Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de communicatiestrategieën van de Brusselse gemeenten inzake het voederen van wilde dieren

Indiener(s)
Geoffroy Coomans de Brachène
aan
Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 879)

 
Datum ontvangst: 12/07/2021 Datum publicatie: 21/09/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 15/09/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
09/08/2021 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag   

Sinds 2015 voert Leefmilieu Brussel een communicatiecampagne over het verbod op het voederen van wilde dieren. Deze campagne, die onder meer bestaat uit informatiesessies voor gemeenteambtenaren, opleidingssessies voor veldwerkers van Leefmilieu Brussel en het gebruik van allerlei communicatiekanalen zoals de website en de sociale media, lijkt nog niet helemaal te voldoen gezien het zeer grote aantal burgers dat deze wilde dieren dagelijks blijft voederen, en de vele illegale voederplaatsen.

Rekening houdend met bovenstaande informatie, zou ik u de volgende vragen willen stellen:

  1. Kan het Gewest de gemeenten eenvormige visuals en boodschappen ter beschikking stellen in een poging de signalisatie en de zichtbaarheid van deze communicatie te versterken op gewestelijk niveau?

  2. Waarom het probleem niet beter uitleggen door de bedragen van de mogelijke boetes duidelijk te vermelden, om de overtreders beter aan te spreken en te ontmoedigen wat betreft het gevaar van hun gebaar, en de dierenmishandeling die een ongeschikte voeding kan veroorzaken?

  3. Momenteel beheert elke gemeente haar eigen verbod op het voederen van wilde dieren, met wisselende doeltreffendheid. Zijn er specifieke verzoeken van de gemeentelijke verantwoordelijken voor een coördinatie op gewestelijk niveau om een efficiëntere communicatiestrategie mogelijk te maken, met name via overheidsopdrachten voor gelijkaardige boodschappen?

  4. Hebt u de mogelijkheid van een gemeenschappelijke communicatiestrategie kunnen bespreken met de verschillende Brusselse schepenen die bevoegd zijn voor dierenwelzijn, teneinde op het terrein efficiënter te kunnen optreden?

  5. Over welke begrotingsmiddelen beschikt u elk jaar voor communicatiecampagnes over het verbod op het voederen van wilde dieren?

  6. Kent u ook de budgetten die in elk van de 19 Brusselse gemeenten beschikbaar zijn voor de strijd tegen dit illegaal voederen?

 

 
 
Antwoord    1)

Leefmilieu Brussel heeft verschillende bewustmakingsinstrumenten ontwikkeld over het onderwerp. Deze omvatten een folder, een aftelrijmpje voor kleuters en een flyer met spelletjes voor kinderen van de lagere school. Alle ontwikkelde instrumenten kunnen worden gedownload van de website van de administratie op het volgende adres:
https://leefmilieu.brussels/themas/groene-ruimten-en-biodiversiteit/de-biodiversiteit/mag-men-het-wild-levende-dieren-voederen.

Gemeenten kunnen gratis een papieren versie van deze instrumenten krijgen door ze aan te vragen bij de informatiedienst van Leefmilieu Brussel. De administratie beschikt ook over displays voor haar publicaties bij de gemeentebesturen, die regelmatig door de administratie worden bevoorraad.

Er is ook een campagneposter ontwikkeld die door gemeenten kan worden aangevraagd om in de door hen beheerde parken te worden aangebracht.


2)

In de bewustmakingsinstrumenten wordt gewezen op de ongemakken die het voederen van dieren veroorzaakt en wordt ook vermeld dat overtreders een boete kunnen krijgen. Het probleem wordt dus goed uitgelegd in de instrumenten. Het wordt ook mondeling toegelicht, op de stands die gezamenlijk worden gehouden door de afdeling Groene Ruimten en het departement Water van Leefmilieu Brussel tijdens evenementen zoals de Brusselse Waterdagen, maar ook dagelijks door onze teams van parkwachters die het hele jaar door waakzaam blijven voor dit probleem, en tijdens de bijzonder problematische zomerperiode, met de hulp van seizoenarbeiders die we aanwerven om het toezicht en de bewustmaking van de gebruikers van onze parken te versterken. Het aftelrijmpje, dat met name bedoeld is voor kinderboerderijen, beoogt bewustmaking vanaf zeer jonge leeftijd.


3)

Leefmilieu Brussel heeft a priori nooit specifieke verzoeken ontvangen met betrekking tot de noodzaak aan coördinatie op gewestelijk niveau.


4)

Nee, de formele en gestructureerde besprekingen met de schepenen van Dierenwelzijn gebeuren met de minister van Dierenwelzijn.

In het kader van het
AWI-BRU-project - https://environnement.brussels/news/awi-bru-animal-welfare-initiatives-brussels - (gelanceerd door het departement Dierenwelzijn van Leefmilieu Brussel) zijn echter contacten gelegd met alle gemeenten om een overzicht te krijgen van de huidige aanpak, initiatieven, successen en obstakels op het gebied van dierenwelzijn in de gemeenten. In eerste instantie richt het project zich op huisdieren en stadsduiven, maar bij uitbreiding kan het ook betrekking hebben op andere dieren die in de stad leven en waarvan de populatie door de mens wordt beheerd.


5)

Het budget dat wordt gebruikt voor het drukken van bestaand materiaal en voor het realiseren van meer specifiek materiaal voor evenementen (bv. houten lezenaars die in de werkplaats van Leefmilieu Brussel worden vervaardigd en tijdelijk in parken worden opgesteld en die bezoekers aanmoedigen om te lezen met behulp van uitnodigende eendenpootjes) is opgenomen in het algemene communicatiebudget en wordt dus niet in een analytische boekhouding vermeld.


6)

Wij zijn niet op de hoogte van deze informatie.