en dan ontvangen we mails van burgers of wijkcomités met daarin hun advies of standpunt over een concreet project. Ze vragen ons er ook in om daarmee rekening te houden bij de analyse van het dossier.

Ik herinner eraan dat een burger in Brussel op twee momenten zijn/haar advies of bezwaar kan uitbrengen, namelijk tijdens het openbaar onderzoek en, als hij/zij daarom verzoekt, tijdens de overlegcommissie. Deze dubbele mogelijkheid bestaat niet in andere gewesten. Dat moet wel benadrukt worden.

Ten tweede moet een stedenbouwkundige vergunning, om in regel te zijn, globaal voldoen aan de bezwaren en opmerkingen die tijdens het openbaar onderzoek en/of de overlegcommissie ter kennis van de vergunningverlenende overheid werden gebracht. De rechtspraak van de Raad van State laat daarover geen enkele beoordelingsmarge bestaan. Een vergunningsbeslissing die niet voldoende rekening houdt met de bezwaren en opmerkingen zal vernietigd worden door de Raad van State.

Op dit moment wordt er geen ontwerp van rondzendbrief voorzien. In dat opzicht lijken de werkingsmethodes van de overlegcommissie, ingevoerd door artikel 9 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van 29 juni 1992 betreffende de overlegcommissies, voldoende duidelijk en vereisen die geen extra verduidelijkingen via een rondzendbrief. Tijdens maandelijkse vergaderingen tussen de gemeentebesturen, Brulocalis, Urban.Brussels en mijn kabinet zijn er daarover nooit opmerkingen geweest.


Overeenkomstig artikel 11 van het genoemde besluit houden de gemeenten een register bij van de processen-verbaal. Dat register is publiek toegankelijk via inzage of via mededeling in afschrift, overeenkomstig het gezamenlijk decreet en ordonnantie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en de Franse Gemeenschapscommissie van 16 mei 2019 betreffende de openbaarheid van bestuur bij de Brusselse instellingen.

Ik zou wel twee elementen willen benadrukken:

- We hebben een rondzendbrief over de projectvergaderingen opgesteld.

Vandaag vindt er voor elk groot stedenbouwkundig project in Brussel een projectvergadering plaats met de overheid, met als doelstelling het delen van informatie en het verhogen van de wederzijdse betrokkenheid. Tijdens zo’n projectvergadering wordt het stedenbouwkundig kader toegelicht en communiceren we onze eisen en verwachtingen rond een ruim aantal thema’s zoals de functies van het gebouw, de densiteit, de architecturale kwaliteit, de integratie in de omgeving… De bouwheer / initiatiefnemer heeft op zijn beurt de mogelijkheid om de ambities van het project toe te lichten.

Deze nieuwe manier van werken, met projectvergaderingen helemaal bij aanvang van het traject, werpt vandaag reeds vruchten af. Initiatiefnemers appreciëren ten zeerste dat ze van bij aanvang duidelijkheid hebben over het kader en de verwachtingen en als stedenbouwkundige overheid zijn wij voortaan partners die samen een zo sterk mogelijk project vanuit het algemenen belang trachten te ontwikkelen en niet langer de overheid die aan de zijlijn staat en slechts helemaal op het einde van de rit beslist over het al dan niet verlenen van een bouwvergunning.

In een tweede stap, die we momenteel voorbereiden, zullen we een gelijkaardige oefening doen om de wederzijdse communicatie- en informatiestroom met de burger / buurtbewoner / gebruiker… in een veel vroeger stadium van het project mogelijk te maken en te stimuleren. Brusselaars zijn, zeer terecht, heel betrokken bij wat er zich in hun leefomgeving afspeelt en kennen die omgeving ook vaak als geen ander. Het is dan ook enorm belangrijk dat we de mogelijkheid voorzien om de informatie en de bezorgdheden die deze mensen hebben in een heel vroeg stadium met de initiatiefnemers van stedenbouwkundige projecten (en met de ons) te delen.

In de andere richting is het belangrijk dat die initiatiefnemers eveneens in een vroeg stadium informatie bezorgen aan de burger / buurtbewoner / gebruiker… rond hun ambities.

We gaan deze nieuwe dialoog verankeren in het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening want we zijn ervan overtuigd dat dit cruciaal is om de kwaliteit van élk stedenbouwkundig project in Brussel te verbeteren met telkens één doelstelling centraal: de levenskwaliteit van de Brusselaars verbeteren.

- Binnenkort beginnen we aan de evaluatie van de hervorming van het BWRO. Dat zal de kans bieden om alle vergunningsprocedures grondig te herzien, met inbegrip van de deelname van het publiek. De doelstelling is om vergunningen sneller af te leveren, zonder te raken aan de deelname van het publiek. Ik wil deze discussie wel zonder taboes opstarten, omdat er ook moet kunnen worden toegegeven dat sommige personen van oordeel zijn dat de overlegcommissie een doeltreffende procedure in de weg staat.