Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de wijzigingen in de ontradingsparkings

Indiener(s)
David Weytsman
aan
Elke Van den Brandt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid (Vragen nr 825)

 
Datum ontvangst: 15/01/2021 Datum publicatie: 12/05/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 12/05/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
29/03/2021 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    De ontwikkeling van het aantal zogenaamde ontradingsparkings lijdt al meer dan 10 jaar onder een gebrek aan daadkracht van de opeenvolgende regeringen.
Het is niet nodig te herinneren aan aangegane verbintenissen die vervolgens niet werden nagekomen.
Deze keer gaat de regering "een stap verder" en kondigt zij aan dat zij van 3 parkings, Herrmann Debroux, Delta en Stalle, betaalparkings zal maken.
Gaat dit niet in de tegenovergestelde richting van wat werd verwacht? De drie betrokken parkings zijn zeer populair en zorgen ervoor dat de auto's aan de poorten van Brussel blijven en de straten van het Gewest niet verstopt raken.
Deze beslissing, voor zover zij wordt gehandhaafd, is in feite gericht tegen de automobilisten die naar Brussel komen.
Bovendien, waarom deze impopulaire stap nemen voor de parking Delta en Debroux als u van plan bent ze af te schaffen tegen 2025?
Deze invoering van een betaling is in meer dan één opzicht werkelijk verrassend, want zij zal het perverse effect hebben dat de pendelaars uit het zuiden van Brussel worden aangemoedigd om hun reis voort te zetten en dat zij zullen bijdragen tot de congestie van het Gewest.
Bovendien hebt u in de begroting aangegeven dat over de P+R Roodebeek wordt nagedacht.
Kunt u bijgevolg verduidelijken of dit voornemen om een vergoeding te vragen voor de parkings Delta en Debroux enerzijds en Stalle anderzijds nog steeds een definitief besluit is en wat de reden is voor deze maatregel, die tegen alle verwachtingen ingaat? Wat de P+R Roodebeek betreft, welke elementen hebben geleid tot een wijziging van het plan bij de herbestemming van deze parking? Wat zijn de alternatieven als de parking Roodebeek niet als P+R wordt gebruikt? Wanneer denkt het Gewest een beslissing te nemen?
 
 
Antwoord    P+R zijn een pijler van het mobiliteitsbeleid omdat zij een extra oplossing aanbieden voor eenieder die naar Brussel wilt komen maar zich de verplaatsing binnen Brussel wilt besparen. Uw vragen laten mij toe om een stand van zaken te geven over de manier waarop wij P+R beheren.
- In tegenstelling met wat vaak wordt gedacht, worden de gewestelijke P+R-parkings beheerd – d.w.z. het gebruik ervan aan bepaalde voorwaarden onderwerpen en ze betalend maken - in het voordeel van de pendelaars. Dit beheer laat toe om die parkings als P+R uit te baten (wat een overstap van auto naar OV veronderstelt), en niet als bestimmingsparking en nog minder als buurtparking.
- Het beheer van de gewestelijke P+R-parkings is het gevolg van een beslissing van de BHR van april 2015 die erop gericht is de toegang tot deze P+R-parkings te garanderen voor pendelaars. Een onbeheerde parking zal door een ander publiek gebruikt worden, ten koste van de pendelaars.
- In een andere beslissing van 2019 stelde de regering de toepasselijke tarieven vast.
- De eerste parkings die werden beheerd, waren de COOVI-parking (vóór de bouw van de infrastructuur) en de parking in Kraainem.
- Voor de parkings met vrije toegang (= onbeheerd) Herrmann-Debroux, Delta en Stalle zal hetzelfde schema worden gevolgd dat enkele jaren geleden werd ingevoerd.
- De parkings met vrije toegang worden voornamelijk gebruikt door niet-pendelaars (werknemers van de kantoren in de omgeving, buurtbewoners, langparkeerders, autowrakken ...); als gevolg daarvan kunnen deze P+R-parkings hun rol niet op doeltreffende wijze vervullen. Zo blijkt uit een telling dat slechts 40% van de gebruikers van de parking Herrmann-Debroux pendelaars zijn (periode vóór covid-19).
- Het beheer van de toegang tot een parking zal niet alleen garanties bieden inzake bevoorrechte toegang voor het publiek waarvoor de parking werd ontworpen, maar laat ook toe de veiligheid binnen de parking te verbeteren door de parking te reorganiseren, ze in overeenstemming te brengen met de PBM-normen en illegaal parkeren te voorkomen en zal ook de veiligheid van de gebruikers verhogen (bewakingscamera's).
- Vervolgens is het noodzakelijk om tariefvoorwaarden (weliswaar zeer preferentiële tarieven) op te leggen met het oog op de organisatie van het parkeren door personen zonder abonnement die slechts nu en dan gebruik maken van de parking (personen die af en toe pendelen, toeristen, bezoekers tijdens het weekend ...). De tarieven bedragen € 60 per jaar voor wie een abonnement heeft + € 1,5 per dag van gebruik en € 3 per dag voor occasionele gebruikers. Het gebruik van tarieven maakt het ook mogelijk om een onderscheid te maken tussen de verschillende vormen van gebruik, indien mogelijk (in de grootste parkings): voorwaarden voor buurtbewoners, gebruik bij evenementen (bv. in combinatie met een concert) enzovoort.
Om deze verschillende redenen:
- ligt de parking Roodebeek verder dan een andere P+R: de P+R Kraainem. P+R-gebruikers zullen daarom de voorkeur geven aan de parking Kraainem.
- werd de parking Roodebeek al "verkleind" door de uitbreiding van het MIVB-bushalte
- ligt de parking Roodebeek te ver in de stad en op te grote afstand van een structurerende verkeersader
- De parking Roodebeek komt veeleer tegemoet aan plaatselijke behoeften en het is voor dit plaatselijk gebruik dat een kader zou moeten worden gecreëerd.
De denkoefeningen over de toekomst van deze parking moeten nog worden gelanceerd door de betrokken administraties. Het is bijgevolg nog te vroeg om het in deze fase al te hebben over alternatieven en beslissingen.