Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende Het democratisch besluitvormingsproces rond het project voor het museum “Le Chat”

Indiener(s)
Jean-Pierre Kerckhofs
aan
Rudi Vervoort, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van gewestelijk Belang (Vragen nr 625)

 
Datum ontvangst: 08/06/2021 Datum publicatie: 19/07/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 16/07/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
14/06/2021 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Naar aanleiding van de bouwvergunning die op 22 april 2021 werd afgegeven voor de bouw, met overheidsmiddelen, van een museum gewijd aan “Le Chat” en de cartoon op de Kunstberg, stel ik me vragen over de besluitvorming rond het project, alsook over het respect voor de functies van een museum zoals die gedefinieerd zijn door de Internationale Raad voor Musea (ICOM)

- Aangezien het hier gaat om een grote investering van 9,38 miljoen euro door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest met een lage return en het bijgevolg om een gesubsidieerd project gaat, werd de keuze voor het project dan gemaakt volgens een democratische en transparante logica? Zo ja, kunt u het bestek betreffende de bestemming van het gebouw bezorgen? Is er een oproep tot projecten gedaan? Zo ja, met welke andere projecten werd het project in kwestie dan vergeleken?

- Aangezien het Brussels Gewest een biculturele bevoegdheid heeft gekregen, hoe is het project daarmee in overeenstemming?

- Hierna volgt de definitie van een museum volgens de ICOM, die erkend wordt door de Vlaamse en Franse Gemeenschap: “Een museum is een permanente instelling, niet gericht op het behalen van winst, toegankelijk voor publiek, die ten dienste staat van de samenleving en haar ontwikkeling. Een museum verwerft, behoudt, onderzoekt, presenteert, documenteert en geeft bekendheid aan de materiële en immateriële getuigenissen van de mens en zijn omgeving, voor doeleinden van studie, educatie en genoegen.” Kunt u verduidelijken hoe het museum Le Chat en de Cartoon zou voldoen aan die criteria (non-profit, educatieve doeleinden en toegankelijkheid) en hoe de promotie van dit specifieke museum daaraan zou voldoen?

- Ondanks het feit dat het beheer van het museum zou worden toevertrouwd aan een vzw, valt te verwachten dat er lucratieve gevolgen zijn voor particulieren via royalty’s en op indirecte wijze, dankzij de publiciteit die zou worden gemaakt. Zou dat niet in strijd zijn met de non‑profitroeping van elk museum, zoals in de definitie van de ICOM staat?

- Ten slotte, als het zou gaan om een project waarvan het culturele belang niet aangetoond zou zijn, welke dienst zou dan aan het publiek worden verleend? Is er onderzoek gedaan naar de economische voordelen die volgens de trickle-down-theorie zouden worden gehaald? Zo ja, kunt u zo’n onderzoek bezorgen?
 
 
Antwoord    Ik heb de eer u het volgende antwoord mee te delen:

Het project voor het Museum van Le Chat en de humoristische tekening dat door de Regering op stapel is gezet, steunt op een uitgebreid gewestelijk bevoegdhedenpakket:

·
Onroerend goed. De Regering heeft in tegenstelling tot wat u beweert een economisch evenwichtige contractuele relatie heeft opgebouwd met de beide huurders, hetzij de VZW Fidalian die op termijn het goed gaat uitbaten en BOZAR dat een deel van de werken voor zijn rekening neemt. Ik breng hierbij in herinnering dat het gebouw genaamd "1930” dat door de Regering is gekozen, al 20 jaar stond te verkommeren bij gebrek aan overeenstemming over zijn toekomstige bestemming. In de contacten met de studiebureaus die zijn geraadpleegd over de beschikbare opties voor de restauratie of de afbraak / heropbouw van de locatie is gebleken dat een unanieme voorkeur bestond voor de optie afbraak / heropbouw en voor de keuze van de bekende architect P. Hebbelinck. Met betrekking tot de rol van de overheden in het Museum wil ik erop wijzen dat het Brussels Hoofdstedelijk Gewest enkel optreedt als erfpachtgever van de site, met de MSI, een gewestelijke instantie die door het Gewest gecontroleerd en gedeeltelijk gefinancierd wordt, als grondeigenaar. Deze constructie tussen overheden waarborgt een ten volle beheerste publieke investering en het behoud van de controle op de gronden.

·
Economie. Er zijn de geraamde terugverdieneffecten van het project voor het Gewest die door de huurder zijn gepresenteerd naar aanleiding van de onderhandelingen over de huurovereenkomst. Toch heeft de Regering er de voorkeur aan gegeven een voorzichtige houding aan te nemen aangezien een niet te verwaarlozen deel van de gewestelijke investering in de eerste plaats gecompenseerd zal worden met de inning van de huurgelden gestort door de heer Geluck voor een bedrag van 7.770.000,00 €, los van de evidente economische terugverdieneffecten die het project zal genereren.

·
Toerisme. Mijn Regering is er nog steeds rotsvast van overtuigd dat Brussel nood heeft aan volkse projecten die het publiek in beweging brengen binnen een termijn van tien jaar, want cultuur en toerisme zijn essentiële sectoren bij het creëren van verbinding in de stad die ervoor moeten zorgen dat Brussel verder zijn rol kan vervullen als motor van het land. Dat is ook wat we met het Kanal-museum doen. Het grotea succes dat dhr. Geluck al tientallen jaren kent, onlangs ook nog met zijn reizende tentoonstelling op de Champs Elysées, sterken ons ten zeerste in de keuzes die de Brusselse Regering in dit dossier heeft gemaakt.

Ten slotte is de keuze van de huurders volledig overgelaten aan het oordeel van de Regering die als democratisch besluitvormingsorgaan gemachtigd is beslissingen te nemen om het gewestelijk onroerend erfgoed op te waarderen. Wat de transparantie betreft, kan ik stellen dat ik hierover meermaals vragen van parlementsleden heb beantwoord, van in 2015 al.

Kortom, met de verwezenlijking van dit ambitievolle project rond het Museum van de Kat en humoristische tekeningen brengt de Regering een historische locatie tot leven midden in een wijk die bij de Brusselse liefhebbers van cultuur en erfgoed sterk gewaardeerd wordt door er de schijnwerpers te richten op de humoristische tekening met het werk van dhr. Geluck maar evenzeer van andere vertegenwoordigers van deze kunstvorm.