Schriftelijke vraag betreffende het neutraliteitsbeleid van Citydev.brussels
- Indiener(s)
- Joëlle Maison
- aan
- Rudi Vervoort, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van gewestelijk Belang (Vragen nr 636)
Datum ontvangst: 08/06/2021 | Datum publicatie: 28/09/2021 | ||
Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 20/21 | Datum antwoord: 03/09/2021 |
Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
07/07/2021 | Ontvankelijk | p.m. |
Vraag | Ik zou u de volgende vragen willen stellen: 1. Kunt u het neutraliteitsbeleid van het personeel van Citydev.brussels beschrijven? 2. Is het volgens het arbeidsreglement van Citydev.brussels voor de werknemers verboden op het werk levensbeschouwelijke, religieuze of politieke symbolen te dragen? |
Antwoord | Ik heb de eer u de volgende elementen van antwoord mee te delen: 1. Krachtens artikel 14 van de ordonnantie van 20 mei 1999 betreffende de Gewestelijke Ontwikkelingsmaatschappij voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is het de Raad van Bestuur van Citydev.brussels die de personeelsformatie en het administratief statuut en de bezoldigingsregeling hiervan vaststelt. In dat licht berust het neutraliteitsbeleid dat citydev.brussels hanteert op de fundamentele beginselen die de uitoefening van het staatsgezag regelen in ons land. Zo steunt het diversiteitsbeleid bij Citydev.brussels op de principes vervat in het Advies nr. 44.521/AV van 20 mei 2008 van de afdeling wetgeving van de Raad van State betreffende het Wetsvoorstel houdende toepassing van de scheiding van de Staat en de religieuze of niet-confessionele levensbeschouwelijke organisaties of gemeenschappen: “De neutraliteit van de overheid is inderdaad een constitutioneel beginsel dat weliswaar niet als zodanig in de Grondwet zelf is opgenomen doch dat ten nauwste samenhangt met het discriminatieverbod in het algemeen en het beginsel van benuttingsgelijkheid van de openbare dienst in het bijzonder. In een democratische rechtsstaat dient de overheid neutraal te zijn, omdat zij de overheid is van en voor alle burgers en omdat zij deze in beginsel gelijk dient te behandelen zonder te discrimineren op grond van hun religie, hun levensbeschouwing of hun voorkeur voor een gemeenschap of partij. Om die reden mag dan ook van de overheidsbeambten worden verwacht dat ook zij zich in de uitoefening van hun functie ten aanzien van de burgers strikt houden aan deze neutraliteit en aan het beginsel van de benuttingsgelijkheid.” 2. Geen enkel deel van het arbeidsreglement verbiedt het personeel van citydev.brussels uitdrukkelijk om uiterlijke tekenen van godsdienstige, filosofische of politieke overtuiging te dragen op hun werkplek. |