Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de aangekondigde toename van het aantal fietsers en het telsysteem.

Indiener(s)
David Weytsman
aan
Elke Van den Brandt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid (Vragen nr 1041)

 
Datum ontvangst: 09/09/2021 Datum publicatie: 16/11/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 09/11/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
24/09/2021 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag   

U hebt herhaaldelijk in de pers aangekondigd dat het aantal fietsers in Brussel aanzienlijk toeneemt. Ik wil de teltechnieken inventariseren. Het is belangrijk dat de tellingen juist zijn en dat uw verklaringen objectief zijn. Hoe groot is deze stijging volgens u tot op heden en in de afgelopen maanden?

  1. Om uw antwoord te staven, zou u hoofdzakelijk gebruik maken van de telcamera's die verspreid staan over enkele wegen in de hoofdstad. Is dit correct? Over welke wegen gaat het? Over hoeveel camera's gaat het? Kunt u ons een gedetailleerde beschrijving geven van het telsysteem? Hoe kunt u bevestigen dat elke getelde fiets niet reeds geteld is door een andere camera, waardoor dezelfde fietser meermaals wordt geregistreerd? Kunt u ons het aantal getelde fietsen geven op regenachtige dagen vs. het aantal getelde fietsen op dagen met droog weer? Kunt u ons zeggen of de verlichte telwerken die op bepaalde plaatsen zijn aangebracht ( Generaal Jacqueslaan, bijvoorbeeld), door een onafhankelijke instantie worden gecontroleerd om de daar vermelde cijfers te valideren?

 
 
Antwoord    Om de evolutie van het fietsverkeer te meten worden hoofdzakelijk twee gegevensbronnen gebruikt: permanente automatische tellingen en regelmatige manuele tellingen.

De automatische tellingen worden uitgevoerd met behulp van glasvezelsensoren die de variaties in optische straling detecteren, veroorzaakt door het gewicht dat op de sensoren rust. Deze sensoren zijn in de grond aangebracht en geijkt om fietsers te detecteren.

Deze installaties werden niet gekeurd door een onafhankelijke instelling omdat ze niet worden ingezet voor officiële controles, zoals een repressieve radar bijvoorbeeld. Gerichte tellingen maken het mogelijk de kwaliteit van de tellingen te controleren.

Sinds dit type systeem voor het eerst in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest geïnstalleerd werd, zijn er extra posten bijgekomen en ondervonden andere posten technische problemen, die vervolgens opgelost werden.

Momenteel zijn er in het Gewest 19 automatische tellers, die verbonden zijn aan schermen waarop het aantal getelde fietsen per dag en per jaar wordt weergegeven. Ze bevinden zich op de volgende locaties:
- Generaal Jacqueslaan (VUB) - 1050 Elsene
- Poincarélaan 75 - 1070 Anderlecht
- Vilvoordsesteenweg - 1020 Brussel
- Tervurenlaan 28 - 1040 Etterbeek
- Koolmijnkaai 8 - 1080 Sint-Jans-Molenbeek
- Vorstlaan 213 - 1170 Watermaal Bosvoorde
- Wetstraat 130 - 1000 Brussel
- Wetstraat 145 - 1000 Brussel
- Fonsnylaan 48B - 1060 Sint-Gillis
- Woluwelaan 34 - 1200 Sint-Lambrechts-Woluwe
- Franklin Rooseveltlaan 48 - 1000 Brussel
- Generaal Jacqueslaan 210 - 1050 Elsene
- Leopold II-Laan 279 - 1081 Koekelberg
- Britse Tweede Legerlaan thv Katangastraat
- Franklin Rooseveltlaan 19
- Leopold III laan thv Vrijetijdslaan"
- Tentoonstellingslaan - 1090 Jette
- Veeweidekaai 11
- Nerviërslaan 135

De tellingen geven een duidelijk beeld van de evolutie van de frequentie waarmee een fietspad op een welbepaalde plek gebruikt wordt.

Een fietser die van een plek naar een andere rijdt, kan op verschillende telpunten geteld worden.

Om de evolutie van het fietsverkeer te meten, wordt het aantal passages dan ook eerst punt per punt vergeleken. Vervolgens wordt een schatting gemaakt van het globale evolutiepercentage tussen twee periodes op basis van het aantal passages voor de posten die tijdens de twee periodes in werking waren.

De evolutie van het fietsverkeer op alle telpunten is een goede indicator voor de evolutie van het aantal fietsers in het Gewest. Hoe meer tellers er zijn en hoe gelijkmatiger ze over het grondgebied zijn verspreid, hoe betrouwbaarder de indicator zal zijn.

Aangezien de automatische telpunten niet zijn uitgerust met pluviometers en aangezien de frequentie van het gebruik van de fietspaden varieert naargelang het tijdstip van de dag en naargelang de seizoenen, wordt er geen verband gelegd tussen de neerslag en de tellingen.

Naast de automatische tellingen voert Brussel Mobiliteit sinds 1998 ook
manuele tellingen uit in samenwerking met de vzw ProVelo.