Schriftelijke vraag betreffende de opleiding voor het Europees eerstehulpbrevet bestemd voor het MIVB-personeel.
- Indiener(s)
- Anne-Charlotte d'Ursel
- aan
- Elke Van den Brandt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid (Vragen nr 1051)
Datum ontvangst: 27/09/2021 | Datum publicatie: 16/11/2021 | ||
Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 21/22 | Datum antwoord: 09/11/2021 |
Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
01/10/2021 | Ontvankelijk | p.m. |
Vraag | De opleiding van het eerstelijnspersoneel van de MIVB is voor mij een allesbehalve triviale kwestie. Onze bussen, trams en metro's vervoeren elke dag tienduizenden mensen dankzij de inspanningen en het professionalisme van de ongeveer 2300 bestuurders die op het vervoersnet werken. Het zou verwonderlijk zijn als dit eerstelijnspersoneel niet systematisch een opleiding eerste hulp zou hebben gekregen. Elk jaar doen er zich ongevallen voor waarbij MIVB- en weggebruikers betrokken zijn. In 2019 was bij 38 van de geregistreerde ongevallen met trams een voetganger betrokken en bij 15 een fietser. Bij dit soort ongevallen zijn de bestuurders vaak de eersten die ingrijpen. De juiste reflexen hebben in dit soort situaties, waar elke minuut telt, is van het grootste belang. In 2019 hadden 342 werknemers de opleiding eerste hulp van de onderneming gevolgd en waren bijgeschoold. Jammer genoeg had geen enkel lid van het rijdend personeel de opleiding gevolgd.
Hoe verklaart u dat een opleiding eerste hulp wel vereist is voor het behalen van een rijbewijs, maar niet voor de bestuurders van de MIVB? De Europese Raad voor Transportveiligheid (ETSC) wijst erop dat een opleiding eerste hulp nuttig kan zijn in een groot aantal medische noodgevallen. "Deskundigen die werden geraadpleegd in het kader van het REVIVE-project van de ETSC inzake zorg na een ongeval, hebben echter aangetoond dat de opleiding eerste hulp moet worden herhaald om ervoor te zorgen dat getuigen van ongevallen weten wat ze moeten doen in geval van een noodsituatie in het verkeer”. Gelet op deze elementen, hoop ik dat u inmiddels hebt beslist om op dit gebied vooruitgang te boeken. De personeelsleden van het openbaar vervoer moet alle kansen krijgen om vermijdbare tragedies te voorkomen.
|
Antwoord | In 2020 telde de MIVB in totaal 382 medewerkers die hun opleiding “bedrijfshulpverlening” uitvoerden en in orde zijn met herscholing. Het is niet de taak van de bestuurders en het personeel op het terrein om de officiële hulpdiensten te vervangen. Als een persoon in een MIVB-voertuig onwel wordt, is het MIVB-personeel erop gericht onmiddellijk de hulpdiensten te waarschuwen en alles in het werk te stellen om de gezondheidstoestand van de betrokkene stabiel te houden tot de hulpdiensten ter plaatse zijn. Dit gebeurt zeer snel, gezien de rechtstreekse communicatie tussen de verschillende dispatchingdiensten van de MIVB en de hulpdiensten (de chauffeurs worden ingelicht over de in dit verband te volgen procedure). Door de aanwezigheid van talrijke ziekenhuizen en hulpdiensten die gespecialiseerd zijn in dit soort interventies en op korte afstand gevestigd zijn, kunnen zij zeer snel ter plaatse zijn om in te grijpen. De MIVB is daarom niet van plan EHBO voor haar bestuurders systematisch in te voeren. De verplichting om het EHBO-brevet te behalen als onderdeel van het behalen van een rijbewijs is specifiek voor het Brusselse Gewest en is pas sinds enkele jaren van kracht. De MIVB kan dus niet bepalen of de ingeschakelde chauffeurs hun EHBO moesten halen om hun rijbewijs te behalen. In 2020 beschikte de MIVB over 61 defibrillatoren in negen stations. Vigilis-medewerkers (interventie-, ticketcontrole-, stationsbeveiligingsmedewerkers) krijgen een opleiding "eerste hulp" tijdens hun interne basisopleiding bij de MIVB. Deze opleiding is uitgebreider dan de opleiding die onder de EHBO valt. Er zijn 360 veiligheidsmedewerkers, die in hun basisopleiding allemaal een "eerste hulp"-opleiding hebben gevolgd, met uitzondering van degenen die door de gezondheidscrisis nog niet konden volgen. |