Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende Risico op delokalisatie van Brusselse ondernemingen

Indiener(s)
Véronique Lefrancq
aan
Barbara Trachte, staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Economische Transitie en Wetenschappelijk Onderzoek (Vragen nr 393)

 
Datum ontvangst: 03/05/2021 Datum publicatie: 08/07/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 08/07/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
28/05/2021 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Op 2 april laatstleden heeft de Brusselse regering de voorwaarden van de Tetrapremie voor de horeca‑, evenementen-, cultuur-, toerisme- en sportsector voorgesteld. Het bedrag van de premie wordt berekend op basis van het aantal voltijdsequivalenten en de daling van de omzet. Een aantal actoren heeft kritiek geuit op de geselecteerde criteria, want ze zouden niet overeenstemmen met de realiteit op het terrein.

In een artikel van 8 april 2021 wijst de krant L'Echo op het risico dat een aantal groepen uit de evenementensector zich buiten Brussel vestigen om de steunmaatregelen van de Vlaamse regering, waarvan de bedragen hoger liggen dan in het Brussels Gewest, te kunnen genieten.

Aan de hand van die elementen zou ik u de volgende vragen willen stellen:

- Volgens het persartikel beginnen sommige ondernemingen zich af te vragen of het wel interessant is om hun maatschappelijke zetel in het Brussels Gewest te hebben. Stelt u vast dat de Brusselse ondernemingen wegtrekken uit ons Gewest? Zo ja, kunt u de cijfers geven over de delokalisatie van Brusselse ondernemingen naar andere Gewesten (van België) of andere landen? Kunt u de cijfers van vandaag vergelijken met die van 2020, 2019 en 2018? Welke dynamiek speelt er? Wat was de rol van de pandemie? Wat zijn de belangrijkste redenen voor de delokalisatie?
- Wordt het vertrek van Brusselse ondernemingen naar andere Gewesten gecompenseerd door de vestiging van start-ups? Wat is de impact van de microkredietprogramma's en steun voor het ondernemerschap, zoals Brusoc, Microstart, Crédal of nog de proxilening?
- Welke maatregelen werden tot slot de afgelopen maanden getroffen om Brussel aantrekkelijker en concurrerender te maken voor de ondernemingen met het oog op de komende economische relance, in het bijzonder wat de ZKO’s en KMO’s betreft?
 
 
Antwoord   

In de eerste plaats moet worden verduidelijkt dat het adres van de maatschappelijke zetel geen invloed heeft op de toekenning van covidpremies en evenmin op de toekenning van ‘klassieke’ premies. Voorwaarde is wel dat de onderneming een exploitatiezetel in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest heeft.

 

Overigens, hoewel het Brussels Hoofdstedelijk Gewest elk jaar een bepaald aantal ondernemingen zijn grondgebied ziet verlaten, doet zich ook het tegenovergestelde voor: elk jaar verhuist een groot aantal ondernemingen die voordien in een ander land of een ander gewest van België waren gevestigd, naar Brussel. Niettemin wordt het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gekenmerkt door een negatief migratiesaldo: de stroom van ondernemingen die het grondgebied verlaten is groter dan de stroom van ondernemingen die naar Brussel verhuizen.

 

Volgens de door Statbel gepubliceerde migratiestatistieken, en onder voorbehoud van de methodologische overwegingen van het Belgisch Bureau voor de Statistiek[1], heeft de overgrote meerderheid van de ondernemingen die naar het Vlaamse of het Waalse Gewest[2] emigreren, geen werknemers (86,6% in 2019) en hebben bijna alle andere ondernemingen tussen 1 en 49 werknemers (13,0% in 2019). Elk jaar verhuizen zo'n 10 tot 20 ondernemingen met 50 of meer werknemers van Brussel naar een van die twee gewesten. Omgekeerd verwelkomt het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een iets lager percentage ondernemingen zonder werknemers uit het Vlaamse of het Waalse Gewest (83,4% in 2019) en een iets hoger percentage ondernemingen met 1 tot 49 werknemers uit die gewesten (15,8% in 2019). Een vergelijkbaar aantal ondernemingen met 50 of meer werknemers verhuist naar Brussel (ongeveer 10 tot 20).

 

In het kader van de Raad voor Economische Coördinatie stelt hub.brussels momenteel niet meer delokalisatie van Brusselse ondernemingen vast dan de voorbije jaren.

 

In de periode 2018-2020 verhuisden gemiddeld bijna 2.900 ondernemingen per jaar naar Brussel, terwijl gemiddeld 3.600 ondernemingen per jaar uit Brussel vertrokken. Het negatieve migratiesaldo bedraagt dus ongeveer 700 tot 800 ondernemingen voor die jaren.

 

In 2020 is zowel het aantal ondernemingen dat immigreert als het aantal ondernemingen dat emigreert in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gedaald, wat ongebruikelijk is. Het migratiesaldo is licht gestegen. De procentuele stijging van het netto aantal ondernemingen dat Brussel heeft verlaten, is echter vergelijkbaar met die van het voorgaande jaar.

 

De pandemie heeft geleid tot een daling van het aantal migraties van ondernemingen in 2020, zowel vanuit Brussel als naar Brussel (respectievelijk -5% en -8%). Hetzelfde kan worden waargenomen in het Vlaamse Gewest. Wat het Waalse Gewest betreft, werd het eerder gekenmerkt door een daling van het aantal emigraties (-13%) en een stabilisatie van het aantal immigraties van ondernemingen. In Brussel is het migratiesaldo in hetzelfde tempo gestegen als in 2019 en 2017.

 

Hoewel het aantal startende ondernemingen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in 2020 is gedaald ten opzichte van het jaar ervoor (-9%), blijft het hoog genoeg (11.729 startende ondernemingen) om een nettotoename van het aantal ondernemingen in 2020 te genereren. Het totale aantal actieve ondernemingen is in 2020 met 2% gestegen, van 110.825 eind 2019 tot 113.195 btw-plichtige ondernemingen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest op 31 december 2020 (ondernemingen met maatschappelijke zetel of adres in het Brusselse gewest).

 

Ook het aantal btw-plichtige ondernemingen in Brussel vertoont begin dit jaar een positieve groei: tussen december 2020 en maart 2021 is het aantal ondernemingen met 384 eenheden toegenomen.

 

Wat betreft de maatregelen om Brussel aantrekkelijk te maken voor ondernemingen van de evenementensector, wil ik u in de eerste plaats herinneren aan het bestaan van de crisisondersteunende maatregelen die door mijn kabinet zijn genomen, zoals de Tetrapremie, de Eventpremie, de Oxygenlening, de gedelegeerde opdracht, de herkapitalisatie van Finance en het Gewestelijk Innovatieplan.

 

Naast die crisisondersteunende maatregelen, die nog steeds worden aangepast aan de situatie van de sectoren, heeft visit.brussels een relanceplan ontwikkeld om de aantrekkelijkheid van Brussel voor toeristen te vergroten en investeringen van zeer kleine en kleine en middelgrote ondernemingen te ondersteunen voor een herstel dat de digitalisering en de duurzaamheid van de bestemming omvat. Ik verzoek u uw vraag voor te leggen aan de minister-president die hiervoor verantwoordelijk is.

 

Daarnaast heeft hub.brussels, via zijn cluster hospitality.brussels, verschillende acties georganiseerd die gericht zijn op de evenementen- en toerismesector, met name een reeks van drie workshops getiteld ‘Building resilience together’ (gelegenheid om de eigen strategie en activiteiten te heroverwegen met het oog op de ontwikkeling van meer veerkracht en duurzaamheid).

Zie: https://hospitality.brussels/nl/events/building-resilience-together/

 

[1] Het adres van de maatschappelijke zetel of de woonplaats wordt gebruikt voor de uitsplitsing van de statistieken per gewest, provincie of arrondissement. Opgemerkt moet worden dat de economische activiteit niet altijd op dat adres wordt uitgeoefend. Bovendien kan een aantal schijnbare demografische bewegingen worden toegeschreven aan adrescorrecties.

 

[2] De statistieken volgens de grootte van de ondernemingen hebben alleen betrekking op ondernemingen die migreren van/naar een ander Belgisch gewest. De gegevens voor het jaar 2019 zijn de meest recente die over dit onderwerp beschikbaar zijn.