Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de uittocht van in het Brussels Gewest gevestigde bedrijven naar Vlaanderen en Wallonië.

Indiener(s)
Michaël Vossaert
aan
Barbara Trachte, staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Economische Transitie en Wetenschappelijk Onderzoek (Vragen nr 467)

 
Datum ontvangst: 11/10/2021 Datum publicatie: 27/12/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 21/22 Datum antwoord: 16/12/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
29/10/2021 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    De laatste Statbel-cijfers over de intra-Belgische bedrijfsmobiliteit werden onlangs bekendgemaakt. Helaas is het beeld zeer somber voor het Brussels Gewest. Vorig jaar zag Brussel niet minder dan 1708 bedrijven naar Vlaanderen verhuizen en 1116 naar Wallonië. In totaal hebben niet minder dan 2.824 ondernemingen ervoor gekozen zich buiten ons gewest te vestigen. Gelukkig is de situatie niet alleen maar slecht: 1928 bedrijven kozen ervoor het omgekeerde te doen en zich in Brussel te vestigen. Dit is echter niet genoeg om het vertrek te compenseren, en ons gewest zal alleen al in 2020 nog een tekort van bijna 900 bedrijven hebben.

Deze cijfers zouden ons zowel in absolute als in relatieve zin zorgen moeten baren: Brussel is betrokken bij niet minder dan 83% van de migraties in België. Inderdaad, slechts 529 bewegingen van Vlaanderen naar Wallonië en 467 in de omgekeerde richting. Toch delen Wallonië en Vlaanderen een veel langere grens.

Daarom moeten de juiste vragen worden gesteld: waarom kiezen deze bedrijven ervoor om de hoofdstad te verlaten voor andere gewesten en hoe kunnen zij worden tegengehouden? Ik vertel u niets nieuws als ik zeg dat 2020 een bijzonder moeilijk jaar was voor bedrijven. Ondanks de herstelplannen en een herstel dat al goed op gang is, moet het Brussels Gewest zijn inspanningen voortzetten om nog aantrekkelijker te worden voor bedrijven.

Graag een antwoord op volgende vragen:

  • Kunt u de evolutie van deze bewegingen in de afgelopen 5 jaar toelichten? Is er een sterke tendens voor bedrijven om naar andere gewesten van het land te emigreren?  Voor welke activiteitssectoren van ondernemingen die Brussel verlaten, in de kans dat ze verhuizen het grootst?

  • Beschikt u over informatie over wat deze bewegingen betekenen in termen van werkgelegenheid voor de Brusselse bevolking?

  • Welke initiatieven hebt u tot dusver genomen om de uittocht van Brusselse bedrijven naar andere gewesten van het land een halt toe te roepen? Heeft u hierover contact gehad met uw Waalse en Vlaamse collega's?

 
 
Antwoord    Alvorens uw vragen meer in detail te beantwoorden, is het raadzaam enkele methodologische elementen in herinnering te brengen die al door mijn voorganger, de heer Gosuin, zijn genoemd in antwoord op soortgelijke vragen in 2018.

De gegevens van Statbel worden berekend op basis van jaarlijkse gegevens over actieve btw-plichtige ondernemingen. Om de migraties te tellen, gaat Statbel als volgt te werk: het vergelijkt de groep van belastingplichtigen die actief zijn op 31 december tussen twee jaren en telt de ondernemingen waarvan het hoofdkantoor in die periode is verhuisd. Dit betekent dat de hoofdkantoren in aanmerking worden genomen en niet de exploitatiezetels. Deze statistiek is jaarlijks en houdt dus geen rekening met gebeurtenissen die zich gedurende het jaar voordoen. Het is een vergelijkende foto tussen twee specifieke tijdstippen, op 31 december, maar het is dus geen inventaris van alle maandelijkse bewegingen.

U kunt alle gegevens over bedrijfsmigraties, tussen gewesten, per grootteklasse, per categorie van NACE-codes en per type, raadplegen op de website van Statbel.
Ik ben dan ook zo vrij om hier alleen de meest in het oog springende elementen te vermelden.

Dat ondernemingen Brussel verlaten voor Vlaanderen of Wallonië is geen nieuwe vaststelling. In 2020 ging het zeker om een groter aantal ondernemingen (896 tegenover 782 in 2019 en 662 in 2018), maar deze cijfers moeten uiteraard worden afgewogen tegen de dynamiek van de Brusselse economie. De cijfers van Statbel over het vertrek van ondernemingen uit het Brusselse gewest moeten dus samen met de cijfers over de oprichting van ondernemingen worden bekeken. Als we kijken naar het aantal btw-plichtige ondernemingen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, zien we dat dit aantal voortdurend toeneemt:
- Op 31 december 2018: 108.243
- Op 31 december 2019: 110.825
- Op 31 december 2020: 113.194
- Op 31 juli 2021 stond de teller al op 114.615.

Er is dus sprake van een echte dynamiek bij de oprichting van ondernemingen in Brussel.

Terwijl het verschil tussen de uitstroom en instroom van ondernemingen is toegenomen, is ook het saldo tussen oprichtingen en stopzettingen toegenomen, waardoor het negatieve migratiesaldo ruimschoots wordt gecompenseerd.
Als we verder analyseren, zijn er verschillende redenen waarom sommige ondernemingen Brussel verlaten voor Vlaanderen of Wallonië. Hierbij kan worden gedacht aan de grondprijs, die in Brussel noodzakelijkerwijs hoger is vanwege de dichtheid en de geringe omvang van het grondgebied, die niet beantwoordt aan de behoefte van bepaalde ondernemingen aan meer ruimte om zich te ontwikkelen. Wanneer een start-up in Brussel is opgericht, kan het zijn dat deze, naarmate hij groeit, wil uitbreiden en daarom ruimte nodig heeft die moeilijker te vinden is in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Wat dat betreft, verwijs ik u naar de ambitie en het project dat de nieuwe beheersovereenkomst van Citydev op dit vlak inhoudt.

We kunnen dus ook de volgende analyse maken: dat de andere gewesten profiteren van de Brusselse dynamiek inzake oprichting van ondernemingen, die zich daar zullen vestigen na hun oprichting in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Anderzijds, om uw tweede vraag te beantwoorden, produceert Statbel geen statistieken over het aantal banen dat verloren gaat ten gevolge van de delokalisatie van ondernemingen. Ik nodig u uit om hierover de minister van Werk te ondervragen.

Het is uiteraard niet minder belangrijk om deze uitstroom van ondernemingen tegen te gaan. En op dit punt wil ik wijzen op twee hefbomen in het bijzonder:

In de eerste plaats de ontwikkeling van kmo-parken via citydev.brussels om de productieactiviteit in Brussel te bevorderen en mogelijk te maken. Naar aanleiding van uw verzoek om uitleg vorige week had ik de gelegenheid om het beleid ter ondersteuning van productieactiviteiten toe te lichten. Die elementen gelden hier uiteraard nog steeds, met name het aanbieden van sleutelklare werkplaatsen bijvoorbeeld.

Ik noem ook alle financiële steunmechanismen voor scale-ups waarover wij het al herhaaldelijk hebben gehad en die met name verlopen via finance&invest.brussels, en de herfinanciering ervan, waardoor het krachtiger kan optreden om start-ups op te schalen. En dan zijn er nog de thematische projectoproepen.

Ik wijs op deze elementen, maar het is de instandhouding van een innoverend en aantrekkelijk ecosysteem, van onderzoek, ontwikkeling en innovatie tot groei, die van essentieel belang is en die de rode draad vormt van het beleid dat wij ten uitvoer leggen.