Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de geplande wijzigingen voor de stedenbouwkundige lasten

Indiener(s)
Geoffroy Coomans de Brachène
aan
Pascal Smet, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Stedenbouw en Erfgoed, Europese en Internationale Betrekkingen, Buitenlandse Handel en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (Vragen nr 375)

 
Datum ontvangst: 10/02/2021 Datum publicatie: 29/04/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 20/04/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
16/03/2021 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    In de Algemene Beleidsverklaring van de Brusselse Regering (ABV 2019-2024) (1) wordt het volgende vermeld: “In het kader van een voluntaristisch beleid van ruimtelijk en sociaal evenwichtige verdichting zal de Regering onderzoeken of het aangewezen en haalbaar is om het besluit betreffende de stedenbouwkundige lasten te wijzigen door een mechanisme toe te voegen waarmee het bedrag en de uitvoering van stedenbouwkundige lasten territoriaal gedifferentieerd kunnen worden. Om transparantie te waarborgen en democratische controle mogelijk te maken, zal de Regering zo spoedig mogelijk en ten laatste eind 2020 een voor het publiek toegankelijk register van de stedenbouwkundige lasten in het leven roepen, zoals voorzien in artikel 100 van het BWRO.”.

Graag een antwoord op volgende vragen:
1. Wat is de stand van zaken met betrekking tot de studie naar de wenselijkheid en haalbaarheid van een wijziging van het besluit betreffende de stedenbouwkundige lasten? Heeft u een advocatenkantoor opdracht gegeven dit te doen?
2. Welke vooruitgang is geboekt met betrekking tot het mechanisme voor territoriale differentiatie van het bedrag en de uitvoering van de stedenbouwkundige lasten? Zo ja, welke criteria en territoriale afbakeningen hebt u gehanteerd?
3. Vreest u niet dat hierdoor een probleem van ongelijke behandeling zal ontstaan dat door de Raad van State zou kunnen worden aangevochten?
4. Wat is de status van het stedenbouwkundig register als bedoeld in artikel 100 van het BWRO?
5. Kunnen wij, wetende dat de termijnen niet in acht werden genomen, concluderen dat het dossier is afgesloten? Zo niet, is er een nieuwe termijn vastgesteld?

http://www.parlement.brussels/de-algemene-beleidsverklaring-van-de-brusselse-regering/?lang=nl
 
 
Antwoord    Er werd een werkgroep opgericht binnen Urban om de hervorming van het besluit betreffende de stedenbouwkundige lasten te monitoren.
Deze werkgroep heeft bij verschillende (interne en externe) actoren de verschillende tekortkomingen van de bestaande tekst verzameld om die in het kader van de hervorming te verbeteren. In dat opzicht werden contacten gelegd met de verschillende openbare huisvestingsactoren (BGHM, Woningfonds, CItydev).

Er werd ook contact opgenomen met Perspective in het kader van zijn werk met betrekking tot de eventuele invoering van een heffing op de meerwaarde die voortvloeit uit een reglementswijziging. De doelstelling is om samenhang tussen beide mechanismen te verzekeren.

In dat kader wordt een ontwerptekst ter verbetering van het bestaande besluit opgesteld op basis van de opmerkingen die door Urban werden gebundeld.

Ik heb verzocht om de opstelling van een juridische nota over de analyse van twee nieuwe principes bestemd voor het modaliseren van de stedenbouwkundige lasten:
- de progressiviteit van de waarde van de lasten in functie van de toegelaten of gewenste dichtheid;
- het in aanmerking nemen van de projectlocatie in de bepaling van de waarde en uitvoering van de lasten.
Deze haalbaarheid wordt momenteel geanalyseerd. Het thema is complex en de kwestie van billijkheid en het proportionaliteits- en/of discriminatiecriterium worden vanzelfsprekend bestudeerd.

Parallel daarmee moet erop worden gewezen dat de Gewestelijke Beleidsverklaring het onderzoek voorziet van de instelling van een vergoedingsregeling van de vastgoedmeerwaarde. Welnu, deze regeling kan een toepassingsveld hebben dat geheel of deels gelijkt op dat van de stedenbouwkundige lasten.

Om overlapping te vermijden gebeurt dat werk in nauwe samenwerking tussen mijn kabinet, het kabinet van de minister-president, Urban en Perspective.

In de huidige fase gaat het project dus zijn gewone gang. Wat complexe mechanismes betreft, is deze analyse nog niet afgerond en is er momenteel de raadpleging van een economische raadgever nodig.

Het register van de stedenbouwkundige lasten is openbaar toegankelijk sinds 24 december 2020. Daarvoor werd een specifiek tabblad aangemaakt op het openpermits-platform. Het register van de stedenbouwkundige lasten is toegankelijk via de volgende link:
https://openpermits.brussels/nl/lasten. Daar kunnen momenteel 206 gewestelijke vergunningen worden geraadpleegd. Het dossier is dus niet afgesloten en wordt verdergezet.