Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de uitgaven van de openbare vastgoedmaatschappijen in verband met de betaling van de onroerende voorheffing

Indiener(s)
Joëlle Maison
aan
Nawal Ben Hamou, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Huisvesting en Gelijke kansen (Vragen nr 666)

 
Datum ontvangst: 02/07/2021 Datum publicatie: 14/09/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 14/09/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
09/08/2021 Ontvankelijk p.m.
14/09/2021 Bijlage aan het antwoord p.m. Bijlage
 
Vraag   

Elk jaar moeten de openbare vastgoedmaatschappijen (OVM) de onroerende voorheffing betalen voor alle woningen die zij bezitten. Zij  genieten echter van een verlaagd gewestelijk belastingtarief van 0,8% (in plaats van het normale tarief van 1,25%). Niettemin vormt de betaling van de voorheffing een belangrijke uitgavenpost op de begroting van de OVM’s.

Graag een antwoord op de volgende vragen:

  1. Kunt u aangeven hoeveel de Brusselse OVM’s de afgelopen drie belastingjaren (d.w.z. de belastingjaren 2018, 2019 en 2020) in totaal hebben moeten uitgeven om de onroerende voorheffing te kunnen betalen voor alle onroerende goederen die zij hebben verhuurd?

  2. Kunt u ons ook een tabel bezorgen met voor elk van de zestien OVM’s het totale bedrag van de uitgaven in verband met de betaling van de onroerende voorheffing in de belastingjaren 2018, 2019 en 2020?

  3. Kunt u ons een raming geven van het relatieve gewicht van de uitgaven voor de betaling van de onroerende voorheffing in de totale jaarlijkse uitgaven van de OVM’s?

 

 
 
Antwoord    Hierbij vindt u het totale bedrag van de uitgaven die de Brusselse OVM's de afgelopen drie aanslagjaren (d.w.z. 2018, 2019 en 2020) hebben moeten doen om de onroerende voorheffing op alle door hen verhuurde onroerende goederen te kunnen betalen:

 

2018

2019

2020

Totaal

21.402.779,26

20.515.760,37

21.482.366,38



In de tabel in bijlage 1 vindt u voor elk van de zestien OVM's het totale bedrag van de uitgaven inzake de betaling van de onroerende voorheffing voor de aanslagjaren 2018, 2019 en 2020. 

De tabel in bijlage 2 bevat een raming van het relatieve gewicht van de uitgaven voor de betaling van de onroerende voorheffing in de totale jaarlijkse uitgaven van de OVM's.