Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de Jongerenadviescentra of jeugdparticipatieraden

Indiener(s)
Véronique Lefrancq
aan
Bernard Clerfayt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering, Plaatselijke Besturen en Dierenwelzijn (Vragen nr 784)

 
Datum ontvangst: 28/07/2021 Datum publicatie: 21/09/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 10/09/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
11/08/2021 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    In een artikel van dinsdag 13 juli 2021 berichtte de krant L'Echo over een studie van HIVA, een onderzoeksinstituut verbonden aan de KULeuven, waaruit blijkt dat de tweede golf van de pandemie heeft geleid tot het verdwijnen van 39.000 banen in loondienst in België, tijdens de eerste golf was dat een verlies van 32.000 banen.

Hoewel het aantal vertrekken (pensionering, afvloeiing, vrijwillig vertrek, enz.) niet echt is veranderd, is het verschil vooral merkbaar bij de instroom op de arbeidsmarkt: 630.962 personen zijn in 2020 in een bedrijf gaan werken, d.w.z. 15% minder dan in 2019 en dit percentage is voor Brussel -18%.

Op basis van deze elementen zou ik u de volgende vragen willen stellen, mijnheer de minister, mevrouw de staatssecretaris:

  • Welke sectoren hebben in 2020 minder mensen aangenomen dan in 2019?

  • Beschikt u, aangezien het verschil vooral zit in het aantal mensen dat de arbeidsmarkt betreedt, over informatie over het profiel van degenen die in 2020 geen baan konden vinden? Zijn er significante verschillen in vergelijking met de profielen van degenen die er in 2019 niet in slaagden een baan te vinden?

  • De studie beveelt een geleidelijke phasing-out aan, gedifferentieerd naar gelang van de sectoren van activiteit, bent u al begonnen in die richting te denken?

 
 
Antwoord    In tegenstelling tot de studie van het HIVA bevatten de gegevens waarover Actiris beschikt, geen specifieke informatie over de aanwervingen.

Actiris analyseert de uitstroom naar werk van minstens 28 dagen tijdens de periode van april tot december 2020 (kort na het uitbreken van de COVID-19-crisis) van de niet-werkende werkzoekenden (NWW) die bij Actiris ingeschreven zijn. Deze gegevens tonen ons hoeveel werkzoekenden de werkloosheid in 2020 hebben verlaten en in welke sector ze aangeworven werden. Door ze met 2019 te vergelijken, kunnen we beter afbakenen welke sectoren meer of minder mensen hebben aangeworven als gevolg van de coronacrisis.

Het lijkt erop dat bepaalde activiteiten(sub)sectoren meer te lijden hadden onder de COVID-19-crisis dan andere, maar er zijn geen sectoren waarin een uitgesproken jaarlijkse stijging van de uitstroom tijdens de geanalyseerde periode wordt waargenomen.

De sectoren die een grotere daling van de uitstroom noteren, zijn sectoren waarvan het verwacht werd. De hardst door de crisis getroffen sectoren zijn immers de horeca (-62,1%), de groot- en detailhandel (-31,5%), het vervoer en de opslag (-23,3%), de verwerkende nijverheid (-20,1%), het overheidsbestuur en defensie (-20,0%), de andere dienstenactiviteiten (-26,1%) en de activiteiten van administratieve en ondersteunende dienstverlening (-19,9%). De bovengenoemde sectoren vertegenwoordigen bijna 75% van de inkrimping van de uitstroom naar werk van minstens 28 dagen tussen april en december.

Door te focussen op de sectoren die de grootste daling van de uitstroom hebben genoteerd, kunnen we subsectorale tendenzen vaststellen. Voor de handel bevindt de inkrimping zich wat het volume betreft hoofdzakelijk bij de “detailhandel” (NACE-code 47). Voor de horeca komt de daling van de uitstroom vooral voort uit de subsector “Eet- en drinkgelegenheden” (56). Ten slotte is een groot deel van de vermindering van de uitstroom van het bestuur afkomstig van de subsector “Terbeschikkingstelling van personeel” (78), namelijk uitzendarbeid, gevolgd door “Diensten in verband met gebouwen; landschapsverzorging” (79).

Tabel 1. Uitstroom naar werk van minstens 28 dagen per activiteitensector (NACE 2) tijdens de periode van april tot december 2020

Activiteitensectoren (Sectie en NACE 2)

Uitstroom

Jaarlijkse variatie in %

Jaarlijkse variatie in aw

Groot- en detailhandel; reparatie van auto’s en motorfietsen (G)

2.374

-31,5%

-1.093

45 Groot- en detailhandel in en onderhoud en reparatie van motorvoertuigen en motorfietsen

46 Groothandel en handelsbemiddeling, met uitzondering van de handel in motorvoertuigen

en motorfietsen

47 Detailhandel, met uitzondering van de handel in auto's en motorfietsen

114

335

1.925

-39,7%

-30,1%

-31,2%

-75

-144

-874

Verschaffen van accommodatie en maaltijden (I)

936

-62,1%

-1.531

55 Verschaffen van accommodatie

37

-88,6%

-287

54 Verschaffen van maaltijden

899

-58,0%

-1.244

Administratieve en ondersteunende diensten (N)

5.615

-19,9%

-1.394

77 Verhuur en lease

78 Terbeschikkingstelling van personeel

79 Reisbureaus, reisorganisatoren, reserveringsbureaus en aanverwante activiteiten

80 Beveiligings- en opsporingsdiensten

81 Diensten in verband met gebouwen; landschapsverzorging

82 Administratieve en ondersteunende activiteiten ten behoeve van kantoren en overige zakelijke activiteiten

27

4.054

19

183

1.216

116

-41,3%

-14,6%

-70,3%

-34,4%

-27,7%

-38,3%

-19

-695

-45

-96

-467

-72

Bron: Actiris, berekeningen: view.brussels



Tijdens de geanalyseerde periode is de uitstroom naar werk van minstens 28 dagen van de bij Actiris ingeschreven WZ globaal gezien gedaald met 22,3% (jaarlijkse variatie). Zij geldt zowel voor mannen (-22,2%) als voor vrouwen (-22,3%). Hoewel de daling van de uitstroom zeer groot is bij het begin van de periode (-68,5% in april, -49,4% in mei en -17,3% in juni), is de situatie vanaf juli (-7,7%) en augustus (-2,3%) weer bijna normaal, en de jaarlijkse variatie wordt zelfs opnieuw lichtjes positief vanaf september (+2,2%). Op het einde van het jaar is de uitstroom weer kleiner (-1,6% in oktober, -24,7% in november en -28,1% in december).

Tabel 2. Uitstroom naar werk van minstens 28 dagen tijdens de periode van april tot december 2020

 

Uitstroom naar werk

In absolute waarde

Jaarlijkse variatie (in %)

Mannen

Vrouwen

Totaal

Mannen

Vrouwen

Totaal

April

886

512

1.398

-65,0%

-73,2%

-68,5%

Mei

1.025

735

1.760

-48,0%

-51,4%

-49,4%

Juni

1.459

1.089

2.548

-18,0%

-16,4%

-17,3%

Juli

1.573

1.138

2.711

-9,8%

-4,7%

-7,7%

Augustus

1.468

1.053

2.521

0,1%

-5,5%

-2,3%

September

2.484

2.678

5.162

-0,6%

4,9%

2,2%

Oktober

2.231

2.079

4.310

-5,0%

2,4%

-1,6%

November

1.623

1.242

2.865

-19,7%

-30,5%

-24,7%

December

996

850

1.846

-23,5%

-32,9%

-28,1%

TOTAAL

13.745

11.376

25.121

-22,2%

-22,4%

-22,3%

Bron: Actiris, berekeningen: view.brussels

 



Het kruisen van de gegevens volgens het gender en het studieniveau toont aan dat de jaarlijkse daling van deze uitstroom van minstens 28 dagen tussen 2019 en 2020 de minder gekwalificeerde Brusselse WZ relatief gezien meer treft, ongeacht of ze over een Belgisch of buitenlands diploma beschikken. Bij een hoog studieniveau is de uitstroom naar werk stabiel voor de houders van een masterdiploma tussen april en december (+2,5% jaarlijkse variatie). Profielen met een hoger studieniveau hebben dus vaker werk gevonden dan minder gekwalificeerden in vergelijking met vorig jaar.

Tabel 3. Uitstroom naar werk van minstens 28 dagen in functie van het studieniveau tijdens de periode van april tot december 2020

 

In absolute waarde

Jaarlijkse variatie (in %)

Mannen

Vrouwen

Totaal

Mannen

Vrouwen

Totaal

Laag

2.637

1.271

3.908

-28,5%

-34,3%

-30,5%

Gemiddeld

3.540

2.694

6.234

-18,0%

-24,3%

-20,9%

Hoog

2.899

4.137

7.036

-4,9%

-7,6%

-6,5%

Buitenlands

(totaal)

4.669

3.274

7.943

-29,4%

-30,3%

-29,8%

Btl.: Laag

2.016

1.054

3.070

-35,7%

-39,3%

-36,9%

Btl.: Gemiddeld

1.544

966

2.510

-30,9%

-32,5%

-31,6%

Btl.: Hoger

1.109

1.254

2.363

-10,7%

-18,1%

-14,8%

TOTAAL

13.745

11.376

25.121

-22,2%

-22,4%

-22,3%

Bron: Actiris, berekeningen: view.brussels



Tot slot treft deze jaarlijkse daling van het aantal uitstromers naar werk alle leeftijdsgroepen even hard, met uitzondering van de “25- tot 29-jarigen” voor wie de impact minder groot was (-13,2%).

Tabel 4. Uitstroom naar werk van minstens 28 dagen in functie van de leeftijd tijdens de periode van april tot december 2020

 

Leeftijdsgroepen

Absolute waarde

Jaarlijkse variatie (in %)

< 25 jaar

4.353

-24,4%

25 tot 29 jaar

6.116

-13,2%

30 tot 49 jaar

12.230

-25,1%

50 jaar en ouder

2.422

-24,5%

TOTAAL

25.121

-22,3%



Voorlopig is er geen gedifferentieerde uitfasering gepland in de door de onderzoekers aangegeven zin. De diensten van Actiris hebben echter aandacht voor het herstel van de verschillende sectoren en stemmen af met de verschillende sectorvertegenwoordigers (o.a. de horeca) om hen zo goed mogelijk te ondersteunen op het meest geschikte moment van hun herstel.