Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de preventieve woonbegeleiding.

Indiener(s)
Carla Dejonghe
aan
Nawal Ben Hamou, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Huisvesting en Gelijke kansen (Vragen nr 557)

 
Datum ontvangst: 09/02/2021 Datum publicatie: 08/06/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 31/05/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
23/04/2021 Ontvankelijk p.m.
31/05/2021 Bijlage aan het antwoord p.m. Bijlage
 
Vraag    In Brussel zijn er ongeveer 50 uithuiszettingen per maand, of 600 per jaar (1). Vaak gaat het hier om mensen die sociaal geïsoleerd zijn en in een precaire situatie zitten. Bovendien hebben velen onder hen een onderliggende psychische kwetsbaarheid (zoals een depressie of een verslaving). Kortom, dit zijn mensen die hulp nodig hebben die veel verder strekt dan enkel een sociale woning of een huurtoelage.

Begeleiding is waar deze mensen nood aan hebben. Weliswaar is het zo dat OCMW’s (tot wiens takenpakket dit ook behoort) niet noodzakelijk de know-how hebben om hiervoor te zorgen. Het is belangrijk dat ze met de juiste partners in geestelijke gezondheidszorg samenwerken, of partners in budgetbeheer (zelf of via vzw's). Mensen die uit huis worden gezet moeten vaak hun plan trekken, m.a.w. beroep doen op hun eigen netwerk (als ze dat hebben) om toch niet op straat te belanden. Het aantal ‘sofasurfers’ blijft dan ook stijgen;(2) mensen die noodgedwongen bij familie of vrienden tijdelijk moeten logeren omdat ze geen eigen woning hebben. Het formeel netwerk, dat hen normaal gezien zou moeten helpen (bv. noodopvang) is door structureel plaatsgebrek soms geen optie. Als ze dus op eigen houtje geen oplossing vinden worden ze dakloos. Daardoor gaat hun situatie van kwaad naar erger, ook op mentaal gebied.

Woonbegeleiding bestaat wel degelijk, maar bij “gewone” begeleiding wordt een hulppakket aangeboden waar men vrijwillig en gemotiveerd instapt. Vaak gaat het hier net om mensen in unieke situaties die niet staan te springen om begeleid te worden. Zij hebben op maat gemaakte hulp nodig. Een sociaal netwerk activeren, inspelen op interesses en ambities, de juiste reflexen aanleren… Dit zijn allemaal elementen waar deze mensen niet alleen aan kunnen beginnen. Ook de nazorg is belangrijk, of tenminste de mogelijkheid om opnieuw in contact te komen met de begeleiders.

In Leuven is preventieve woonbegeleiding alvast een succes. Onlangs verscheen een interview met begeleider Jelle Janssens van het CAW(3) die uitlegde dat zo goed als alle cliënten die hij begeleidde nog steeds een woonst hadden, zelfs degenen die ervoor al meermaals op straat waren beland. In plaats van het probleem aan te pakken, pakt men zo eerder de oorzaken aan, vóór het probleem de kans krijgt om zich voor te doen.

Dergelijke woonbegeleiding is zonder stevig lokaal sociaal beleid niet mogelijk. Daarom stel ik de volgende vragen:

1. Wordt er bij dreiging van uithuiszetting, naast financiële problemen en contact met OCMW's, ook systematisch contact opgenomen partners die woonbegeleiding verzorgen (ofwel om in bestaande woning te kunnen blijven, ofwel in zoektocht naar nieuwe woning)?
2. Eens deze mensen, na een uithuiszetting, een nieuw stekje hebben, kunnen ze systematisch worden opgevolgd in het kader van preventieve woonbegeleiding?
3. ‘Hoarding’ of dwangmatige verzamelwoede zou een onderschat probleem zijn en de oorzaak van heel wat uithuiszettingen. Hoeveel uithuiszettingen zijn in Brussel het voorbije jaar (of de voorbije jaren) gelinkt aan ‘hoarding’?
4. Kent men ook de andere oorzaken van uithuiszettingen? Zijn hier cijfers of statistieken over beschikbaar?
5. Wat is het profiel van mensen die uit huis worden gezet (leeftijd, alleenwoner/koppel/gezin, tewerkgesteld of niet – zo ja, welk soort werk, huisdier of niet, enz.)

https://www.bruzz.be/samenleving/minstens-50-uithuiszettingen-maand-brussel-2019-10-22
https://www.bruzz.be/videoreeks/woensdag-9-oktober/video-aantal-sofasurfers-blijft-toenemen-studios-brussel-zijn
https://sociaal.net/verhaal/preventieve-woonbegeleiding-uithuiszetting-leuven/
 
 
Antwoord    Uw eerste twee vragen vallen onder de bevoegdheid van de heer Alain Maron, minister voor Gezondheid en Welzijn van de GGC.


We beschikken niet over gegevens over het aantal uithuiszettingen die gelinkt zijn aan dwangmatige verzamelwoede (hoarding).


Wat de andere oorzaken van uithuiszettingen betreft, zijn volgens het Brussels armoederapport 2018 "Armoede, slechte huisvesting en uithuiszettingen in het Brussels Gewest" de twee belangrijkste redenen voor het opstarten van een uithuiszettingsprocedure, een onbetaalde huur of hinderlijk gedrag, zoals vernieling van de woonst of burenhinder.




De opstellers van het rapport benadrukken dat zowel structurele als conjuncturele redenen aan de
basis daarvan kunnen liggen, en dat beide dikwijls samen voorkomen.

Uitzetting kan namelijk het gevolg zijn van een welbepaald feit (bv. verlies van werk), dat zich bij een reeds moeilijke situatie voegt, waardoor de huurder het hoofd niet meer kan bieden aan de gebeurtenissen.

Bijgevoegde tabel vat de verschillende factoren
en de onderliggende redenen om de procedure op te starten, samen.

Tot slot hebben we geen precieze gegevens over het profiel van mensen die uit huis worden gezet.