Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de kosten van het RPA Mediapark

Indiener(s)
Geoffroy Coomans de Brachène
aan
Rudi Vervoort, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van gewestelijk Belang (Vragen nr 696)

 
Datum ontvangst: 27/09/2021 Datum publicatie: 16/11/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 21/22 Datum antwoord: 09/11/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
30/09/2021 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag   

Wij praten nu al enkele jaren over de verschillende aspecten van de Brusselse RPA’s. Ik zou nu willen ingaan op het kostenplaatje hiervan. Wat het RPA Mediapark betreft, zijn in het Parlement en daarbuiten al veel cijfers genoemd, en er is echter sprake van enige vaagheid.

Om mijn informatie te verduidelijken, zou ik graag de volgende antwoorden krijgen:

  1. Kunt u mij zeggen welke prijs het Gewest heeft betaald voor de aankoop van de volledige Mediaparksite door het Gewest?

  2. Hoe werd de waardebepaling van een dergelijk site uitgevoerd om rekening te houden met de complexiteit van de verschillende partijen? Kunt u alle elementen geven die het mogelijk maakten om de verkoopprijs vast te stellen?

  3. Kunt u een lijst geven van alle voorwaarden, eisen en wensen van de RTBF en de VRT met betrekking tot de verkoop van de site? Kunnen sommige daarvan een voorwaarde zijn voor de annulering van de verkoop van de  gehele site of een deel daarvan?

  4. Kunt u mij precies vertellen welke gebouwen op de site eigendom van het Gewest zullen worden? Kunt u voor elk gebouw een uitsplitsing geven van het aantal m2 dat boven- en ondergronds beschikbaar is?

  5. Zou het mogelijk zijn de verschillende stappen van de fasering voor het herstel van de verschillende gebouwen en delen van de Mediaparksite te kennen? Maakt deze fasering het mogelijk de herbestemming van de site in stappen te optimaliseren?

  6. Wie zal er verantwoordelijk zijn voor de gebouwen die gesloopt moeten worden? En heeft u een evaluatie van de financiële kosten voor elk van de af te breken gebouwen?

  7. Heeft het gewest, wat de koolstofvoetafdruk betreft, een analyse uitgevoerd om de milieukosten van sloop/heropbouw versus herbestemming van de bestaande structuren na te gaan? Heeft het Gewest alle alternatieven bestudeerd voor de sloop, die zeer schadelijk is voor de koolstofbalans van het project?

  8. Kunt u mij, tijdens de onderhandelingen met de RTBF en de VRT over de aankoop van de site, zeggen wat de ramingen waren van het totale aantal m2 dat boven-  en ondergronds op het gehele terrein zou kunnen worden gebouwd? Zou het mogelijk zijn om van deze ramingen het aantal m2 te kennen dat zowel voor de VRT als voor de RTBF wordt gevraagd voor de heropbouw van hun respectieve terreinen?

  9. Hebben de RTBF en de VRT zich gehouden aan de verschillende voorwaarden die in het contract voor de verkoop van het terrein waren opgenomen? Zo niet, kunt u aangeven welke voorwaarden niet werden nageleefd?

  10. Kunt u mij, wat de termijnen betreft, het tijdschema meedelen dat op het ogenblik van de verkoop werd vastgelegd voor het verkrijgen van de vergunningen, voor de heropbouw van de hoofdkantoren van de RTBF en de VRT en voor de voltooiing van de verhuizing naar de nieuwe sites?

  11. Wat is er, gelet op de veranderingen die zich sinds de verkoopverbintenis hebben voorgedaan, in het contract bepaald en kan het worden gewijzigd? Zo ja, wat zijn de voorwaarden?

 

 
 
Antwoord    De titel van uw schriftelijke vraag betreft het “RPA Mediapark” maar uw gerichte vragen hebben veeleer betrekking op de aankoop en de operationele uitwerking van de site dan op de strategische en verordenende luiken van het RPA. Niettemin zal ik u de gevraagde cijfergegevens meedelen.

1. Het Gewest heeft de site verworven via een contract van uitgestelde en geleidelijke eigendomsoverdracht in de vorm van acht jaarlijkse schijven van 2018 tot 2025 voor de globale prijs van 136 miljoen euro, excl. indexering. De percelen waarop de nieuwe hoofdgebouwen van de RTBF en de VRT gebouwd zullen worden, worden onttrokken aan de door het Gewest verworven gronden en worden dus niet verkocht.

1. De (te indexeren) prijs van 136.000.000 euro is het resultaat van onderhandelingen tussen het Gewest en de VRT/RTBF. Hij berust enerzijds op de herziene programmering voor de site ingevolge de eerste fase van de studie naar de grondprijs; 380.000 m² bebouwbare oppervlakte, hetzij een grondprijs van 357€/m², en anderzijds op de wil van het Gewest om ten volle de controle te behouden op de inrichting van de openbare ruimten.

2. Het Gewest verwerft de gronden en aanvaardt voor elke schijf dat deze als zodanig aan het Gewest wordt overgedragen met volledige kennis van zaken, zonder andere contractuele of wettelijke waarborg dan de specifieke waarborgen vermeld in de Vaststelling van overdracht. Er zijn geen opschortende voorwaarden.

2. Het Gewest wordt eigenaar van alle gebouwen die zich op de Mediaparksite bevinden. De bovengronds oppervlakte van de gebouwen bedraagt ongeveer 200.000 m² en ondergronds 50.000 m².

3. De operationele fasering is onderworpen aan regelmatige aanpassingen in functie van de vordering van de projecten van de RTBF, de VRT en het Gewest (RPA). In principe gebeurt de overname van de gebouwen en gronden naar aanleiding van de schijfsgewijze eigendomsoverdracht aan het Gewest.

Om de RTBF/VRT evenwel in staat te stellen het goed verder te benutten in de mate die de voortzetting van hun activiteiten in de respectieve bestaande installaties en gebouwen vereist, en dit tot zij hun nieuwe zetels betrekken en onverminderd de eigendomsoverdracht van de betrokken schijven, is overeengekomen dat dit gebruik wordt voortgezet volgens de modaliteiten die in de Vaststelling zijn vervat.

De RTBF en de VRT behouden daarmee het recht het goed te gebruiken en blijven ook na de overdracht van de betrokken schijven verplicht tot heffingen, belastingen, verzekeringen, lasten en risico’s voor de gronden en de gebouwen die zij blijven gebruiken, met inbegrip van een onbeperkte benutting van gebouwen, parkings en tijdelijke parkeerzones, werfzones, toegangswegen en enige andere uitrusting of installatie, en dit tot de volmaakte en volledige vrijmaking van de gronden en gebouwen ten gunste van het Gewest.

Vandaag zijn alle bestaande gebouwen nog in gebruik. De RTBF voorziet de locatie te verlaten tegen eind 2024 en de VRT eind 2026. Over de mogelijkheden om in deze context gewestelijke projecten aan te vatten, wordt momenteel onderhandeld.

3. De sanering, de asbestverwijdering en de afbraak van de bestaande gebouwen, behalve waar deze strikt noodzakelijk zijn voor de bouw van de nieuwe hoofdgebouwen van de VRT/RTBF, vallen ten laste van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De kosten voor de asbestverwijdering en de afbraak van de gebouwen worden geraamd op om en bij de 15 miljoen euro excl. BTW en indexering (raming 2017).

4. Het basisconcept van het project berust op de volledige afbraak van de bestaande gebouwen om het hart van de site te openen naar de omliggende wijken toe. Het MER onderzocht verscheidene alternatieve scenario’s die stuk voor stuk uitgaan van dit concept.

De organisatie
The Shifters Belgium maakte in juli 2020 de koolstofbalans op van het ontwerp-RPA Mediapark. Deze studie die online kan worden geraadpleegd, gaat beknopt in op een alternatief scenario dat voorziet in een gedeeltelijke herbestemming van bestaande gebouwen.

4. Bij de eerste fase van de milieubeoordeling, die betrekking heeft op de programmering, kreeg het oorspronkelijke programma en nieuwe wending met een verkleinde programmeringshypothese voor een totale bebouwbare oppervlakte van 380.000 m² (in plaats van de oorspronkelijk voorziene 425.000 tot 450.000 m²). Voor het project dat ingevolge de beslissing van de Ministerraad van juli 2021 herzien werd, zullen deze cijfers verder worden afgebouwd.

De VRT/RTBF beschikken samen over een bebouwbare oppervlakte van 95.000 m².

5. De RTBF voldoet tot nog toe aan de voorwaarden van de Vaststelling van uitgestelde en geleidelijke eigendomsoverdracht onder bezwarende titel die het heeft ondertekend met het Gewest. De VRT heeft echter vertraging opgelopen (ongeveer twee jaar) voor de termijnvoorwaarden verbonden aan de uitvoering van zijn project.

5. Bij de ondertekening van de Vaststelling had alleen de VRT zijn stedenbouwkundige vergunningsaanvraag al ingediend. Van bij het sluiten van het akkoord is overeengekomen dat het Gewest zo spoedig mogelijk diende te beschikken over de gronden waarop de huidige hoofdgebouwen van de VRT/RTBF staan.

De Vaststelling stelt precies dat de VRT/RTBF het gebouw vermeld als hoofdzetel alsook de hieraan verbonden installaties dient vrij te maken tegen de eerste dag van de vierenvijftigste maand nadat de VRT/RTBF deze stedenbouwkundige en milieuvergunning heeft verkregen.

Voorlopig heeft enkel de RTBF zijn stedenbouwkundige en milieuvergunning verkregen, en wel op 7 februari 2020. De aanvraagprocedures voor de stedenbouwkundige en milieuvergunning van de VRT verkeren vandaag nog in de onderzoeksfase

6. De Vaststelling laat enige soepelheid voor meerdere aspecten bij de ontwikkeling van het programma, zoals bijvoorbeeld het tijdskader, de orde van overdracht en zelfs de heropdeling van verschillende schijven.