Schriftelijke vraag betreffende de coördinatie tussen de veiligheidsagenten van de MIVB en de politiediensten
- Indiener(s)
- Latifa Aït Baala
- aan
- Rudi Vervoort, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van gewestelijk Belang (Vragen nr 539)
| Datum ontvangst: 11/02/2021 | Datum publicatie: 12/05/2021 | ||
| Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 20/21 | Datum antwoord: 10/05/2021 | |
| Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
| 30/03/2021 | Ontvankelijk | p.m. |
| Vraag | Op maandag 1 februari 2021 vond een poging tot vrouwenmoord plaats bij het Weststation in Molenbeek. Welke maatregelen zijn er, in samenwerking met minister Van den Brandt, getroffen om de totale veiligheid op elk moment van de dag te garanderen? Wat hebt u bovendien ingevoerd en ontwikkeld om de veiligheid van vrouwen op de kwetsbaarste momenten te waarborgen? Dit trieste "incident" stelt het gebrek aan veiligheid voor vrouwen in het Brusselse openbaar vervoer aan het licht. Volgens het Parket waren het jongeren die de vermeende dader arresteerden en hem aan de politie overleverden. Hoe zorgt u bijgevolg voor de coördinatie tussen de veiligheidsagenten van de MIVB en de politiediensten? |
| Antwoord | Op 14 januari 2021 keurde de Brusselse Hoofdstedelijke Regering het Globaal Veiligheids- en Preventieplan (GVPP) voor de periode 2021-2024 goed. Zowel de veiligheids- en preventieactoren in het Brussels Gewest als de lokale, gewestelijke, gefedereerde en federale partners van Brussel Preventie en Veiligheid (BPV), waaronder de MIVB, kregen inspraak bij de uitwerking van dat plan, die verliep onder leiding van BPV. Dat plan legt de gewestelijke prioriteiten op het vlak van veiligheid en preventie vast en biedt alle actoren van de sector in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een strategisch referentiekader. Het omschrijft 77 maatregelen, die onderverdeeld zijn in negen thema’s, om de veiligheid in het Brussels Gewest te versterken. Meerdere maatregelen en operationele doelstellingen die in het GVPP zijn vastgelegd, moeten helpen om de openbare ruimte, met inbegrip van het openbaar vervoer, veiliger te maken voor vrouwen: • M1.2: De verspreiding van gerichte campagnes en acties inzake communicatie, bewustmaking en preventie over het thema organiseren en bevorderen, met bijzondere aandacht, wat jongeren betreft, voor fenomenen van (cyber)haat, -pesterijen en -discriminatie; voor de wetgeving en de bestaande mogelijkheden op het vlak van melding, klacht en vervolging van feiten van discriminatie; voor het belang van het indienen van een klacht en de rechten van slachtoffers. • M1.6: De begeleiding en de opvang (ook preventief) van daders van geweld bevorderen op psychologisch, administratief en gerechtelijk vlak, indien van toepassing, door bijzondere aandacht te besteden aan de overgangsperiode tussen het verlaten van de gevangenis en de herinschakeling. • M1.9: Bevorderen van een verantwoordelijke, gedeelde en inclusieve conceptualisering en bezetting van de openbare ruimte, gericht op het bestrijden van fenomenen van fysiek geweld, pesterijen en discriminatie. • M6.1: Voorrang verlenen aan een gecoördineerde aanpak van overlast, criminaliteit en andere veiligheidsproblemen op het openbaar vervoersnetwerk, in de stations en haltes van het openbaar vervoer en de bijbehorende infrastructuur. • M6.2: Goede praktijken op het vlak van renovatie en inrichting van de infrastructuren (wegen/openbare ruimten) bevorderen om het gedeelde en veilige gebruik van de vervoersnetwerken te vergemakkelijken en om een gedeeld gebruik van de openbare ruimte te promoten. Medewerkers van BPV treffen momenteel de nodige voorbereidingen om met de veiligheids- en preventieactoren in het Brussels Gewest en de lokale, gewestelijke, gefedereerde en federale partners van BPV overleg op te starten over de opmaak van het jaarlijks uitvoeringsplan van het GVPP 2021-2024. Het is de bedoeling om tijdens dat overleg te bepalen welke acties ondernomen moeten worden om te voldoen aan de operationele doelstellingen die met de vermelde maatregelen worden nagestreefd. Ook de veiligheid op het openbaar vervoer is een thema dat reeds bijzondere aandacht krijgt bij: • de monitoring en de registratie van de criminaliteit door het Brussels Observatorium voor Preventie en Veiligheid (BOPV); • de coördinatie (zie verder); • en de opleiding van de actoren aan de gewestelijke school voor de veiligheidsberoepen (BruSafe). Zo kan bijvoorbeeld worden verwezen naar: • de gewestelijke veiligheidsenquête van 2018 met aandacht voor de kwesties rond mobiliteit en veiligheid; • de oprichting van een kenniscentrum daarover bij Brusafe; Ook de MIVB heeft enkele maatregelen genomen, die overigens al werden toegelicht in de antwoorden op eerdere vragen over geweld tegen vrouwen op het openbaar vervoer. Die maatregelen zijn er meer bepaald op gericht de menselijke aanwezigheid op het net en vooral in de stations te versterken, het betrokken personeel te sensibiliseren, in de richtplannen voor de stations aandacht te besteden aan principes om de stations veiliger en aangenamer te maken (wat al sinds lang gebeurt) en de haltes geleidelijk te verbeteren door het veiligheidsgevoel te bevorderen. De coördinatie tussen de veiligheidsagenten van de MIVB en de politiediensten wordt mogelijk gemaakt doordat de lokale politiezones, de gedeconcentreerde federale politie, de spoorwegpolitie en de verschillende bevoorrechte openbaar vervoerpartners (TEC, De Lijn, NMBS en MIVB) permanent samenwerken via het overlegplatform TECOV, dat gecoördineerd wordt door de diensten van de bestuurlijke directeur-coördinator van Brussel (federale politie). Naast de bespreking van de strategische en tactische doelstellingen om te komen tot een geïntegreerde aanpak van de vastgestelde verschijnselen, biedt dat overlegmoment de gelegenheid om met iedere partner na te gaan wat de prioriteiten voor elke zone of zelfs voor welbepaalde stations en haltes zijn. Daaruit kunnen vervolgens actieplannen (Local Integrated Police Actions) voortvloeien, waar zowel de politie als de partners (over het algemeen de politie en de MIVB) aan meedoen. De politiediensten staan daarom in verbinding met de aanspreekpunten van iedere partner. De partners en de politie staan dus zeer nauw met elkaar in contact, zodat er zeer snel en flexibel kan worden ingegrepen bij problemen die een aanpak op korte/middellange of lange termijn vergen. Dat operationele overleg wordt aangevuld met een meer strategisch overleg. Voorts krijgen de Brusselse politiezones en de MIVB jaarlijks een bedrag van respectievelijk 15.000.000 en 3.000.000 euro om de veiligheid op het openbaar vervoer te versterken. Die bedragen zijn afkomstig van de subsidie die het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ontvangt om de veiligheidsuitgaven die verband houden met zijn nationale en internationale rol te dekken. Ten slotte hebben tot dusver drie van de zes politiezones al bijzondere aandacht besteed aan wat vrouwen ervaren in de openbare ruimte met onder meer als doel om zowel repressief als preventief op te treden tegen seksisme en intimidatie in de openbare ruimte. Dat heeft zich vertaald in: • concrete operationele acties; • lokale projecten in overleg met het Parket van Brussel en verenigingen die gericht zijn op het werk om de daders naderhand te behandelen en bewust te maken; • een opleiding van alle eerstelijnspolitieagenten om hen een beter inzicht in het verschijnsel bij te brengen en slachtoffers op een kwaliteitsvolle manier te leren opvangen. |