Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de toewijzingen van sociale woningen en de mogelijkheden om af te wijken van de volgorde van de wachtlijst

Indiener(s)
Joëlle Maison
aan
Nawal Ben Hamou, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Huisvesting en Gelijke kansen (Vragen nr 552)

 
Datum ontvangst: 15/03/2021 Datum publicatie: 06/05/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 03/05/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
02/04/2021 Ontvankelijk p.m.
03/05/2021 Bijlage aan het antwoord p.m. Bijlage
 
Vraag    Wanneer een OVM sociale woningen toewijst, is zij in principe verplicht deze bij voorrang voor te stellen aan de kandidaat-huurders die bovenaan de wachtlijst staan. Ter herinnering: de plaats van een huurder op de wachtlijst wordt bepaald door het aantal voorkeurrechten dat hij of zij heeft en de datum van inschrijving. In bepaalde omstandigheden kunnen de OVM's echter een deel van hun sociale woningen toewijzen door af te wijken van de volgorde van de wachtrij. Het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 september 1996 houdende de regeling van de verhuur van woningen die beheerd worden door de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij of door de openbare vastgoedmaatschappijen, voorziet in verschillende gevallen waarin het is toegestaan sociale woningen toe te wijzen in afwijking van de volgorde van de wachtlijst.

Graag een antwoord op de volgende vragen:

1. Kunt u ons, op basis van de door de BGHM verstrekte statistieken, zeggen hoeveel sociale woningen de Brusselse OVM's in totaal hebben toegewezen in de loop van het jaar 2020? Kunt u ons ook een tabel bezorgen met het aantal toewijzingen door elk van de zestien OVM's in de loop van het jaar 2020?
2. De lockdownmaatregelen die in 2020 in het kader van de aanpak van de gezondheidscrisis werden genomen, hebben de OVM's gedwongen de bezoeken aan woningen en de verhuizingen tijdelijk op te schorten. Is het aantal toewijzingen van sociale woningen in 2020 gedaald ten opzichte van de vorige jaren als gevolg van het tijdelijke verbod op bezoeken en verhuizingen?
3. Kunt u ons, op basis van de statistieken betreffende de toewijzingen in 2020, voor elke OVM meedelen welk aandeel van de sociale woningen is toegewezen volgens de volgorde van de wachtlijst (d.w.z. volgens het aantal voorkeurrechten en de inschrijvingsdatum), en welk aandeel van de sociale woningen is toegewezen in afwijking van de volgorde van de wachtlijst? Kunt u ons ook het totale aantal afwijkende toewijzingen in 2020 meedelen, met een uitsplitsing van dit cijfer per soort afwijking? Verschilt het percentage van sociale woningen dat wordt toegewezen door af te wijken van de wachtlijst sterk van de ene OVM tot de andere? Zo ja, hoe verklaart u die verschillen?
 
 
Antwoord    Hieronder vindt u het aantal toewijzingen van sociale woningen per OVM, evenals het jaartotaal voor 2020.

De Anderlechtse Haard

150

En Bord de Soignes

76

Le Logis-Floréal

64

De Brusselse Woning

165

De Lakense Haard

183

Comensia

110

Log’iris

69

BinHome

99

Lojega

121

Le Logement Molenbeekois

101

Zuiderhaard

96

GW ST Joost

14

De Schaarbeekse Haard

110

De Moderne Woning

123

Everecity

114

ABC

90

 TOTAAL

1685



De BGHM heeft 2273 toewijzingen geregistreerd in 2019 en 1685 in 2020. Er was dus sprake van een daling van 588 toewijzingen. De periode waarin verhuizen verboden was, heeft zeker invloed gehad.


Ter herinnering: de maatschappijen kunnen afwijken van de wachtlijsten door middel van de volgende 4 artikelen van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26/09/1996:

- Artikel 33: Buitengewone en dringende omstandigheden;
- Artikel 34: Toename van het huurpatrimonium;
- Artikel 35: Overeenkomsten met het OCMW;
- Artikel 37: Overeenkomst met de BGHM voor de maatschappijen waarvan het inkomenscoëfficiënt kleiner is dan 1.

Aan deze vier artikelen moet artikel 36 worden toegevoegd, dat de OVM's ertoe verplicht met erkende opvangtehuizen, die onderdak geven aan personen die het slachtoffer zijn van partner- of intrafamiliaal geweld, overeenkomsten voor prioritaire toewijzing van woningen af te sluiten die op minimum 3 % van het totaal van toewijzingen van het voorgaande jaar betrekking hebben.

Artikel 38 van het besluit bepaalt dat het op grond van de artikelen 33, 35, 36 en 37 toegewezen cumulatieve aandeel van de woningen in geen geval 40% van het totaal aantal toewijzingen van het voorgaande jaar mag overschrijden.


De BGHM heeft kunnen vaststellen dat geen enkele maatschappij voor 2020 de drempel van 40% voor mogelijke afwijkingen benadert ten opzichte van het aantal toewijzingen in 2019. Als we kijken naar alle toewijzingen samen die op grond van deze artikelen zijn doorgevoerd, zien we dat slechts bij twee maatschappijen sprake is van een percentage afwijkingen dat tussen 20 en 30% ligt. Bij acht OVM’s lag het percentage afwijkingen op grond van deze artikelen overigens tussen 10% en 20% en bij 6 OVM’s was er sprake van een percentage afwijkingen dat lager ligt dan 10%.

Niet alle OVM's maken daadwerkelijk in dezelfde mate gebruik van de verschillende voorzieningen. Met uitzondering van artikel 36 zijn de artikelen van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26/09/1996 tot regeling van de afwijkingen van de lijsten die in aanmerking worden genomen bij de berekening van het percentage, niet verplicht. De OVM’s kunnen bijgevolg autonoom beslissen over de toepassing ervan.

In bijlage vindt u een gedetailleerd overzicht voor elke OVM.