Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de vooruitgang die is geboekt in de strijd tegen het achterlaten van de Nieuwe gezelschapsdieren in het Brussels Gewest

Indiener(s)
Gaëtan Van Goidsenhoven
aan
Bernard Clerfayt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering, Plaatselijke Besturen en Dierenwelzijn (Vragen nr 720)

 
Datum ontvangst: 03/05/2021 Datum publicatie: 19/07/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 15/06/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
28/05/2021 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Het achterlaten van de "nieuwe gezelschapsdieren", waaronder dieren vallen die door mensen als gezelschapsdier worden gehouden, met uitzondering van honden en katten, is een realiteit in ons Gewest, die niet zonder gevolgen blijft voor het welzijn van de dieren, de risico's van verzadiging van asielen, de instandhouding van de biodiversiteit, de openbare veiligheid en de volksgezondheid.

Hoewel het aantal NGD's dat elk jaar wordt achtergelaten momenteel moeilijk te achterhalen is, is het mogelijk bepaalde cijfers te verkrijgen, met name via de controles die door de politie en de gewestelijke diensten worden uitgevoerd op basis van klachten of via de feedback van de verschillende opvangcentra in Brussel.

Daarom zou ik graag antwoord krijgen op de volgende vragen:

1) Kunt u, op basis van de verschillende gegevens waarover u beschikt, melden hoeveel NGD's er jaarlijks in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest worden achtergelaten? Kunt u uw antwoord opsplitsen voor de jaren 2018, 2019 en 2020?

2) Kunt u voor dezelfde jaren het aantal achtergelaten NGD's aangeven door uw antwoord op te splitsen naar de verschillende soorten of categorieën NGD's?

3) Wat zijn, in het algemeen, de meest recente initiatieven die u hebt genomen om het achterlaten van de NGD's in het Brusselse Gewest tegen te gaan?

4) Hebt u, gezien het bestaan van verschillende methoden voor de identificatie en registratie van diersoorten, het nut overwogen van een verplichte identificatie en/of registratie naar gelang van de betrokken diersoort?

5) Hebt u vooruitgang geboekt bij uw denkwerk over de mogelijkheid om een op gewestelijk niveau of samen met het Waals en het Vlaams Gewest beheerde databank voor de NGD's op te richten?

6) Hoe staat u momenteel tegenover het idee om de erkenningsprocedure uit te breiden tot andere diersoorten die weliswaar op een positieve lijst staan, maar kenmerken vertonen die vereisen dat hun koper blijk geeft van bepaalde vaardigheden en aangepaste infrastructuren?

7) Zijn er plannen om de erkenningsprocedure restrictiever te maken door particuliere aanvragers te verplichten aan te geven hoe en onder welke omstandigheden het dier dat zij wensen aan te kopen, zal worden gehouden?

8) Zijn er plannen om gespecialiseerde opleidingen of verplichte cursussen te organiseren als voorwaarde voor het houden van bepaalde diersoorten, om ervoor te zorgen dat potentiële kopers voldoende informatie krijgen over de omstandigheden waarin de dieren worden gehouden, waarbij met name gebruik kan worden gemaakt van de mechanismen die bestaan in bepaalde Europese landen, waaronder Frankrijk, Nederland en het Verenigd Koninkrijk?
 
 
Antwoord    Vragen 1 en 2
De cijfers van 2020 zijn momenteel echter nog niet beschikbaar.
De cijfers van 2018 en 2019 kunnen daarentegen reeds teruggevonden worden in de verslagen die jaarlijks gepubliceerd worden op de website van Leefmilieu Brussel:
https://leefmilieu.brussels/themas/dierenwelzijn/de-handel-gezelschapsdieren

Vraag 3
Teneinde toekomstige huisdiereigenaars in het algemeen te sensibiliseren voor de verantwoordelijkheid die bij de aanschaf van een dier komt kijken en dus het afstaan of achterlaten van dieren tegen te gaan, werd in 2017 de campagne ‘Een huisdier is een extra gezinslid – bezint eer je je bindt’ georganiseerd. De folders van deze campagne worden tijdens publieke evenementen nog steeds aangeboden door het Departement Dierenwelzijn van Leefmilieu Brussel.

Ook de website van Leefmilieu Brussel (
https://leefmilieu.brussels/themas/dierenwelzijn/een-dier-aanschaffen/goed-nadenken-voor-uw-aankoop) sensibiliseert toekomstige eigenaars m.b.t. de verantwoordelijkheden en kosten verbonden aan de aanschaf van huisdieren, en m.b.t. tot de dieren die men al dan niet mag houden.

In 2019 werd tevens de wetgeving voor publiciteit met het oog op de verhandeling van dieren aangescherpt, waarbij iedere aanbieding van een dier vergezeld moet zijn van de vermelding: “
Een dier is een levend wezen met gevoel en geen speelgoed. De aankoop of de adoptie van een dier vereist volle verantwoordelijkheidszin van de nieuwe eigenaar. Een dier achterlaten of verwaarlozen vormt een overtreding waarvoor strafrechtelijke of administratieve vervolging ingesteld kan worden.”

Vragen 4 en 5
Momenteel laat de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren enkel de identificatie en registratie van honden en katten toe.

Het nut is niet het enige criterium dat in aanmerking moet worden genomen. Tijdens de uitwerking van het Brussels wetboek voor dierenwelzijn zal daarover diepgaand worden nagedacht.

Vraag 6
Het opstellen van de positieve lijsten wordt net vanuit deze invalshoeken bekeken. Aldus hebben de experten van de Brusselse Dierentuincommissie deze lijst voor de reptielen opgesteld in functie van de verschillende criteria, zoals het gemak waarmee het dier kan worden gehouden en de beschikbaarheid van gedetailleerde informatie over het houden van de soort, met name over de behoeften en de voorwaarden die gelden bij het houden van een dier in gevangenschap.

Vraag 7
Via het dossier voor de aanvraag tot erkenning moet de aanvrager aantonen dat hij zich goed gedocumenteerd heeft over de leefgewoonten en fysiologische behoeften van de soort.

Het dossier moet tevens een gedetailleerde beschrijving omvatten van de huisvesting en verzorging die men aan het dier (of de dieren) zal verschaffen.

De beslissing over het wel of niet toekennen van de erkenning gebeurt op advies van de Brusselse Dierentuincommissie, die het dossier grondig evalueert op basis van haar wetenschappelijke expertise.

Vraag 8
Neen. Bij de evaluatie van de erkennings-aanvragen voor het houden van reptielen of zoogdieren buiten de positieve lijsten wordt er wel rekening gehouden met eventuele gevolgde opleidingen. Voor reptielen wordt er zelfs specifiek hiernaar gevraagd in het aanvraagformulier (onderdeel “competenties”).