Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de aanhoudende geluidshinder die de bewoners van de Mudrahoek te Anderlecht ondervinden

Indiener(s)
Gaëtan Van Goidsenhoven
aan
Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 782)

 
Datum ontvangst: 08/04/2021 Datum publicatie: 24/06/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 28/05/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
30/04/2021 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Sinds tien jaar hebben de omwonenden van het Zuidstation, en met name de bewoners van de Mudrahoek, in Anderlecht, te lijden onder aanhoudende geluidsoverlast. Lange tijd waren deze toe te schrijven aan de airconditioningsunits van de NMBS
.
U heeft mij kunnen vertellen dat er in juni 2020 een geluidsmetingsapport is opgesteld, dat er een ingebrekestelling naar de NMBS werd gestuurd en dat er een administratieve sanctieprocedure werd opgestart.

De bewoners van de Mudrahoek hebben helaas nog steeds te maken met verschillende vormen van geluidsoverlast die vanaf hun balkons en zelfs tot binnen in de gebouwen te horen zijn. Naast het lawaai van de airconditioningunits van de NMBS, dat duidelijk is afgenomen, wordt ander lawaai geproduceerd door de masten aan de voet van de Zuidertoren, alsook door bepaalde motoren van het medisch centrum Medex, dat afhankelijk is van de FOD Volksgezondheid.

Daarom zou ik u de volgende vragen willen stellen:

1) Hoe is het dossier van de airconditioningsunits van de NMBS de laatste maanden geëvolueerd? Wat waren de laatste contacten tussen Leefmilieu Brussel en de NMBS op dit punt? Zijn er nieuwe oplossingen gevonden?

2) Werd de impact van de geluidsoverlast van de masten aan de voet van de Zuidertoren geëvalueerd?

3) Werden er andere motoren voor verkoeling gelegen op het medisch centrum Medex, of op andere plaatsen in de omgeving, geïdentificeerd door Leefmilieu Brussel? Wordt de geluidsoverlast wel degelijk veroorzaakt door de aanwezigheid van deze motoren?

4) Is er een nieuw geluidsmetingsrapport gepland voor de Mudrahoek om de bron van de verschillende door de omwonenden gemelde geluidsoverlastbronnen te identificeren?

5) Is het de bedoeling een audit van alle motoren voor verkoeling in het gebied verplicht te stellen? Zo ja, hoe?

6) Worden er door Leefmilieu Brussel andere oplossingen bestudeerd om de geluidshinder voor de omwonenden te verlichten? Zo ja, welke?

7) Wordt er, meer in het algemeen, bij het ontwerpen van nieuwe vastgoedprojecten rekening gehouden met de gevolgen van windtunnels op de daken van gebouwen? Zo ja, kunt u uitleggen op welke manier?

8) Zijn er in dit verband ontwikkelingen op het gebied van de regelgeving?
 
 
Antwoord    1)
Om een einde te maken aan de inbreuksituatie die werd vastgesteld na de geluidsmetingen van juni 2020, heeft de NMBS de oplossingen die kunnen worden toegepast en het tijdschema voor de uitvoering ervan bestudeerd en meegedeeld aan Leefmilieu Brussel.
In eerste instantie zullen, in overleg met hun leverancier, twee installaties worden vervangen door minder lawaaierige exemplaren. Volgens het door de NMBS aangekondigde tijdschema zouden deze uitrustingen, die momenteel worden gefabriceerd, in juli 2021 in gebruik moeten worden genomen.
Indien de vervanging van deze uitrustingen onvoldoende zou blijken om aan de grenswaarden te voldoen, zou de NMBS twee andere uitrustingen vervangen. Gezien de procedure inzake overheidsopdrachten zou die vervanging echter pas binnen een waarschijnlijke termijn van 39 weken vanaf augustus 2021 kunnen worden uitgevoerd.

2)
Neen.

3)
De afdeling Inspectie en Verontreinigde bodems van Leefmilieu Brussel heeft geen klachten ontvangen in verband met deze geluidsbronnen en heeft bijgevolg geen geluidsmetingen uitgevoerd die het mogelijk zouden maken de geluidsbronnen te identificeren en/of een eventuele overschrijding van de reglementaire waarden vast te stellen.

4)
Zie het antwoord op vraag 3.

5)
Geluidsmetingen met betrekking tot geluidsbronnen zoals ‘koelmotoren’ worden door Leefmilieu Brussel enkel uitgevoerd in het kader van klachten en in overeenstemming met de in het ‘Wetboek van inspectie’ vermelde bepalingen. Tot op heden is geen enkele klacht (behalve die met betrekking tot de technische installaties van de NMBS) geregistreerd door de afdeling Inspectie en Verontreinigde bodems van Leefmilieu Brussel. Er zijn dan ook geen plannen om een ​​algemene controle uit te voeren van alle koelmotoren die in het gebied aanwezig zijn.

6)

Zie het antwoord op vraag 7.

7)
Bij een nieuw project wordt rekening gehouden met de impact van technische installaties op de daken van gebouwen, in het kader van het onderzoek van de aanvragen voor een bouwvergunning of een eventuele milieuvergunning en in ieder geval in het kader van de toepassing van de Brusselse geluidswetgeving. Er kunnen dus verschillende scenario's ontstaan:
1. Indien een ventilatie-installatie een debiet > 20.000 m³/h heeft, wordt deze opgenomen in klasse 2 (rubriek 153-A) of 1B (rubriek 153-B) van de lijst van ingedeelde inrichtingen die aan een milieuvergunning zijn onderworpen. De ambtenaar die de milieuvergunning afgeeft, moet dan zowel de locatie op het dak als de opstelling van de luchtinlaten en -afvoeren analyseren om te anticiperen op mogelijke overlast. In geval van mogelijke hinder, en indien dit nog niet het geval is, kan hij vragen dat de aanvraag vergezeld gaat van een akoestisch onderzoek en dat er oplossingen geïmplementeerd worden om te voldoen aan de geluidswaarden bepaald in het
besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de strijd tegen de geluids- en trillingenhinder voortgebracht door de ingedeelde inrichtingen. De oplossingen kunnen bestaan ​​in het voorstellen van alternatieve locaties voor de installatie of het voorstellen van maatregelen om de voortplanting van het geluid te beperken (andere installatie, vermindering van het vermogen, plaatsing van een geluidskast, een geluidsdemper, enz.). Op basis van zijn analyse gaat de ambtenaar die belast is met de afgifte van de milieuvergunning al dan niet over tot het toekennen van de vergunning voor de ingedeelde inrichting. Als er geluidsbeperkende oplossingen nodig zijn, worden deze opgenomen in de milieuvergunning en moet de exploitant van de installatie zich daaraan houden.

2. Kleinere ventilatiesystemen (debiet < 20.000 m³/h) zijn niet milieuvergunningplichtig. Ze moeten echter de geluidswaarden respecteren die zijn vastgelegd in het
besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de strijd tegen het buurtlawaai.

3. Ten slotte wordt voor projecten waarvoor een bouwvergunning vereist is en waarvoor Leefmilieu Brussel advies uitbrengt aan het Overlegcomité, bijzondere aandacht besteed aan installaties (al dan niet ingedeelde inrichtingen) die geluidsoverlast kunnen veroorzaken. In voorkomend geval vermeldt Leefmilieu Brussel in zijn advies het risico op geluidsoverlast en alle daarmee verband houdende voorwaarden die kunnen worden opgenomen door de overheid die de bouwvergunning aflevert.

8)

Overeenkomstig de maatregelen 36 en 41 van het quiet.brussels-plan, die voorzien in de herziening en uitwerking van een evenwichtig kader voor de verdeling van geluidsoverlast afkomstig van ingedeelde activiteiten of inrichtingen, wordt momenteel gewerkt aan een herziening van de geluidswetgeving van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Het werkplan voor die hervorming is op 5 maart 2020 door de regering gevalideerd. De herziening is vooral bedoeld om wetgeving die meer dan 20 jaar oud is, te actualiseren, waarbij met name rekening wordt gehouden met:
- het opnemen van de op het terrein verworven ervaring,
- de technologische evolutie en wetenschappelijke kennis,
- de economische impact van deze instrumenten en de technische haalbaarheid,
- de operationaliteit en de nodige controlemiddelen,
- de specificiteit bij bouwprojecten en de nodige ondernemingen voor hun functioneren,
- de problematiek van trillingen,
- de evolutie van de praktijken met betrekking tot leveringen (met inbegrip van de oplegging van eventuele toegangsroutes ‘s nachts).