Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende waterlekken

Indiener(s)
Cieltje Van Achter
aan
Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 895)

 
Datum ontvangst: 01/09/2021 Datum publicatie: 16/11/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 27/10/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
14/09/2021 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Het voorbije jaar hebben diverse waterlekken geleid tot grootschalige waterschade en overlast. Zo veroorzaakte een waterlek in Schaarbeek in oktober 2020 een wegverzakking waardoor 15 omwonenden gedurende meerdere dagen hun woning moesten verlaten en stabiliteitswerken moesten worden verricht. 2 maanden later zorgde een waterlek in Sint-Pieters-Woluwe ervoor dat dat het kruispunt aan het trammuseum een tijd lang ontoegankelijk was. In januari was Etterbeek aan de beurt en verdween een wagen in een zinkgat op de rijbaan. In februari 2021 moesten een zestigtal woningen rond de Huart Hamoirlaan in Schaarbeek het door toedoen van een waterlek dan weer een tijd zonder kraantjeswater stellen. Al deze waterlekken zorgen echter niet alleen voor overlast en schade maar, logischerwijs, ook voor een enorm waterverlies.

Ik had u hieromtrent graag volgende vragen gesteld.

  1. Hoeveel lekken zijn er, per jaar, in de jaren 2019 en 2020 vastgesteld?

  2. Wat waren de oorzaken van deze lekken?

  3. Hoeveel liter leidingwater ging er hierbij verloren, per jaar, in de jaren 2019 en 2020?

  4. Hoe worden dergelijke lekken vastgesteld? Gebeurt dit enkel na een grondverzakking of andere zware infrastructurele schade?

  5. Kunnen particulieren aangifte doen van een abnormaal hoog waterverbruik? Hoeveel dergelijke klachten zijn er, per jaar, in de jaren 2019 en 2020 gedaan en hoe is hier gevolg aan gegeven? In hoe veel gevallen werd er na een dergelijke klacht een lek vastgesteld?

  6. Welke beleid voert u om lekken en onnodig verlies van kwaliteitsvol water te vermijden?

 

 

 
 
Antwoord    1)
Vooreerst is het belangrijk eraan te herinneren dat VIVAQUA een intercommunale is en alleen verantwoordelijk is voor de staat van het distributienet tot aan de meter (het openbare net). De intercommunale is niet verantwoordelijk voor de staat van de (private) binneninstallaties.

De intercommunale heeft me de volgende informatie meegedeeld:
Wat het openbare net betreft, heeft VIVAQUA in 2019 752 lekken opgespoord en hersteld.
In 2020 bedroeg het aantal opgespoorde en herstelde lekken 748.

2)
Een lek is altijd het gevolg van een combinatie van factoren: de (verouderde) staat van het net, de belasting door het verkeer of de aanwezigheid van bijzondere infrastructuur zoals de tram, de aanwezigheid van bouwwerven in de buurt, perioden van vorst en droogte, enz.
Al die elementen kunnen een invloed hebben op de ondergrond en dus op de netwerken die zich daarin bevinden.

3)
Lekken zijn ‘verborgen’ totdat ze worden ontdekt. Ze kunnen snel worden ontdekt of langer nadat ze zich hebben voorgedaan; dit element is onbekend. Daarom is het niet mogelijk nauwkeurig te bepalen hoeveel water er door lekken verloren gaat.


De waterbedrijven kunnen echter de hoeveelheden water die door de grote meters van hun netten gaan (de zogenaamde ‘ingangsmeters van de gemeenten’) vergelijken met de hoeveelheden die worden gefactureerd.

Die hoeveelheden, het NRW (= non revenue water), vertegenwoordigen dus zowel de hoeveelheden die verloren gaan door lekken als de hoeveelheden die verloren gaan door frauduleuze handelingen of niet gefactureerd gebruik dat deel uitmaakt van de normale exploitatie van het waterleidingnet (bv. watervolumes die ter beschikking worden gesteld van de brandweer, doorspoelen na herstellingen of aanleg van nieuwe leidingen, enz.).

Het NRW in Brussel bedraagt ongeveer 13% (gemiddelde van 2010 - 2019).

VIVAQUA schat dat van die 13% 10% te wijten is aan lekken. Dat percentage is het beste van België en behoort tot de beste van Europa. Gezien de schade die lekken kunnen veroorzaken en de ecologische en economische zinloosheid van deze verliezen van leidingwater, blijft VIVAQUA echter prioriteit maken van lekdetectie op het openbare net.

4)
Voor het opsporen van lekken treedt VIVAQUA zowel na een incident als preventief op: VIVAQUA beschikt over een team ‘lekdetectie’, dat als opdracht heeft lekken op te sporen en te lokaliseren en de reparatie ervan te versnellen.


In 2020 heeft dat team 1500 gerichte lekcontroles uitgevoerd. Het gaat hier dus om het opsporen van lekken in VIVAQUA-leidingen of gebouwaansluitingen die duidelijk worden wanneer ze bijvoorbeeld zichtbare schade aan de weg of vocht in de kelders van privégebouwen veroorzaken (geen grote infrastructuurschade). VIVAQUA komt dan tussen om het lek precies te lokaliseren en, indien nodig, te herstellen. Opgemerkt moet worden dat die tussenkomsten in de meeste gevallen tot de conclusie leiden dat er geen lek is.


In hetzelfde jaar hebben dezelfde VIVAQUA-teams 779 km leidingen preventief geïnspecteerd, waardoor 238 lekken preventief konden worden opgespoord (d.w.z. voordat ze door schade werden opgemerkt). Sommige lekken zijn overigens zeer moeilijk op te sporen omdat ze zonder wegspoelingen te veroorzaken in het natuurlijk leefmilieu of het rioleringsnet terechtkomen.

In het kader van deze preventieve en systematische zoektocht maakt VIVAQUA sinds begin 2021 gebruik van satellietbeelden om lekken sneller en preventief te helpen lokaliseren.


Bovendien heeft VIVAQUA zich in het kader van haar strategisch plan VIVAnext tot doel gesteld de prestaties van de waterleidingnetten op te volgen om het aantal lekken te verminderen, met name door een sterkere sectorisatie van de distributiezones en een intensievere monitoring van de in het BHG geleverde volumes. Deze werkzaamheden zijn aan de gang (zie hieronder).

5)
Zoals gezegd, is VIVAQUA alleen verantwoordelijk voor de staat van het distributienet tot aan de meter (het openbare net). Aangezien de intercommunale niet verantwoordelijk is voor de staat van de (private) binneninstallaties, beschikt ze niet over precieze informatie over lekken op de privénetten.

Sinds oktober 2019 heeft VIVAQUA echter een nieuw ‘lektarief’ ingevoerd, waarvan de toepassing is vereenvoudigd en de tariefverminderingen zijn verhoogd ten opzichte van de situatie vroeger.

Als een abonnee slachtoffer is van een lek op zijn privé-installatie, kan een verminderd tarief worden toegekend voor de volumes die groter zijn dan twee keer zijn gewone verbruik.

Het verminderde tarief wordt als volgt uitgesplitst:

• 
van 2 tot 4 keer het gewone gebruik:
– bij progressief tarief: toepassing van het lineaire tarief min 75 % op de volumes boven het dubbele van het gewone verbruik;
– bij lineair tarief: toepassing van hetzelfde tarief min 50 % op de volumes boven het dubbele van het gewone verbruik;
meer dan 4 keer het gewone verbruik:
voor het progressieve en het lineaire tarief: toepassing van het lineaire tarief min 90 % op de volumes boven het vierdubbele van het gewone verbruik.
Dit verminderde tarief geldt zowel op de prijs van het water als op de prijs van de gemeentelijke en gewestelijke sanering.
Om deze korting te kunnen genieten, moet VIVAQUA over het bewijs beschikken dat het lek werd hersteld: voor/na-foto's, factuur van de tussenkomst van een vakman of elk ander element dat het bestaan van het lek en de herstelling ervan rechtvaardigt.
In 2019 - een overgangsjaar - heeft VIVAQUA in 534 dossiers de toepassing van het lektarief toegestaan.
In 2020 - het eerste volledige jaar waarin het nieuwe lektarief werd toegepast - stond VIVAQUA de toepassing van het lektarief toe in 1057 dossiers.

6)
Voor lekken op binneninstallaties beschikt VIVAQUA over de dienst ‘VIVAQUA Home’, die op verzoek van een derde inspecties van binneninstallaties uitvoert. Verder is VIVAQUA voorstander van de plaatsing van individuele watermeters, die toelaten om eventuele waterlekken gemakkelijk en snel op te sporen.


Voor lekken op het openbare net, die onder de verantwoordelijkheid van VIVAQUA vallen, heeft de wateroperator een project opgestart in het kader van VIVAnext, het strategisch plan 2019-2024, dat tot doel heeft het distributienet in verschillende kleinere sectoren onder te verdelen door bijkomende afsluitkleppen te installeren. Hierdoor kunnen lekken sneller worden opgespoord dankzij een monitoring van de nachtdebieten, die een goede indicatie geven van het lekpercentage van een net. Eind 2019 was het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest onderverdeeld in 47 onafhankelijke distributiezones; de doelstelling is om dat aantal op te trekken tot minstens 65 onafhankelijke zones tegen eind 2024. Vandaag telt het distributienet van VIVAQUA 57 onafhankelijke zones.
Ten slotte wordt sinds 2021 gebruik gemaakt van nieuwe technologieën om lekken sneller te lokaliseren en de herstelling ervan te versnellen: een proefproject voor lekdetectie met behulp van satellietbeelden werd begin dit jaar uitgevoerd en is na een bijzonder bevredigende evaluatie voortgezet.