Schriftelijke vraag betreffende de kostprijs van de parlementaire vragen
- Indiener(s)
- Geoffroy Coomans de Brachène
- aan
- Rudi Vervoort, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van gewestelijk Belang (Vragen nr 698)
Datum ontvangst: 29/09/2021 | Datum publicatie: 16/11/2021 | ||
Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 21/22 | Datum antwoord: 09/11/2021 |
Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
04/10/2021 | Ontvankelijk | p.m. |
Vraag | Het parlementair toezicht is een van de pijlers van de rechtsstaat. In dit verband stellen de volksvertegenwoordigers van het Brussels Parlement regelmatig vragen aan de leden van uw regering over diverse en uiteenlopende onderwerpen. In het licht van deze elementen zou ik u de volgende vragen willen stellen:
|
Antwoord | Het opstellen van de antwoorden op parlementaire vragen is niet het prerogatief van één enkele medewerker, maar gebeurt door meerdere personen, zowel op mijn kabinet als in de besturen waarvoor ik bevoegd ben. Voor elke vraag bevragen wij de verschillende besturen en instellingen van openbaar nut waarvoor ik bevoegd ben en op mijn kabinet zelf doen wij een beroep op de deskundigheid van mijn adviseurs, de persoon die instaat voor de betrekkingen met het Parlement, de celverantwoordelijken en de vertalers. Vervolgens worden de antwoorden grondig nagelezen vóór zij gevalideerd worden. Deze brede samenwerking varieert trouwens in functie van de dringendheid en de onvoorspelbaarheid van de ingediende vragen, zowel qua aantal als qua inhoud. Deze omvangrijke taak is dan ook moeilijk in cijfers te vatten. Als voorbeeld kan de werklast hiervoor in de verschillende besturen en instellingen van openbaar nut waarvoor ik bevoegd ben, als volgt worden ingeschat: Voor Brussel Preventie & Veiligheid, ramen wij aan de hand van het globaal proces, de redactietijd bij de politiediensten inbegrepen, de totale werklast op: 0,8 VTE Voor Brussels International worden de antwoorden opgesteld door A2- of A3-medewerkers. Voltijds equivalenten: 1/80e Voor Screen Brussels, een organisatie van geringe omvang bestaande uit 3 VTE, is het de Algemeen Directeur die de antwoorden op parlementaire vragen opstelt. Voor Visit-Brussels betreft het de directiesecretaresse voor de administratieve opvolging en de interne dispatching van de vraag, de adjunct van de Algemeen Directeur voor de eindredactie en indien nodig de ‘legal corporate’ verantwoordelijke en de Algemeen Directeur. Voor het opzoekwerk van informatie worden de vragen doorgestuurd naar de verantwoordelijke polen en teams (Strategie Internationaal, Client Experience, Media, Finances & Operating) in functie van het onderwerp dat aan bod komt. Voor Urban is een medewerker van de Algemene Directie belast met het dispatchen van de parlementaire vragen naar de verschillende directies. Diezelfde persoon zorgt ook voor de coördinatie en het verzamelen van de antwoorden die worden opgesteld door de ambtenaren die respectievelijk instaan voor de materies waarop de vragen betrekking hebben. Bij Perspective is een personeelslid belast met de parlementaire vragen voor de verschillende directies. Deze persoon zorgt ook voor de coördinatie en het samenbrengen van de antwoorden die worden opgesteld door de personeelsleden die instaan voor de materies waarop de vragen betrekking hebben. Bij Citydev wordt niet echt iemand ingezet specifiek voor het opstellen van de antwoorden. De vragen worden rechtstreeks naar de betrokken dienst gestuurd. Afhankelijk van de vraag werken één of meerdere personeelsleden (3 tot 4) aan het antwoord. De verzending van de antwoorden naar de kabinetten wordt gecoördineerd door de dienst bestuursorganen (1 persoon). Voor de GOB zet de cel Kanselarij van Brussel Synergie 1 VTE op B-niveau en 1 VTE op D-niveau in voor de coördinatie en het administratieve beheer van de door Brussel Synergie ontvangen parlementaire vragen. Op de vertaaldienst is de werklast voor de parlementaire vragen van heel de GOB (vertaling, revisie en administratieve verwerking) op jaarbasis goed voor minstens 1 VTE op A-niveau, waarvan 0,25 VTE voor BSYN. En dit betreft enkel de vertaalverzoeken die aan de vertaaldienst zijn gericht, dus zonder de vertalingen mee te tellen die rechtstreeks binnen de diensten gebeuren. Men moet dan ook nog de tijd rekenen die de Secretarissen-Generaal besteden aan het nalezen en valideren van de ontwerpantwoorden De kost van een parlementaire vraag is natuurlijk vrij moeilijk te berekenen maar toch is de oefening gemaakt op het kabinet van Staatssecretaris Ben Hamou. Op basis van de informatie afkomstig van haar kabinet en van de besturen en ION waarvoor de Staatssecretaris bevoegd is, bedraagt de kost voor een parlementaire vraag uitgedrukt in loonkost 665,016 euro. Het gaat uiteraard slechts om een raming, die hoger of lager kan uitvallen van de ene kabinetsorganisatie, administratie en ION tot de andere. De antwoordtermijn voor interpellaties, vragen om uitleg en mondelinge vragen verschilt naarmate de respectieve agenda’s van de parlementscommissies. Wij antwoorden hierop binnen de voorziene termijn, gerekend vanaf de doorzending door het Uitgebreid Bureau, in overleg met het secretariaat van de commissie. Schriftelijke vragen worden binnen 20 werkdagen behandeld, zoals bepaald in het geldende reglement van het Brussels Hoofdstedelijk Parlement (artikelen 62, 111, 112, 113, 113/1, 114, 135, zie reglement_nl.pdf (parlement.brussels). |