Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de nadere regels voor de toekenning van de forfaitaire premie in geval van vertragingen of weigeringen voor restaurants en cafés

Indiener(s)
Michaël Vossaert
aan
Barbara Trachte, staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Economische Transitie en Wetenschappelijk Onderzoek (Vragen nr 372)

 
Datum ontvangst: 22/03/2021 Datum publicatie: 24/06/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 11/06/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
26/04/2021 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    In het kader van de forfaitaire premie van 3.000 euro die eind vorig jaar aan de Brusselse cafés en restaurants werd toegekend, dienden de betrokken inrichtingen hun volledige dossier vóór de datum van 17 november 2020 in te dienen bij Brussel Economie en Werkgelegenheid.

Mijn vragen luiden als volgt :

- Welke regels gelden wanneer een premie te laat wordt ingediend? Is er een gedoogbeleid als bewijs wordt geleverd? Zo niet, waarom niet?
- Welke rechtsmiddelen staan open tegen de weigering om een premie toe te kennen, met name in geval van te late indiening? Wat zijn de regels voor de indiening en het beroep?
 
 
Antwoord    Alle voorwaarden voor de toekenning van de premie voor restaurants en cafés, met inbegrip van de termijn voor de indiening van de aanvragen, zijn vastgesteld in het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 12 november 2020 betreffende steun aan de eet- en drankgelegenhedenondernemingen in het kader van de gezondheidscrisis COVID-19.

Het is dus niet mogelijk om een aanvraag in te dienen na het verstrijken van de in artikel 6, derde lid, genoemde termijn (d.w.z. 4 december 2020).

Overeenkomstig artikel 19, tweede lid, van de op 12 januari 1973 gecoördineerde wetten op de Raad van State kan de onderneming binnen zestig dagen na de dag van betekening van de beslissing bij deze raad een verzoek tot nietigverklaring indienen, wegens overtreding van hetzij substantiële, hetzij op straffe van nietigheid voorgeschreven vormen, overschrijding of afwending van macht.

Krachtens artikel 568 van het Gerechtelijk Wetboek over de restbevoegdheid van de rechtbank van eerste aanleg en indien de betwisting betrekking heeft op een subjectief burgerrecht, heeft de onderneming de mogelijkheid voor de bevoegde rechtbank van eerste aanleg via dagvaarding beroep aan te tekenen tegen de beslissing, in overeenstemming met de bepalingen van Deel IV, Boek II, Titel I, Hoofdstuk I van het Gerechtelijk Wetboek.