Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de discriminatie van eigenaars van assistentiehonden

Indiener(s)
David Weytsman
aan
Pascal Smet, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Stedenbouw en Erfgoed, Europese en Internationale Betrekkingen, Buitenlandse Handel en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (Vragen nr 391)

 
Datum ontvangst: 26/01/2021 Datum publicatie: 03/05/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 03/05/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
30/03/2021 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Autonomie, inclusie en toegankelijkheid zijn grondbeginselen van het VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap. Om deze beginselen in acht te nemen, moeten sommige mensen geholpen en begeleid worden door een assistentiehond. Laten we niet vergeten dat assistentiehonden een essentiële rol spelen bij de verbetering van de autonomie, de veilige verplaatsingen en de levenskwaliteit van de eigenaars. In sommige situaties zijn honden doeltreffender dan menselijke hulp. Het gaat er dus om dat deze mensen met hun assistentiehond toegang moeten kunnen krijgen tot de plaatsen en locaties die zij wensen, behalve in uitzonderlijke gevallen en gerechtvaardigd op een objectieve en redelijke manier.

· Wat heeft de Brusselse regering gedaan om ervoor te zorgen dat personen met assistentiehonden dezelfde "kansen" hebben als autonome personen? Zowel wat betreft de toegang tot werkgelegenheid en huisvesting, als het gebruik van het openbaar vervoer, de toegang tot openbare en particuliere plaatsen, ziekenhuizen enz.
· Met wat voor soort discriminatie hebben eigenaars van assistentiehonden te maken, voor zover u weet? Hebt u cijfers om uw woorden te staven?
· Is er nieuwe discriminatie ontstaan ten gevolge van de pandemie van het coronavirus? Welke is dat en wat doet u om deze uit te roeien?
· Vindt u de anti-discriminatiemaatregelen van de Brusselse regering voldoende in deze specifieke kwestie? Om welke redenen?
· Hebt u uw teams opgedragen een analyse uit te voeren van een Brussels wettelijk kader inzake de toegang van assistentiehonden in gebouwen? Wat blijkt daaruit?
· Wat doet de regering om het welzijn van assistentiehonden te verzekeren?
 
 
Antwoord    De GSV wijdt een volledige titel(Titel IV) aan de toegankelijkheid van gebouwen voor personen met beperkte mobiliteit. De voorschriften van deze titel zijn verplicht en gelden voor alle voor het publiek toegankelijke gebouwen of uitrustingen, ongeacht hun grootte, gaande van het station tot de geldautomaat (cf.art. 1, § 3 voor de lijst van de betrokken gebouwen en uitrustingen).

Deze normen zijn van toepassing op alle handelingen en werken die onderworpen zijn aan een stedenbouwkundige vergunning of vrijgesteld zijn van een stedenbouwkundige vergunning en die worden uitgevoerd aan nieuwe of bestaande bouwwerken en uitrustingen voor openbaar gebruik.

De GSV legt inrichtingsnormen op met betrekking tot:
°de toegang tot de gebouwen:
gebruik van het internationaal toegankelijkheidssymbool, toegangsweg, kenmerken van de toegangshelling, toegangsdeur,
°de toegang tot de parkeerruimten (in gebouwen): parkeerplaatsen voorbehouden voor PBM’s,
°de verplaatsing binnenin de gebouwen: markering, gangen, binnendeuren, liften, trappen,
de uitrustingen: toiletten, badkamers, paskamers, douchecellen, kamers, openbare uitrustingen, loketten, stoelen.

Voor verdere antwoorden op uw vragen over de specifieke problematiek van assistentiehonden, die buiten mijn bevoegdheid van Stedenbouw vallen, verwijs ik u door naar de antwoorden van mijn collega’s.