Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de regelgeving en de behoeften inzake aanlegkades langs het kanaal.

Indiener(s)
Carla Dejonghe
aan
Elke Van den Brandt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid (Vragen nr 881)

 
Datum ontvangst: 25/03/2021 Datum publicatie: 08/06/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 07/06/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
27/04/2021 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Het kanaal is een belangrijk doch miskend deel van ons gewest. De vorige regering was zich bewust van dit strategisch belangrijk gebied en verschillende plannen werden opgemaakt om het kanaal beter te integreren in het stadsweefsel en multifunctioneler te maken. Er is al veel ten goede gerealiseerd. Het kanaal dat ons Gewest doorkruist van Noord naar Zuid, telt ongeveer 350 ondernemingen waar ongeveer 12.000 mensen, direct en indirect tewerkgesteld zijn maar haar meerwaarde kan op diverse vlakken verhogen.

Ook de huidige regering is zich bewust van de belangrijkheid van het Kanaal en beschouwt de kanaalzone als een gewichtig ontwikkelingsgebied dat nog verder kan ontwikkeld worden. Dagelijks rijden er 2.000 vrachtwagens minder in ons Gewest dankzij het kanaal en haar economisch belang is verre van volledig ontwikkeld. We kunnen daarom niet genoeg het belang van deze zone onderstrepen.

Gezien dankzij de inspanningen van de bevoegde overheden het kanaal steeds meer toegankelijk wordt voor de bevolking en voor diverse gebruikersgroepen (wandelaars, fietsers, opvarenden, bewoners, werkenden, recreanten, toeristen, deelnemers aan evenementen, mensen die het water opzoeken en verkoeling zoeken, enz ) is het nodig om naast promenades en fietspaden, ook voldoende passende aanlegplaatsen en nutsvoorzieningen voor de passagiersvaart te voorzien en aan deze aanlegplaatsen ook juiste gebruiksvoorwaarden te verbinden. Deze voorwaarden moeten ook duidelijk ter plaatse gecommuniceerd worden. Er zou moeten nagegaan worden of er hieromtrent een duidelijk wettelijk kader moet komen.

Daarom ben ik zo vrij u de volgende vragen te stellen:

· Is het mogelijk een lijst op te stellen van de toekomstige behoeften inzake aanlegplaatsen voor de passagiersvaart en hun uitrusting en nutsvoorzieningen?
· Kan er duidelijk bepaald worden waar de ligplaatsen zijn en waar de “kiss & sail”- of “dock & ride”-zones zich bevinden (net als bij P+R)?
· Bestaat er een wettelijke basis voor het bepalen van deze ligplaatsen en, zo niet, gaat u een initiatief nemen?
 
 
Antwoord    Dit valt onder de bevoegdheid van mijn collega, Minister Alain Maron.