Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de beroepen ingediend vij de Commissie Toegang Bestuursdocumenten".

Indiener(s)
Els Rochette
aan
Bernard Clerfayt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering, Plaatselijke Besturen en Dierenwelzijn (Vragen nr 670)

 
Datum ontvangst: 18/03/2021 Datum publicatie: 28/05/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 21/05/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
26/04/2021 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    In 2019 werd het Gezamenlijk decreet en ordonnantie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de openbaarheid van bestuur bij de Brusselse instellingen (hierna GDO) aangenomen.

Een Brussels bestuur is op vlak van actieve openbaarheid verplicht op haar site elementen te vermelden zoals de opdrachten, de in te vullen jobs, een inventaris van de overheidsopdrachten die de instelling heeft uitgeschreven. Er is ook een luik passieve openbaarheid.

Met betrekking tot de werking van de Commissie voor toegang tot bestuursdocumenten (hierna CTB) heb ik volgende vragen.

- Hoeveel beroepen ontving de Commissie Toegang Bestuursdocumenten (hierna CTB) met betrekking tot artikel 25, ¤1 GDO opgesplitst naar topic 1¡, 2¡ en 3¡ sinds de respectieve data van inwerkingtreding (17 juni 2019 en 7 januari 2020)?
- Wat zijn de profielen van de indieners van deze beroepen bij de CTB? Graag een opsplitsing naar natuurlijke personen, overheidsinstellingen, vennootschappen en/of verenigingen.
- Tegen wie werden deze beroepen bij de CTB ingediend (opgesplitst overeenkomstig artikel 3, 1¡ tem 9¡ GDO).
- Over welke materies werden deze beroepen bij de CTB ingediend (stedenbouw en ruimtelijke ordening, milieu, samenstelling en werking van beleidsorganen, overheidsopdrachten,É)?
- Hoeveel van deze beroepen waren onontvankelijk? Om welke reden? Graag een opsplitsing overeenkomstig de gronden opgesomd in artikel 27 GDO;
- Wat was het resultaat (gunstig - nogal gunstig/ongunstig - nogal ongunstig) van de beroepen voor de verzoeker?
- Hoeveel inbreuken stelde de CTB vast op basis van deze beroepen (met betrekking tot artikel 25, ¤1 GDO opgesplitst naar topic 1¡, 2¡ en 3¡) sinds de respectieve data van inwerkingtreding (17 juni 2019 of 7 januari 2020)?
- In hoeveel gevallen respecteerde de bestuurlijke overheid in het kader van deze beroepen de termijn (voorzien in artikel 28, ¤1, lid 2 en 3 GDO) niet? Welke bestuurlijke overheden overtraden deze termijn?
- Wat was de reactietijd door bestuurlijke overheden in overtreding? Hoe vaak was de bestuurlijke overheid niet alleen laattijdig (overeenkomstig artikel 28, ¤1, lid 2 en 3 GDO) maar overschreed ze ook in het kader van deze beroepen de termijn van 60 dagen om het bestuursdocument of de milieu-informatie over te maken? Graag ook verduidelijken over welke bestuurlijke overheden het gaat.
- In hoeveel gevallen respecteerde de CTB in het kader van deze beroepen de termijn (opgenomen in artikel 29, ¤1, lid 1 of ¤2, lid 1) niet met uitzondering van de voorziene opschortingen (in lid 4 van hetzelfde artikel)?
- In hoeveel gevallen werden deze beroepen geacht verworpen te zijn (overeenkomstig artikel 29, ¤1, lid 3 CTB)?
- Hoe regelmatig maakte de CTB gebruik van haar herzieningsbevoegdheid bij deze beroepen? Verleende de CTB zelf toegang tot de betwiste bestuursdocumenten of milieu-informatie? Gaf de CTB de opdracht om deze te verbeteren (overeenkomstig art. 25, ¤1, lid 2 van de GDO)? Graag toelichting.
- Hoe regelmatig maakte de CTB gebruik van haar onderzoeks- en dwangbevoegdheden bij deze beroepen (zoals voorzien in artikel 28, ¤1 en ¤2 CTB)? Hoe oefent de CTB deze bevoegheid uit (inschakelen politie, afstapping ter plaatse,É)?
- Hoeveel mededelingen deed de CTB aan het Brussels Parlement en de Brusselse Regering in het kader van deze beroepen (overeenkomstig artikel 28, ¤3)? Welk gevolg werd hieraan gegeven?
- Tegen hoeveel beslissingen van de CTB werd beroep bij de Raad van State ingesteld? Hoe vaak werd de eiser in het gelijk gesteld? Om welke redenen?
- Op basis van welke criteria beslist de CTB of een gemeentelijke of meergemeentelijke VZW beschouwd wordt als een bestuurlijke overheid (zoals voorzien in artikel 3, 5¡ GDO)?
- De CTB kan ook op eigen initiatief advies verstrekken over de algemene toepassing van de GDO (overeenkomstig artikel 25, ¤2 van de GDO). Contacteerde de CTB al op eigen initiatief bestuurlijke overheden omwille van inbreuken op de actieve openbaarheid van bestuur, ook al werd tegen hen geen beroep ingediend? Mocht dit niet het geval zijn, is de CTB van plan in de toekomst dit wel te doen?
 
 
Antwoord    1) Hoeveel beroepen ontving de Commissie Toegang Bestuursdocumenten (hierna CTB) met betrekking tot artikel 25, ¤1 van het GDO opgesplitst naar topic 1¡, 2¡ en 3¡ sinds de respectieve data van inwerkingtreding (17 juni 2019 en 7 januari 2020)?

Tot op heden, en sinds 17 juni 2019, zijn 118 beroepen ingediend bij de CTB:

48 beroepen in 2019, allemaal op grond van artikel 25, §1, 2 °
48 beroepen in 2020, waarvan 1 op grond van artikel 25, §1, 1 ° en 47 op grond van artikel 25, §1, 2 °
22 beroepen in 2021, allemaal op grond van artikel 25, §1, 2 °

2) Wat zijn de profielen van de indieners van deze beroepen bij de CTB? Graag een opsplitsing naar natuurlijke personen, overheidsinstellingen, vennootschappen en/of verenigingen.

Op 17 juni 2019 waren de profielen van de indieners als volgt:
In 2019:
- Natuurlijke personen: 35
- Rechtspersonen vertegenwoordigd door hun gevolmachtigden: 1
- Advocaten: 12 (3 vertegenwoordigden natuurlijke personen, 9 vertegenwoordigden rechtspersonen).
In 2020:
- Natuurlijke personen: 28
- Rechtspersonen vertegenwoordigd door hun gevolmachtigden: 14
- Advocaten: 6 (1 vertegenwoordigde natuurlijke personen, 4 vertegenwoordigden rechtspersonen en 1 vertegenwoordigde een bestuursorgaan).
In 2021:
- Natuurlijke personen: 19
- Rechtspersonen vertegenwoordigd door hun gevolmachtigden: 0
- Advocaten: 3 (allen vertegenwoordigers van rechtspersonen)

3) Tegen wie werden deze beroepen bij de CTB ingediend (opgesplitst overeenkomstig artikel 3, 1¡ tem 9¡ het GDO).

Sinds 17 juni 2019 is er beroep aangetekend tegen de volgende bestuurlijke overheden:
In 2019:
- 21 beroepen ingesteld tegen bestuurlijke overheden die afhangen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
- 21 beroepen ingesteld tegen gemeentebesturen;
- 2 beroepen ingesteld tegen openbare centra voor maatschappelijk welzijn;
- 4 beroepen ingesteld tegen overheden die niet afhangen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en dus niet vallen onder het toepassingsgebied van artikel 3 van het GDO;
In 2020:
- 25 beroepen ingesteld tegen bestuurlijke overheden die afhangen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
- 18 beroepen tegen gemeentelijke bestuurlijke overheden;
- 1 beroep ingesteld tegen een gewestelijke of interregionale intercommunale die onder administratief toezicht staat van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en hun dochterondernemingen;
- 1 beroep ingesteld tegen bestuurlijke overheden die afhangen van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie;
- 1 beroep ingesteld met betrekking tot actieve openbaarheid tegen de verschillende overheden opgesomd in artikel 3 van het GDO;
- 1 beroep ingesteld tegen een federale overheid die niet door artikel 3 van het GDO beoogd wordt;
In 2021:
- 10 beroepen ingesteld tegen bestuurlijke overheden afhangen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
- 10 beroepen ingesteld tegen gemeentelijke bestuurlijke overheden;
- 1 beroep ingesteld tegen een bestuurlijke overheid die de bevoegdheden uitoefent die aan de Brusselse agglomeratie zijn toegekend;
- 1 beroep ingesteld tegen een federale overheid, niet beoogd door artikel 3 van het GDO.

4) Over welke materies werden deze beroepen bij de CTB ingediend (stedenbouw en ruimtelijke ordening, milieu, samenstelling en werking van beleidsorganen, overheidsopdrachten)?


Sinds 17 juni 2019 heeft CADA beroepen ontvangen over de volgende materies:
In 2019:
- Organisatie van gemeentelijke diensten
- Huisvesting
- Benoemingsdossiers
- Stedelijke ontwikkeling en ruimtelijke ordening
- Overheidsopdrachten
- Milieu
- Mobiliteit
- Begroting
- Beslissingen betreffende aanstellingen
In 2020:
- Organisatie van de gemeentelijke diensten
- Huisvesting
- Stedelijke ontwikkeling en ruimtelijke ordening
- Overheidsopdrachten
- Milieu
- Mobiliteit
- Beslissingen betreffende aanstellingen
- Verslagen van deskundigen
- Beslissingen van commissies
- Juridisch advies
- Ontwerpen van ordonnantie
In 2021:
- Organisatie van gemeentelijke diensten
- Huisvesting
- Stedelijke ontwikkeling en ruimtelijke ordening
- Overheidsopdrachten
- Mobiliteit
- Contractuele documenten
- Studies

5) Hoeveel van deze beroepen waren onontvankelijk? Om welke reden? Graag een opsplitsing overeenkomstig de gronden opgesomd in artikel 27 GDO;
In 2019:
Sinds 17 juni 2019 zijn 23 beroepen op grond van artikel 27 van het GDO niet-ontvankelijk verklaard. De redenen waren als volgt:
- 16: wegens niet-naleving van de termijnen bedoeld in artikel 27, §1;
- 2: door het ontbreken van een handtekening/fotokopie, foto of scan van een identiteitsbewijs;
- 1: door de combinatie van het niet naleven van de termijnen bedoeld in artikel 27, §1 en het ontbreken van een kopie van het verzoek om toegang;
- 1: door de combinatie van het niet naleven van de termijnen bedoeld in artikel 27, §1 en het ontbreken van een handtekening/fotokopie, foto of scan van een identiteitsbewijs;
- 3 beroepen werden ook van meet af aan niet-ontvankelijk verklaard omdat ze betrekking hadden op bestuurlijke overheden die niet afhangen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
In 2020:
Drie beroepen werden niet-ontvankelijk verklaard op grond van artikel 27 van het GDO. De redenen waren als volgt:
- 1: wegens niet-naleving van de termijnen bedoeld in artikel 27, §1;
- 1: door de combinatie van het ontbreken van een handtekening/fotokopie, foto of scan van een identiteitsbewijs en het ontbreken van een kopie van het verzoek om toegang;
- 1 beroep werd ook van meet af aan niet-ontvankelijk verklaard omdat het betrekking had op een bestuurlijk overheid die niet afhangt van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
In 2021:
3 beroepen werden niet-ontvankelijk verklaard op basis van artikel 27 van het GDO. De redenen waren als volgt:
- 1: door de combinatie van het niet naleven van de termijnen bedoeld in artikel 27, §1 en het ontbreken van een handtekening/fotokopie, foto of scan van een identiteitsbewijs;
- 1: door de combinatie van niet-naleving van de termijnen bedoeld in artikel 27, §1; het ontbreken van een handtekening/fotokopie, foto of scan van een identiteitsbewijs; en het ontbreken van een kopie van het verzoek om toegang;
- 1 beroep werd eveneens van meet af aan niet-ontvankelijk verklaard omdat het betrekking had op een bestuurlijke overheid die niet afhangt van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

6) Wat was het resultaat (gunstig - nogal gunstig/ongunstig - nogal ongunstig) van de beroepen voor de verzoeker?

In 2019:
- Het beroep is in 6 gevallen ontvankelijk en gegrond verklaard;
- Het beroep is in 6 gevallen zonder voorwerp verklaard;
- Het beroep is in 2 gevallen afgewezen;
- Het beroep is gedeeltelijk zonder voorwerp verklaard en gedeeltelijk afgewezen in 1 geval;
- Het beroep is in 10 gevallen geschorst;
In 2020:
- Het beroep is in 24 gevallen ontvankelijk en gegrond verklaard;
- Het beroep is in 1 geval niet-ontvankelijk verklaard;
- Het beroep is in 9 gevallen zonder voorwerp verklaard;
- Het beroep is in 6 gevallen afgewezen;
- Het beroep is in 4 gevallen door verzoeker vernietigd;
In 2021:
Op de dag waarop het antwoord op de parlementaire vraag wordt geschreven is:
- Het beroep in 2 gevallen ontvankelijk en gegrond verklaard
- Het beroep in 1 geval niet-ontvankelijk verklaard
- Het beroep in 1 geval zonder voorwerp verklaard
- Het beroep in 2 gevallen afgewezen
- Het beroep in 1 geval door de verzoeker geannuleerd

7) Hoeveel inbreuken stelde de CTB vast op basis van deze beroepen (met betrekking tot artikel 25, ¤1 GDO opgesplitst naar topic 1¡, 2¡ en 3¡) sinds de respectieve data van inwerkingtreding (17 juni 2019 of 7 januari 2020)?
In 2019:
- 6 (op grond van artikel 25, §1, 2°)
In 2020:
- 24 (op grond van artikel 25, §1, 2°)
In 2021:
- 2 (op grond van artikel 25, §1, 2°)

8) In hoeveel gevallen respecteerde de bestuurlijke overheid in het kader van deze beroepen de termijn (voorzien in artikel 28, ¤1, lid 2 en 3 GDO) niet? Welke bestuurlijke overheden overtraden deze termijn?
In 2019:
In 11 gevallen overschreden de bestuurlijke overheden de termijn van 7 dagen/2 werkdagen bedoeld in artikel 28, §1, al. 2 en 3 om de gevraagde informatie aan de Commissie mee te delen.

De betrokken overheden waren de volgende (voor sommigen, meerdere malen):
- Gemeente Anderlecht
- Stad Brussel
- Gemeente Etterbeek
- Gemeente Sint-Jans-Molenbeek
- Gemeente Koekelberg
- Gemeente Sint-Joost-Ten-Node
- OCMW Schaarbeek
- Neo scrl
- Urban Brussels
- Gemeente Elsene

In 2020:
10 beroepen waren de voortzetting van in 2019 ingediende beroepen. Elke niet-naleving van de termijnen in het kader van deze 10 beroepen wordt hier dan ook buiten beschouwing gelaten.

In 14 gevallen overschreden de bestuurlijke overheden de termijn van 7 dagen/2 werkdagen bedoeld in artikel 28, §1, al. 2 en 3 om de gevraagde informatie aan de Commissie mee te delen.

De betrokken overheden waren de volgende (voor sommigen meerdere malen):
- SAU-MSI. Brussels
- Gemeente Jette
- Kabinet minister Van den Brandt
- Urban.Brussels
- Kabinet van minister-president Rudi Vervoort
- Kabinet minister Gatz
- Brupartners
- Brussel Mobiliteit
- Gemeente Evere
- Gemeente Etterbeek

In 2021:
In 11 gevallen overschreden de bestuurlijke overheden de termijn van 7 dagen/2 werkdagen bedoeld in artikel 28, §1, al. 2 en 3 om de gevraagde informatie aan de Commissie mee te delen.

De betrokken overheden waren de volgende (voor sommigen, meerdere malen):
- Urban.Brussels
- Gemeente Etterbeek
- Gemeente Sint-Joost
- Brussel Mobiliteit
- Stad Brussel

9) Wat was de reactietijd door bestuurlijke overheden in overtreding? Hoe vaak was de bestuurlijke overheid niet alleen laattijdig (overeenkomstig artikel 28, ¤1, lid 2 en 3 GDO) maar overschreed ze ook in het kader van deze beroepen de termijn van 60 dagen om het bestuursdocument of de milieu-informatie over te maken? Graag ook verduidelijken over welke bestuurlijke overheden het gaat.



Het GDO voorziet niet in een termijn van 60 dagen voor bestuurlijke overheden om administratieve documenten of milieu-informatie mee te delen.

Wat betreft de reactietijd van de overheden die de termijn van 7 dagen/2 werkdagen hebben overschreden om op het verzoek van CADA te reageren:

In 2019:
- In het kader van 4 beroepen hebben de bestuurlijke overheden de administratieve documenten na de tussenuitspraak van de CTB overgemaakt;
- In het kader van 2 beroepen hebben de bestuurlijke overheden de administratieve documenten na de einduitspraak van de CTB overgemaakt;
- Voor andere beroepen was de reactietijd 2, 5, 8, 12 en 19 werkdagen te laat;
In 2020:
- De reactietijd was 3, 4, 5, 5, 6, 11, 11, 12, 14, 17, 26, 27, 29 en 73 werkdagen te laat;
In 2021:
- De reactietijd was 1, 1, 4, 10, 15, 16, 23, 35, 38, 51 en 61 werkdagen te laat;




10) In hoeveel gevallen respecteerde de CTB in het kader van deze beroepen de termijn (opgenomen in artikel 29, ¤1, lid 1 of ¤2, lid 1) niet met uitzondering van de voorziene opschortingen (in lid 4 van hetzelfde artikel)?
In 2019:
Nooit. De CTB heeft steeds de termijn van 60 dagen bedoeld in artikel 29, §1, eerste lid gerespecteerd.
In 2020:
Afgezien van de gevallen die verband houden met de opschorting van de termijn na het indienen van een adviesaanvraag bij de Gegevensbeschermingsautoriteit, heeft de CTB de termijn van 60 dagen bedoeld in artikel 29, §1, eerste lid tweemaal overschreden.

Deze vertragingen worden echter gerechtvaardigd door het feit dat deze beslissingen werden genomen tijdens de lockdown en de daarmee gepaard gaande verlenging van de termijnen.
In 2021:
De CTB heeft in het kader van beroepen ingesteld in 2020 maar waarover in 2021 een beslissing werd genomen, tweemaal de termijn van 60 dagen, bedoeld in artikel 29, §1, eerste lid, overschreden.

11) In hoeveel gevallen werden deze beroepen geacht verworpen te zijn (overeenkomstig artikel 29, ¤1, 3 CTB)?
Dit is volgens de CTB nooit gebeurd.



12) Hoe regelmatig maakte de CTB gebruik van haar herzieningsbevoegdheid bij deze beroepen? Verleende de CTB zelf toegang tot de betwiste bestuursdocumenten of milieu-informatie? Gaf de CTB de opdracht om deze te verbeteren (overeenkomstig art. 25, ¤1, lid 2 van de GDO)? Graag toelichting.
In 2019:
- 6 keer (op grond van artikel 25, §1, 2°)
In 2020:
- 24 keer (op grond van artikel 25, §1, 2°)
In 2021:
- 2 keer (op grond van artikel 25, §1, 2°)

13) Hoe regelmatig maakte de CTB gebruik van haar onderzoeks- en dwangbevoegdheden bij deze beroepen (zoals voorzien in artikel 28, ¤1 en ¤2 GDO)? Hoe oefent de CTB deze bevoegdheid uit (inschakelen politie, afstapping ter plaatse)?
De CTB heeft nog nooit van deze mogelijkheid gebruik gemaakt.

Ze heeft echter herhaaldelijk aan de betrokken overheden een laatste aanmaning gestuurd en gedreigd ter plaatste te komen, zo nodig met hulp van de politie, indien de gevraagde documenten niet binnen een bepaalde termijn worden ontvangen.

14) Hoeveel mededelingen deed de CTB aan het Brussels Parlement en de Brusselse Regering in het kader van deze beroepen (overeenkomstig artikel 28, ¤3)? Welk gevolg werd hieraan gegeven?

De CTB heeft nog nooit van deze mogelijkheid gebruik gemaakt.

15) Tegen hoeveel beslissingen van de CTB werd beroep bij de Raad van State ingesteld? Hoe vaak werd de eiser in het gelijk gesteld? Om welke redenen?


4 beslissingen van de CTB gaven aanleiding tot beroep bij de Raad van State.
2 van de beroepen werden afgewezen door de Raad van State.
De andere 2 zijn momenteel nog in uitvoering.


16) Op basis van welke criteria beslist de CTB of een gemeentelijke of meergemeentelijke VZW beschouwd wordt als een bestuurlijke overheid (zoals voorzien in artikel 3, 5¡ GDO)?

De CTB past de criteria toe van de ordonnantie inzake gemeentelijke vzw’s (ordonnantie betreffende de specifieke gemeentelijke bestuursvormen en de samenwerking tussen gemeenten).

17) De CTB kan ook op eigen initiatief advies verstrekken over de algemene toepassing van de GDO (overeenkomstig artikel 25, ¤2 van de GDO). Contacteerde de CTB al op eigen initiatief bestuurlijke overheden omwille van inbreuken op de actieve openbaarheid van bestuur, ook al werd tegen hen geen beroep ingediend? Mocht dit niet het geval zijn, is de CTB van plan in de toekomst dit wel te doen?
De CTB heeft nog nooit van deze mogelijkheid gebruik gemaakt.