Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de problematiek rond de Van Praetbrug.

Indiener(s)
Carla Dejonghe
aan
Elke Van den Brandt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid (Vragen nr 1086)

 
Datum ontvangst: 29/10/2021 Datum publicatie: 27/12/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 21/22 Datum antwoord: 22/12/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
04/11/2021 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Midden oktober maakte uw kabinet bekend dat er nieuwe doorgangen voor fietsers en wandelaars zouden komen onder de Sainctelletebrug, de Troozbrug en de Van Praetbrug, de drie drukste kruispunten van het kanaal. Brussel steeds bereikbaarder maken en het kanaal teruggeven aan de Brusselaar is ook een ambitie van onze fractie. Weliswaar moeten de mogelijke neveneffecten van dergelijke plannen steeds onder de loep genomen worden. In dit geval denk ik specifiek aan de problematiek rond de Van Praetbrug.

Ten eerste denk ik aan het vrachtverkeer. Laten we niet vergeten dat Van Praet een belangrijke invalsweg is voor vrachtverkeer voor het havengebied. Er is een studie gerealiseerd door Perspective (nl. ‘Van Praet West’) waaruit is gebleken dat een dergelijk plan voor grote problemen zal zorgen voor bedrijven zoals Ziegler en buren, Mabru, het Internationaal Centrum voor Fruit en Groenten en het Docks shoppingcentrum aan de andere zijde van het Kanaal. Hun vrachtwagens hebben het nu al moeilijk met de toegankelijkheid van deze zone. De realisatie van zo’n onderdoorgang zal de problemen enkel vergroten.

Ten tweede, en dit punt is gelinkt aan het vorige, zal dit een directe impact hebben op de economie – waaronder toekomstige investeringen – en de tewerkstelling. De fietsautostrade doorkruist verder een belangrijke economische zone, zoals de Havenlaan. De bouwaanvraag ligt weer bij de Raad van State omdat er geen veiligheidsmaatregelen genomen zijn voor fietsers en het vrachtverkeer. Volgens mijn informatie blijkt er ook geen overleg te zijn geweest met de bedrijven in deze zone. Al langer dan vandaag worden er inspanningen geleverd (o.a. vanuit de Haven zelf) om het gebruik van de waterweg te promoten. De Havengemeenschap heeft hier zelfs een colloquium over georganiseerd op 26 oktober. Met deze onderdoorgang steken we wielen in de stokken van deze actoren en geven we tegenstrijdige signalen als autoriteit.

Ten derde heeft de Haven van Brussel zelf bezwaren wat de veiligheid betreft, meer specifiek wat betreft het verkeer van de boten enerzijds, en het bestaan van een brede fietspad onder de Van Praetbrug anderzijds. Bij de twee andere bruggen is het fietspad beter ingebed in de kades. Ten laatste vermeld ik graag de BRYC of ‘Brussels Royal Yacht Club’, een zeilclub en nationaal erkende navigatieschool die zich aan die brug bevindt. Indien deze doorgang wordt gerealiseerd, wordt de BRYC in twee gesneden en wordt de toegang naar hun clubhuis problematisch.

Daarom ben ik zo vrij u de volgende vragen te stellen:

  1. Heeft Brussel Mobiliteit de studies van Perspective bekeken wat betreft de impact van deze plannen op de bedrijven rond de drie bewuste bruggen? Welke conclusies zijn er getrokken?

  2. Heeft Brussel Mobiliteit de impact berekend van deze werken op de tewerkstelling in deze zones?

  3. Wanneer zal Brussel Mobiliteit overleg plegen met belangrijke spelers zoals de Brusselse Havengemeenschap en de bedrijven die zich aan die drie drukste punten bevinden?

  4. Heeft Brussel Mobiliteit een specifiek plan uitgetekend om de toegankelijkheid van deze zones voor vrachtwagens te vrijwaren?

  5. Heeft Brussel Mobiliteit kennisgenomen van de bezwaren van de Haven inzake de veiligheid van het verkeer van de boten en het brede fietspad onder de Van Praetbrug?

 
 
Antwoord    Momenteel lopen er tezelfdertijd meerdere procedures en projecten rondom het knooppunt Van Praet.

De studie Van Praet West, besteld door Perspective, heeft als doel al die projecten te integreren en de lopende en toekomstige werken op een positieve manier te coördineren. Het is dus niet de bedoeling tot een afgewerkt ruimtelijk voorstel te komen (zoals een masterplan), maar eerder een reeks ambities en gedeelde principes tussen de projectdragers in de zone te bepalen, zodat ze zich deze eigen kunnen maken en kunnen ontwikkelen in hun respectieve projecten.

In die optiek heeft Brussel Mobiliteit actief meegewerkt aan deze studie. De conclusies daaruit waren reeds aanwezig in de ambities van de gewestelijke projecten.

De EFRO-passerelles sluiten aan bij de continuïteit van de reeds bestaande inrichtingen. Door het de actieve modi mogelijk te maken de kruispunten aan de Sainctelette-, de De Trooz- en de Van Praetbrug te vermijden via een lagere verbinding worden de kruispunten ontlast, doordat de fietsersstroom de fietsroute langs het kanaal neemt.

De doorgang onder de Van Praetbrug bevindt zich op de linkeroever van het kanaal. Het eerste bedrijf op deze oever (Ziegler - die trouwens recent ook begonnen is met het gebruik van elektrische bakfietsen) ligt op ongeveer 500 m van het kunstwerk, wat het risico op interactie heel sterk beperkt. De andere bedrijven zoals Mabru, het Europees Centrum voor Fruit en Groenten en Docks liggen op de rechteroever; de interferentie van het project is er nihil.

I.v.m. de economische impact van de nieuwe passerelles op de omliggende bedrijven, die lijkt vooral positief te zijn. De multimodale ontsluiting van deze bedrijven wordt namelijk sterk verbeterd, een opportuniteit waar bepaalde bedrijven al lijken op te anticiperen.

De bouwwerven zelf worden zodanig geprogrammeerd en georganiseerd dat de sociaaleconomische impact op de bedrijven en omwonenden beperkt is. In het algemeen is de organisatie van de werken overeenkomstig de van kracht zijnde ordonnanties en onderworpen aan de voorwaarden van de Gewestelijke Coördinatiecommissie van de Bouwplaatsen en aan de beslissingen van de wegbeheerder.
Belangrijke actoren die betrokken zijn bij het project van de EFRO-passerelles, zoals de Haven van Brussel, werden geraadpleegd en hun adviezen werden ingewonnen tijdens de aan het project voorafgaande fasen, via bilaterale ontmoetingen en vergaderingen van het begeleidingscomité.

Bijkomende overleggen zullen zeker nog plaatsvinden in het kader van het onderzoek van de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning, er is ook nog een publieke participatie-fase voorzien begin 2022. Een apart overleg met de Havengemeenschap en vertegenwoordigers van het bedrijfsleven is ook al ingepland.

Ter hoogte van de Sainctelette- en De Troozbruggen sluiten de doorgangen aan op de voorziene inrichtingen op o.a. de Havenlaan, waarbij rekening wordt gehouden met de toegang tot bedrijven, en waarvoor Brussel Mobiliteit een stedenbouwkundige vergunning heeft gekregen.

Ter hoogte van de Van Praetbrug werd het herkwalificatieproject van de R21 afgestemd om alle mogelijkheden en functies van de weginfrastructuur in stand te houden en te verbeteren, ook voor wat betreft het zwaar vervoer.