Schriftelijke vraag betreffende de selectie van de eerste gebieden die zullen worden aangelegd in het kader van de strategie voor de verlaging van de kaaien van het Kanaal
- Indiener(s)
- Gaëtan Van Goidsenhoven
- aan
- Rudi Vervoort, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van gewestelijk Belang (Vragen nr 590)
| Datum ontvangst: 08/04/2021 | Datum publicatie: 19/07/2021 | ||
| Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 20/21 | Datum antwoord: 04/06/2021 | |
| Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
| 19/05/2021 | Ontvankelijk | p.m. |
| Vraag | De herinrichting van de Brusselse Kanaalzone tot een nieuw gebied met economische activiteit, huisvesting en vernieuwde openbare ruimten is waarschijnlijk het belangrijkste territoriale ontwikkelingsproject in het Brussels Gewest. Het inmiddels door alle politieke leiders uitgesproken doel is inderdaad een nieuwe stedelijke impuls te geven die bijdraagt tot het verkleinen van de sociaaleconomische "kloof" tussen de twee oevers. Na de realisatie van een eerste masterplan, aangenomen in 2013 onder de naam "Kanaalplan" (1), en na de aanneming in 2019 van een "Beeldkwaliteitsplan", dat tot doel had de ontwikkelingsvisie van het gebied te vervolledigen door een stedelijke en landschappelijke samenhang tot stand te brengen, werd in het nieuwe akkoord van uw meerderheid gepland om de mogelijkheid te bestuderen om de kades van de twee oevers te verlagen en te vergroenen om de band tussen openbare ruimte, water en natuur te versterken. Daarom werd in 2020 een haalbaarheidsstudie gestart om na te gaan welke gebieden prioritair moeten worden omgevormd. In de studie worden drie categorieën kaden onderscheiden: kaden die onbeperkt kunnen worden verlaagd, kaden waarvoor de wegen moeten worden heraangelegd om ze te kunnen verlagen, en kaden waarvoor rekening moet worden gehouden met verschillende ondergrondse infrastructuren. In deze studie werden ook drie geografische continuïteitszones geïdentificeerd: de zone van het Koninklijk Domein van Laken tot het Monument van de Arbeid, de zone van de Rederskaai tot de Akenkaai en de zone tussen de Fernand Demetskaai en de Biestebroeckkaai. De resultaten van deze studie hebben u tot de conclusie gebracht dat de eerste twee gebieden die zullen worden verlaagd en vergroend, die van de Akenkaai en die van het Rederspark zullen zijn (2). Kunt u ons derhalve meer bijzonderheden verstrekken over de operationele uitvoering van deze verlagingswerkzaamheden? Is er een specifieke fasering gepland? Wie zal bij deze werken betrokken zijn? U had de gelegenheid te preciseren dat deze projecten in dit stadium geen gevolgen voor de begroting mochten hebben. Kunt u ons hierover meer informatie geven? Wat is trouwens de huidige stand van de onderhandelingen met het federale niveau over de betaling door Beliris van verschillende studies en werken in verband met de verlaging van de kades? Kunt u, wat de Rederskaai betreft, uitleggen hoe de verlaging van de kade ter hoogte van de bocht van het Vergotebekken kan worden ingepast in het kader van het stadsvernieuwingscontract Citroën-Vergote (SVC)? Wat de vergroening van diezelfde kaaien betreft, hoe zal Leefmilieu Brussel meewerken aan de herinrichtingswerken? Hoe wordt de kwestie van de integratie van biodiversiteit in deze groenzones momenteel aangepakt? Wij weten dat de biologische kwaliteit van het kanaal nog steeds als middelmatig of gemiddeld wordt beschouwd. Zal de coëfficiënt van biodiversiteitspotentieel per oppervlakte in deze projecten worden gebruikt? Is er ook een verband met het project voor drijvende begroeide eilanden onder leiding van de Haven van Brussel? Kunt u ons tenslotte ook een voorlopig tijdschema bezorgen voor de verlaging en de vergroening van de andere kades dan de twee die onlangs werden geselecteerd? Wat zijn voor hen de conclusies van de haalbaarheidsstudie? Ik denk in het bijzonder aan de Fernand Demetskaai, de Biestebroeckkaai en de Veeweydekaai. In deze zuidelijke zone van het Brusselse kanaal zijn inderdaad verschillende woningbouwprojecten gepland, waarvan sommige al op de markt zijn en andere nog in ontwikkeling zijn. Helaas moet worden vastgesteld dat de infrastructuur en de openbare voorzieningen minder snel tot stand komen dan deze projecten. Als wij van dit gebied echter een nieuwe kwaliteitsvolle, gezellige en aantrekkelijke ruimte willen maken, is het uiteraard van essentieel belang dat de ontwikkeling van de openbare ruimte gelijke tred houdt met de vastgoedontwikkelingen. Kunt u ons daarom een overzicht geven van de wijze waarop deze verschillende bekkens in de komende maanden en jaren zullen worden herontwikkeld? https://canal.brussels/ https://www.lecho.be/economie-politique/belgique/bruxelles/pourquoi-bruxelles-veut-abaisser-les-quais-du-canal/10296215.html |
| Antwoord | Perspective.brussels voerde in 2020 en 2021 aansluitend op het Beeldkwaliteitsplan, zoals u zelf aanhaalt, een uitgebreide haalbaarheidsstudie over de mogelijkheden, opportuniteiten, beperkingen (gewone verlaging, verlaging met heraanleg van het wegdek of verlaging met aanwezigheid van ondergrondse infrastructuur) en gevolgen van een verlaging van de kades langs het kanaal uit. De regering heeft onlangs kennis genomen van de verslagen en conclusies van de haalbaarheidsstudie, zowel die van het algemene analytische deel over de verlaging en vergroening van de kades in het kanaalgebied als die van de gedetailleerde studie over de verlaging en vergroening van de kades ter hoogte van continuïteit 2: Akenkaai / Rederspark. Tijdens dezelfde ministerraad besliste de regering groen licht te geven om in samenhang met het lopende stadsvernieuwingscontract: - de architecturale studies over en de implementering van de verlaging en vergroening van de kades in zone 1 “Rederspark” op te starten - de programma- en budgetmogelijkheden te onderzoeken om de verlaging en vergroening van de kades in zone 2 “Akenkaai” te bestuderen en te implementeren. Door het “Redersplein” en de “Akenkaai” aan te duiden als de twee zones die eerst verlaagd zullen worden, gaat de regering een ideaal en passend engagement aan om de projecten te omschrijven, de planning te beheren en de uitgaven en werken te stroomlijnen. Voor wat de verlaging (1) ter hoogte van de zwaaikom betreft, had bij het project voor het “Maximiliaanpark” en de “sportvoorziening”, die ofwel deels ofwel volledig aan de rand van het kanaal gepland zijn, zelfs zonder verlaging sowieso aandacht moeten uitgaan naar de plaatselijke aanleg. Gezien de mate waarin die projecten gevorderd zijn, kunnen de studiebureaus met die “vooropgestelde” verlaging rekening houden zonder hun hele project te moeten herzien, waarbij zij beschikken over heel wat technische en omgevingsgerelateerde gegevens die in de twee door perspective.brussels uitgevoerde haalbaarheidsstudies zijn opgenomen. Wat de verlaging in de tweede zone betreft, is een coördinatie met het Kanal-project uiteraard iets om in overweging te nemen. De recente beslissing van de regering heeft enkel betrekking op de verlaging en vergroening van de kades en heeft dus niets te maken met de eventuele plannen voor drijvende en filterende eilanden op het kanaal (project PermaCanal). Dat is een zaak voor de Haven van Brussel en Leefmilieu Brussel. Ik verwijs u voor wat die projecten en hun staat van vordering betreft door naar de bevoegde minister. U vraagt tot slot ook of er al een voorlopige planning is om naast de twee voormelde kades ook de andere kades te verlagen en te vergroenen. De regering heeft daarover nog geen beslissingen genomen. |